Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 oktober 2006
gepubliceerd op 27 november 2006

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Penitentiaire gezondheidsraad

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2006009846
pub.
27/11/2006
prom.
10/10/2006
ELI
eli/besluit/2006/10/10/2006009846/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE


10 OKTOBER 2006. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Penitentiaire gezondheidsraad


De Minister van Justitie, Gelet op de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden inzonderheid op artikel 98;

Gelet op het Koninklijk besluit van 12 december 2005 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 98 van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden en tot regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de Penitentiaire Gezondheidsraad, Besluit : Enig artikel. Het huishoudelijk reglement aangenomen door de Penitentiaire Gezondheidsraad in zijn plenaire zitting van 8 juni 2006 en in bijlage bij dit besluit gevoegd, wordt goedgekeurd.

Brussel, 10 oktober 2006.

Mevr. L. ONKELINX

Bijlage Huishoudelijk reglement van de Penitentiaire Gezondheidsraad 1. Definities Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder : - de Raad : de Penitentiaire Gezondheidsraad zoals ingesteld door artikel 98 van de Basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden (Belgisch Staatsblad van 1 februari 2005); - het Besluit : het Koninklijk besluit van 12 december 2005 tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van artikel 98 van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden en tot regeling van de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de Penitentiaire Gezondheidsraad (Belgisch Staatsblad van 29 december 2005); - de leden : de werkende en de plaatsvervangende leden zoals bedoeld in art. 1 van het Besluit; - de waarnemers : de personen zoals bedoeld in art. 2 van het Besluit die de werkzaamheden van de Raad kunnen bijwonen met raadgevende stem; - de voorzitter en de ondervoorzitter : de personen zoals bedoeld in art. 1, § 2, 2e lid van het Besluit; - het bureau : het in de schoot van de Raad ingesteld orgaan belast met de voorbereiding en de opvolging van de werkzaamheden van de Raad; - het secretariaat : de secretaris en de plaatsvervangende secretaris zoals bedoeld in art 7 van het Besluit. 2. Plenaire vergaderingen 2.1. De Raad vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter minstens driemaal per jaar. De voorzitter roept de Raad tevens bijeen op verzoek van de Minister of van minstens vier van zijn leden. Behoudens in geval van hoogdringendheid wordt er tijdens de maanden juli en augustus niet vergaderd. 2.2. De Raad vergadert in de kantoren van de FOD Justitie te Brussel.

De Raad kan beslissen om occasioneel op een andere locatie te vergaderen. In geval van hoogdringendheid kan de voorzitter deze beslissing nemen op voorwaarde dat zij met redenen is omkleed. 2.3. Op initiatief van de voorzitter verzendt het secretariaat de oproep tot de vergadering. Het richt daartoe een brief aan de werkende leden, aan de waarnemers en ter informatie aan de plaatsvervangende leden.

De oproepingsbrief bevat datum, uur en plaats van de vergadering en de dagorde. De oproepingsbrief en de bijhorende documenten worden minstens 5 werkdagen voor de vergadering verzonden. In gevallen van hoogdringendheid kan de oproepingstermijn worden teruggebracht tot één werkdag. 2.4. De Raad kan slechts geldig vergaderen indien minstens de helft van de leden aanwezig is. Indien dit aanwezigheidsquorum niet wordt bereikt, wordt de Raad binnen de maand opnieuw samengeroepen met dezelfde agenda.

Is een werkend lid verhinderd dan stelt het zijn plaatsvervanger hiervan zo snel mogelijk in kennis zodat deze de vergadering kan bijwonen. 2.5. De vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter of tijdens diens afwezigheid door de ondervoorzitter. In geval ook deze laatste is verhinderd wordt het voorzitterschap waargenomen door het oudste werkend aanwezig lid. De Minister kan de vergadering bijwonen. In dit geval zit hij de vergadering voor. 2.6. De Voorzitter opent en sluit de vergadering, leidt de debatten, neemt deel aan de beraadslagingen, waakt over de naleving van het huishoudelijk reglement en zorgt voor het goede verloop van de vergaderingen. 2.7. De vergadering wordt in het Nederlands en in het Frans gehouden.

De leden gebruiken de taal van hun keuze. De notulen en de ontwerpadviezen worden in het Nederlands en het Frans gesteld. De werkdocumenten, aangebracht door de leden, worden behandeld in de taal waarin ze gesteld zijn. 2.8. De organiserende overheid en de waarnemers van de Federale Overheidsdienst Justitie verstrekken aan de Raad de informatie dienstig voor de uitoefening van zijn opdracht. De Raad kan tevens deskundigen horen. 2.9. Het secretariaat maakt notulen van de vergadering. De notulen bevatten een beknopte samenvatting van de bespreking en de beslissingen aangaande ieder agendapunt. Zij bevatten daarenboven de elementen die een lid uitdrukkelijk vraagt om te notuleren. In geval wordt overgegaan tot stemming wordt de stemmingsuitslag genoteerd.

De leden en de waarnemers tekenen de aanwezigheidslijst die aan de notulen wordt toegevoegd. 2.10. Na goedkeuring door de voorzitter, zendt het secretariaat de notulen aan de leden en de waarnemers. De notulen worden op de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd. 3. Adviezen 3.1. § 1. De Raad verleent advies over elke aangelegenheid betreffende de gezondheidszorg in de gevangenissen die hem door de Minister van Justitie wordt voorgelegd. § 2. Hij kan op eigen initiatief advies verlenen over : 1° regelgeving inzake organisatie en coördinatie van de medische activiteit;2° instelling, wijziging of opheffing van medische activiteiten;3° kwaliteit van de gezondheidszorg;4° initiatieven ter bevordering van de samenwerking onder de zorgverstrekkers en met penitentiaire en gerechtelijke overheden;5° algemene ethische en deontologische aangelegenheden;6° aanvragen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek met inachtneming van de ethische principes en van de mogelijkheden binnen de gevangenissen; § 3. De adviezen van de Raad hebben geen bindend, noch opschortend karakter. 3.2. De Raad verleent zijn adviezen schriftelijk en uiterlijk zes maand na ontvangst van het verzoek van de Minister tenzij die een kortere termijn bepaalt. 3.3. De Raad streeft in zijn adviezen naar consensus. Indien geen consensus kan worden bereikt wordt overgegaan tot stemming. 3.4. Beslissingen worden genomen bij meerderheid van de aanwezige leden. In geval van staking van stemmen is het voorstel verworpen.

Het plaatsvervangend lid is stemgerechtigd wanneer hij het werkend lid vervangt. Stemming bij volmacht is niet toegestaan.

De stemming gebeurt bij handopsteking. Deze wijze van stemmen geldt niet voor de procedure tot voordracht van nieuwe leden. 3.5. Een of meerdere leden kunnen een minderheidsadvies voordragen.

Indien het gesteund wordt door ministens twee andere leden zal het minderheidsadvies aan het advies van de Raad worden toegevoegd. 3.6. De voorzitter maakt het advies binnen de vijf werkdagen na goedkeuring over aan de Minister. 4. Werkgroepen 4.1. De Raad kan in zijn schoot een of meerdere werkgroepen instellen belast met de voorbereiding van een advies. 4.2. De werkgroep duidt onder zijn leden een voorzitter en een verslaggever aan. 4.3. De werkgroep kan deskundigen horen na voorafgaande goedkeuring van het bureau. 5. Het bureau 5.1. De voorzitter en de ondervoorzitter komen tweemaandelijks, en verder telkens zij dit noodzakelijk achten, in bureau samen. 5.2. Het bureau - bereidt de plenaire vergaderingen voor; - staat in voor de coördinatie en opvolging van de werkzaamheden van de werkgroepen; - keurt de voorstellen van de werkgroepen tot aanduiding van deskundigen goed; - waakt over de uitvoering van de beslissingen van de Raad. 5.3 Het bureau kan de voorzitters van de werkgroepen uitnodigen om de vergaderingen bij te wonen. 6. Het secretariaat 6.1. De Raad wordt bijgestaan door een secretaris en een plaatsvervangend secretaris aangeduid door de Voorzitter van de Federale Overheidsdienst Justitie onder diens ambtenaren. 6.2. Het secretariaat is belast met volgende opdrachten : - praktische organisatie van de plenaire vergaderingen, de vergaderingen van het bureau en van de werkgroepen; - het bijwonen van de vergaderingen van de Raad in plenaire zitting en van het bureau; - de verslaggeving van de bijgewoonde vergaderingen; - de vertaling van de ontwerpadviezen; - het houden van de archieven van de Raad; - de administratieve afhandeling van de betaling van presentiegelden en reiskosten bepaald bij art. 8 van het Besluit. 6.3. De uitwisseling van documenten tussen de voorzitter, de ondervoorzitter, de leden, de waarnemers en het secretariaat gebeurt bij voorkeur via electronische weg. 7. Voordracht van nieuwe leden 7.1. De werkende en de plaatsvervangende leden worden door de Minister benoemd uit een lijst van telkens minstens drie kandidaten voorgedragen door de Raad. 7.2. De stemgerechtigde leden stellen kandidaten voor.

Na discussie over de verdiensten en geschiktheden van de kandidaten doet de voorzitter, per uittredend lid, een voorstel van samenstelling van de lijst. Daarbij moet hij rekening houden met de wettelijke en reglementaire vereisten op het vlak van taal en geslacht. 7.3. De stemming over de voordrachtlijsten is geheim. Uittredende leden en leden die ten persoonlijke titel betrokken zijn bij een voordracht nemen niet deel aan de stemming.

De lijst is goedgekeurd wanneer de meerderheid van de stemgerechtigde leden voor stemt. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.

Ingeval een voorstel wordt verworpen wordt de procedure onder 7.2. hernomen. 7.4. De voorgedragen kandidaten worden in alfabetische volgorde opgenomen op de lijst.

De voorzitter maakt de voordrachtlijsten over aan de Minister uiterlijk drie maand vóór het voleindigen van het mandaat van de leden en zo spoedig mogelijk in het geval bedoeld onder art. 1, § 3, laatste lid van het Besluit. 8. Openbaarheid van de werkzaamheden 8.1. De vergaderingen van de Raad in plenaire zitting, van het bureau en van de werkgroepen zijn niet openbaar. 8.2. De adviezen, verslagen en andere documenten van de Raad zijn vertrouwelijk. De raad kan ze slechts bekendmaken mits voorafgaandelijk akkoord van de Minister. 9. Slotbepalingen 9.1. Gevallen waarin het Besluit en het onderhavig reglement niet voorzien, worden door de Raad beslecht. 9.2. Dit reglement is goedgekeurd door de Raad in zijn zitting van 8 juni 2006 en door de Minister van Justitie op 10 oktober 2006. Het heeft uitwerking op de datum van publicatie van het Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement in het Belgisch Staatsblad.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 10 oktober 2006.

Mevr. L. ONKELINX

^