gepubliceerd op 29 november 2002
Ministerieel besluit houdende oprichting en samenstelling van de basisoverlegcomités bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
9 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit houdende oprichting en samenstelling van de basisoverlegcomités bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op het artikel 10 gewijzigd bij de wet van 19 juli 1983;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op het artikel 34, 2e lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 mei 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 november 2001 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 augustus 2002;
Gelet op het met redenen omkleed advies van 30 september 2002 van het Hoog Overlegcomité, opgericht in het gebied van het Sectorcomité VI, Besluit :
Artikel 1.Bij de federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer worden zes basisoverlegcomités opgericht, waarvan het gebied en de samenstelling van de afvaardiging van de overheid bepaald worden als volgt : 1. Basisoverlegcomité van de diensten behorend bij de Voorzitter. Het gebied van dit Comité omvat de stafdiensten, het Secretariaat en Logistieke Diensten, de Juridische Dienst, de Interne Audit, en de Beleidscel.
Het wordt voorgezeten door de Voorzitter van het Directiecomité of door een ambtenaar van niveau 1 die hij aanstelt.
De afvaardiging van de overheid omvat bovendien de volgende leden : - de functionele directeurs van de stafdiensten; - het hoofd van de Interne Audit; - het hoofd van het Secretariaat en Logistieke Diensten; - de verantwoordelijke van de Beleidscel, of hun plaatsvervanger. 2. Basisoverlegcomité van het directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid. Dit comité wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid of door een directeur van één van de directies die hij aanstelt.
De afvaardiging van de overheid omvat bovendien de volgende leden : - de verantwoordelijke van elk van de directies Mobiliteit, Verkeersveiligheid, Wegverkeer, en Vervoerinfrastructuur; - de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie, of hun plaatsvervanger. 3. Basisoverlegcomité van het directoraat-generaal Vervoer te Land. Dit comité wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Vervoer te land of door een directeur van één van de directies die hij aanstelt.
De afvaardiging van de overheid omvat bovendien de volgende leden : - de verantwoordelijke van elk van de directies Spoorvervoer, Binnenvaart, Wegvervoer, en Controle + Transportorganisatoren; - de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie, of hun plaatsvervanger. 4. Basisoverlegcomité van het directoraat-generaal Luchtvaart. Dit comité wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Luchtvaart of door een directeur van één van de directies die hij aanstelt.
De afvaardiging van de overheid omvat bovendien de volgende leden : - de verantwoordelijke van elk van de directies Luchtvervoer, Luchtverkeer en Luchtwaardigheid; - de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie, of hun plaatsvervanger. 5. Basisoverlegcomité van het directoraat-general Maritiem Vervoer. Dit comité wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Maritiem Vervoer of door een directeur van één van de directies die hij aanstelt.
De afvaardiging van de overheid omvat bovendien de volgende leden : - de verantwoordelijke van elk van de directies Scheepvaartbeleid, Scheepvaartveiligheid, en Scheepvaartcontrole; - de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie, of hun plaatsvervanger. 6. Basisoverlegcomité van de buitendiensten van het directoraat-generaal Maritiem Veroer. Dit comité wordt voorgezeten door de directeur van de directie Scheepvaartcontrole of door een ambtenaar van niveau 1 die hij aanstelt.
De afvaardiging van de overheid omvat bovendien de volgende leden : - de diensthoofden van rang 13 die hun administratieve standplaats hebben te Antwerpen of te Oostende; - de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie, of hun plaatsvervanger.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 8 februari 2000 houdende oprichting en samenstelling van de basisoverlegcomités bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur (sector VI) wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2002.
Brussel, 9 oktober 2002.
I. DURANT