gepubliceerd op 14 januari 1999
Ministerieel besluit houdende vrijstelling van de verplichting om stagiairs aan te werven voor de ondernemingen die voor hun werklieden vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking
9 OKTOBER 1998. - Ministerieel besluit houdende vrijstelling van de verplichting om stagiairs aan te werven voor de ondernemingen die voor hun werklieden vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking (1)
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Gelet op het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, bekrachtigd door de wet van 6 december 1984, inzonderheid op artikel 10bis ingevoegd door de wet van 3 april 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 februari 1998 tot uitvoering van artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1995 betreffende de vormingsinitiatieven ten voordele van de risicogroepen, gewijzigd op 22 december 1993, gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
Gelet op de vraag van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking van 28 januari 1997;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening gegeven op 3 september 1998, Besluit :
Artikel 1.De ondernemingen die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking vallen zijn, overeenkomstig artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, vrijgesteld van de verplichting stagiairs aan te werven voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998.
Deze vrijstelling is niet van toepassing op de ondernemingen die een overeenkomst voor de tewerkstelling van jongeren, gebaseerd op artikel 10 van bovengenoemd koninklijk besluit nr. 230, met de Minister van Tewerkstelling en Arbeid hebben gesloten en die uitdrukkelijk vragen om van die vrijstelling uitgesloten te zijn.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Brusssel, 9 oktober 1998.
Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit nr 230 van 21 december1983, Belgisch Staatsblad van 28 december 1983, err.Belgisch Staatsblad van 2 februari 1984 en 19 oktober 1984;
Wet van 6 december 1984, Belgisch Staatsblad van 18 december 1984;
Wet van 3 april 1995, Belgisch Staatsblad van 12 april 1995;
Koninklijk besluit van 2 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 27 maart 1998.