gepubliceerd op 05 november 1997
Ministerieel besluit betreffende de samenstelling en de werkingskosten van de Kunstcommissie van het Waalse Gewest
9 OKTOBER 1997. Ministerieel besluit betreffende de samenstelling en de werkingskosten van de Kunstcommissie van het Waalse Gewest
De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, Gelet op de wetten van 8 augustus 1988 en van 16 juli 1993 tot wijziging van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 december 1996 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 houdende regeling van de werking van de Waalse Regering;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 december 1993 tot oprichting van de Kunstcommissie van het Waalse Gewest, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 oktober 1997;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 28 augustus 1997;
Overwegende dat de Kunstcommissie in de loop der jaren haar nut heeft bewezen en dat ze voortreffelijk werk heeft verricht - werk dat overigens het voorwerp is van een eerste publicatie;
Overwegende dat de Waalse Regering derhalve van mening is dat het aantal personen van wie de bevoegdheid inzake de beeldende kunst en de kunstintegratie in de bouwwerken bewezen is, verhoogd moet worden;
Overwegende anderzijds dat de leden van de Commissie die geen ambtenaar zijn of de externe deskundigen op wie de Commissie een beroep doet, tot nu toe niet bezoldigd werden voor hun werk vermits ze de verschillende kosten die aan hun medewerking verbonden zijn, zelf dragen;
Overwegende dat de leden en externe deskundigen die geen ambtenaar zijn voortaan bezoldigd moeten worden voor hun werk, en dat de berekening van de werkingskosten van de Commissie administratief geformaliseerd moet worden, Besluit :
Artikel 1.De Kunstcommissie van het Waalse Gewest bestaat uit de volgende leden : - Voorzitter : de heer R. Loor, directeur-generaal van de Technische Diensten; - Personen die gespecialiseerd zijn in de integratie van kunstwerken in de architectuur : - de heer F. Bouquiaux; - de heer X. Canonne; - de heer J. Chariot; - de heer P. Henrion; - Mevr. M.-H. Joiret; - de heer A. Lambotte; - de heer R. Léonard; - Mevr. M. Pacco; - de heer J. Parisse; - de heer P. Jaspard. - Afdeling Patrimonium van het Waalse Gewest : - de heer A. Matthys; - Mevr. T. Cortembos. - Afdeling Kunstwerken en Opdrachten en Directie Gebouwen : - de heer C. Collard; - de heer S. Elu. - Kabinet van de voor de Vestigingen bevoegde Minister : - de heer J.-C. Marcourt; - de heer A. Verlaine.
Mevr. N. Erpicum en Mevr. D. Navet zijn belast met het secretariaat van de Commissie.
Art. 2.De werkingskosten van de Kunstcommissie van het Waalse Gewest bestaan uit : - vergaderingskosten; - kosten voor de aanleg van dossiers; - kosten die gemaakt worden door het personeel van het secretariaat in het kader van hun opdracht (administratie, post); - kosten voor de aankoop van uitrusting en documentatie; - kosten voor deelname aan seminaries en colloquia; - kosten voor de organisatie van bevorderings- en informatie-acties.
Op vertoon van de bewijsstukken worden de bovenvermelde werkingskosten als echt verklaard door het secretariaat van de Commissie, D.413, Directie Gebouwen van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer - en goedgekeurd door hun voorzitter, de directeur-generaal van de Algemene Directie Technische Diensten.
Art. 3.De leden van de Commissie en de externe deskundigen die geen ambtenaar zijn en die geraadpleegd worden in het kader van een bijzondere aangelegenheid, krijgen voor elke vergadering presentiegeld. Dit presentiegeld bedraagt zeshonderd frank.
Art. 4.De leden van de Commissie en de externe deskundigen die geen ambtenaar zijn en die geraadpleegd worden in het kader van een bijzondere aangelegenheid, krijgen hun reiskosten terugbetaald tegen 7,6 F/km of tegen het N.M.B.S.-tarief eerste klas op vertoon van een bewijsstuk, als ze deelnemen aan vergaderingen of als ze bezoeken brengen i.v.m. dossiers van de Commissie; op vertoon van een bewijsstuk worden ook hun eventuele opdrachtkosten terugbetaald.
Art. 5.De leden en de externe deskundigen die geen ambtenaar zijn, hebben recht op hoogstens één presentiegeld per persoon en per vergadering en op één terugbetaling van hun reiskosten; de door de leden ondertekende presentielijst heeft bewijskracht.
Art. 6.Op vertoon van de bewijsstukken wordt het totaalbedrag van de presentiegelden en van de terugbetalingen van de voorgeschoten kosten vermeld in een door het lid ondertekende en door het secretariaat van de Commissie als echt verklaarde aangifte van schuldvordering.
De aangiften worden goedgekeurd door de voorzitter van de Commissie, de directeur-generaal van de Algemene Directie Technische Diensten.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn ondertekening.
Namen, 9 oktober 1997.
De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE