gepubliceerd op 29 februari 2024
Ministerieel besluit tot vaststelling van de vergoedingen toegekend aan de leden en medewerkers van de kieshoofdbureaus
9 FEBRUARI 2024. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de vergoedingen toegekend aan de leden en medewerkers van de kieshoofdbureaus
De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 1938 tot afwijking van artikel 6 van de samengeordende koninklijke besluiten nr. 125 en 171 van 28 februari 1935 en 31 mei 1935 omtrent de bezoldigingen en pensioenen ten laste van provinciën en gemeenten, artikels 2 en 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/05/2022 pub. 10/06/2022 numac 2022041447 bron interfederaal korps van de inspectie van financien Koninklijk besluit betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole sluiten betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole, artikel 6, 2° ;
Overwegende dat dit besluit rechtstreeks of onrechtstreeks, niet van die aard is om inkomsten te beïnvloeden, of tot nieuwe uitgaven te leiden;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op de noodzaak om de vergoedingen toegekend aan de leden en medewerkers van de kieshoofdbureaus zo snel mogelijk te bepalen, aangezien de verkiezingen van het Europese Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen van 9 juni 2024, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Het presentiegeld bedoeld in artikel 130, eerste lid, 2°, van het Kieswetboek, wordt toegekend aan de voorzitters, secretarissen en leden van de kieshoofdbureaus voor alle vergaderingen en taken die het hoofdbureau met toepassing van de kieswetgeving moet uitvoeren. § 2. Een vergoeding wordt toegekend door de provinciegouverneur of door de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie, aan de in het tweede lid bedoelde personen voor de uitvoering van buitengewone taken die uiterlijk vijf dagen na de stemming worden verricht voor de organisatie en het goede verloop van de verkiezingen, buiten de normale taken en diensturen van de betrokken persoon.
Worden bedoeld: 1° de leden van de kieshoofdbureaus die lid zijn van de griffies van de rechtbanken of provinciale gouvernementen overeenkomstig het koninklijk besluit van 12 april 1938, tot afwijking van artikel 6 van de samengeordende koninklijke besluiten nr.125 en 171 van 28 februari 1935 en 31 mei 1935 omtrent de bezoldigingen en pensioenen ten laste van provinciën en gemeenten, en die buitengewone taken uitvoeren in het kader van de organisatie van de verkiezingen, op voorwaarde dat deze buitengewone taken geen recht geven op het presentiegeld bedoeld in § 1; 2° de personeelsleden van de griffies van de rechtbanken en provinciale gouvernementen die geen lid zijn van de kieshoofdbureaus en die buitengewone taken uitvoeren in het kader van de organisatie van de verkiezingen;3° de door de voorzitter van het kieshoofdbureau ingezette personeelsleden, op voorwaarde dat deze personen specifiek en tijdelijk, gedurende maximaal 40 uren, werden ingezet in het kader van de organisatie van de verkiezingen voor logistieke of coderingstaken. § 3. Wat de verkiezingstaken betreft, dient een onderscheid te worden gemaakt tussen directietaken en uitvoeringstaken.
Directietaken zijn de taken die moeten worden uitgevoerd en de maatregelen die moeten worden genomen door de voorzitter en, in voorkomend geval, door de secretaris en de aangewezen bijzitters van het hoofdbureau, om te voldoen aan alle verplichtingen waarin in de kieswetgeving is voorzien en toe te zien op een doeltreffende organisatie van de verkiezingen in een kieskring of een kanton.
Uitvoeringstaken zijn alle handelingen die gevolg geven aan de te vervullen directietaken, alsook aan de te nemen maatregelen, en die in voorkomend geval daadwerkelijk worden uitgevoerd door de voorzitter van het hoofdbureau of door de aangewezen leden van het hoofdbureau en door de personeelsleden die ter beschikking worden gesteld van het hoofdbureau.
Art. 2.§ 1. De volgende bedragen worden aangewend om de in artikel 1 bedoelde vergoedingen te betalen: - 41 euro/uur voor de directietaken; - 28,5 euro/uur voor de uitvoeringstaken.
Die bedragen worden vanaf december 2023 gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de formule: Vergoeding X (index van de maand waarin de kiezerslijst wordt opgemaakt/ index van december 2023) § 2. De provinciegouverneur of de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie, kan een maximaal totaal bedrag voorzien voor vergoedingen toegekend voor buitengewone taken binnen eenzelfde hoofdbureau.
Indien dit het geval is, zal de provinciegouverneur of de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie, bij zijn beperkingsmethode rekening moeten houden met het aantal stem- en telbureaus die binnen het betrokken hoofdbureau worden georganiseerd.
Indien dit het geval is, mag het in het eerste lid bedoelde maximale bedrag niet lager zijn dan het maximale bedrag dat werd bepaald bij een eerdere verkiezing met toepassing van de bepalingen van dit besluit. Dit maximale bedrag kan evenwel worden verlaagd indien het aantal stem- en telbureaus die binnen het betrokken hoofdbureau worden georganiseerd, is gedaald. § 3. De vergoedingsaanvragen, moeten worden gericht aan de provinciegouverneur of aan de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie uiterlijk 3 maanden na de dag van de stemming, door middel van een formulier opgesteld door de provinciegouverneur of door de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie. § 4. Die vergoedingen worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 130, vijfde lid, van het Kieswetboek, verdeeld.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 9 februari 2024.
A. VERLINDEN