8 JUNI 1999. - Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en -besmetting

De Vice-Eerste Minister en Minister belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990, het koninklijk besluit van 25 oktober 1995 en de wet van 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1999 betreffende tijdelijke maatregelen inzake de handel in landbouwproducten ingevolge de dioxinecontaminatie;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 juni 1999 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van de dioxinebesmetting, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 4 en 5 juni 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat onverwijld maatregelen moeten worden genomen om elk risico op dioxineverspreiding en -besmetting bij de consument te vermijden en om onverwijld de reglementering aan te passen aan de toestand op het terrein, Besluit :

Artikel 1.Alle vervoer van dieren van de varkens- en rundersoort zijn verboden op Belgisch grondgebied evenals alle vervoer van pluimvee en broedeieren vanaf de bedrijven onder bewarend beslag.

Art. 2.Het vervoersverbod is niet van toepassing voor het normaal verplaatsen van runderen in het kader van het intern beheer van het landbouwbedrijf en voorzover het gebeurt met het transportmiddel van het bedrijf ».

Art. 3.In afwijking op de bepalingen van artikel I wordt het rechtstreekse vervoer van varkens en/of runderen onder gecertificeerd label naar het slachthuis indien het vergezeld is van een certificaat afgeleverd door een controleorganisme, erkend door de bevoegde gewestelijke overheid of erkend door de bevoegde federale overheid in het kader van het koninklijk besluit van 17 april 1992 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen. Dit certificaat dient het aantal en de identificatie van de dieren die gecertificeerd worden te vermelden, alsook een verklaring dat de betreffende dieren niet werden gevoederd met veevoeder die toegevoegde dierlijke vetten bevatten.

Art. 4.In afwijking van de bepalingen van artikel 1, kan het vervoer van pluimvee en/of broedeieren afkomstig van bedrijven onder bewarend beslag, worden toegelaten door de inspecteur-dierenarts van het Ministerie van Middenstand en Landbouw. Het vervoer moet daartoe vergezeld zijn van een vervoerstoelating die het aantal en het type van pluimvee en/of broedeieren en hun bestemming vermeldt. Deze toelating wordt afgeleverd en afgestempeld door de Diensten van het Ministerie van Landbouw.

Het pluimvee en/of hun producten worden eens ter bestemming, onder bewarend beslag geplaatst of vernietigd.

Art. 5.In afwijking van de bepalingen in artikel 1 mag het vervoer van dieren door de inspecteur-dierenarts van het Ministerie van Middenstand en Landbouw toegelaten worden voor de deelname aan een dierenwedstrijd of -tentoonstelling georganiseerd in het kader van de reglementering betreffende de verbetering van de landbouwhuisdieren.

Daartoe moet het transport vergezeld worden door een vervoerstoelating waarop de plaats van de wedstrijd, het aantal en het type dieren evenals, desgevallend de identificatie van de dieren vermeld worden.

Art. 6.De bepalingen van artikel 1 zijn niet van toepassing voor de rechtstreekse doorvoer op het Belgisch grondgebied.

Art. 7.Het ministerieel besluit van 3 juni 1999 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de dioxineverspreiding en -besmetting wordt opgeheven.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 9 juni 1999.

Brussel, 8 juni 1999.

H. VAN ROMPUY