gepubliceerd op 02 maart 2005
Ministerieel besluit houdende aanduiding, bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen aangaande tuchtstraffen
8 FEBRUARI 2005. - Ministerieel besluit houdende aanduiding, bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen aangaande tuchtstraffen
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 2001, 24 december 2002, 22 december 2003 en 9 juli 2004;
Gelet op de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2003 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid artikel 78, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het advies van het Directiecomité, gegeven op 10 mei 2004;
Gelet op het protocol van 29 juli 2004 van Sectorcomité XII, Besluit :
Artikel 1.Bij het hoofdbestuur van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, worden de personeelsleden die vermeld zijn in de bij dit besluit gevoegde tabel I, kolom 2, aangeduid als hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen aangaande tuchtstraffen.
Art. 2.Bij de buitendiensten van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen worden de personeelsleden die vermeld zijn in de bij dit besluit gevoegde tabel II, kolom 2, aangeduid als hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen aangaande tuchtstraffen.
Art. 3.§ 1. Indien de hiërarchische meerdere van een personeelslid van niveau 1 niet behoort tot de taalrol van het personeelslid op wie het voorstel betrekking moet hebben, wordt de in artikelen 1 en 2 bedoelde bevoegdheid toegekend aan het personeelslid van dezelfde directie-generaal dat de hiërarchische positie bekleedt die deze van de hiërarchische meerdere het dichtst benadert en dat tot dezelfde taalrol als het personeelslid behoort of de wettelijk vastgestelde kennis van de taal van het personeelslid bezit, overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 43, § 3, lid 3, van de gecoördineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken. § 2. Indien binnen de directie-generaal geen enkel personeelslid aan de taalvereisten voldoet, wordt de bevoegdheid toegekend aan het personeelslid met de grootste graadanciënniteit van een andere directie-generaal dat een gelijke of een hogere hiërarchische positie bekleedt en dat tot dezelfde taalrol als het personeelslid behoort of de wettelijk vastgestelde kennis van de taal van het personeelslid bezit, overeenkomstig hetgeen is vastgesteld in artikel 43, § 3, lid 3, van de gecoördineerde wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken. § 3. Voor de toepassing van paragraaf 2 van dit besluit worden de directies-generaal als volgt gerangschikt : a) directie-generaal van de Algemene diensten;b) directie-generaal van het Controlebeleid;c) directie-generaal van de Controle;d) directie-generaal van de Laboratoria.
Art. 4.Indien de hiërarchische meerdere van een personeelslid van niveau B, C of D niet behoort tot de taalrol van het personeelslid op wie het voorstel betrekking heeft, wordt de in artikelen 1 en 2 bedoelde bevoegdheid toegekend aan een personeelslid van dezelfde directie-generaal dat een gelijke of een hogere hiërarchische positie bekleedt dan die van de hiërarchische meerdere, zoals bepaald in artikel 2, en tot de andere taalrol behoort.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking op 30 november 2004.
Art. 6.De gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 februari 2005.
R. DEMOTTE
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 8 februari 2005 houdende aanduiding, bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen aangaande tuchtstraffen.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE