Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 07 november 2021
gepubliceerd op 22 november 2021

Ministerieel besluit tot vaststelling van de risicoanalyse voor activiteiten met een mogelijke impact op de zone "Paardenmarkt"

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2021042841
pub.
22/11/2021
prom.
07/11/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2021. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de risicoanalyse voor activiteiten met een mogelijke impact op de zone "Paardenmarkt"


De Minister van Economie, de Minister van Noordzee, de Minister van Defensie en de Staatssecretaris belast met Wetenschapsbeleid, Gelet op de wet van 20 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/1999 pub. 12/03/1999 numac 1999022033 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België sluiten ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, artikel 5bis, § 1, eerste lid en § 2, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2012, artikel 6, gewijzigd bij de wet van 17 september 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 02/07/2019 numac 2019013159 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de Belgische zeegebieden sluiten tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de Belgische zeegebieden, artikel 18;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juli 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 14 september 2021;

Gelet op het advies 69/2020 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 24 augustus 2020;

Gelet op het advies 67.393/1 van de Raad van State, gegeven op 9 juni 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluiten :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° aanvrager : de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of het consortium die/dat een activiteit vermeld in artikel 2 wenst uit te oefenen;2° betekenen : verzenden met aantoonbare dagtekening;3° consortium : een contractueel samenwerkingsverband tussen een of meer natuurlijke personen en/of rechtspersonen;4° BMM : de wetenschappelijke dienst Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen;5° Defensie : het Ministerie van Landsverdediging;6° dienst Marien Milieu : de dienst Marien Milieu van het directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;7° KB MRP : het koninklijk besluit van 22 mei 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/05/2019 pub. 02/07/2019 numac 2019013159 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de Belgische zeegebieden sluiten tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan voor de periode van 2020 tot 2026 in de Belgische zeegebieden;8° minister : de minister bevoegd voor de bescherming van het mariene milieu;9° risicoanalyse : de procedure waarbij op basis van een inschatting van de risico's een beslissing wordt genomen over de aanvaardbaarheid van een activiteit vermeld in artikel 2;10° wet : wet van 20 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/01/1999 pub. 12/03/1999 numac 1999022033 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet ter bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België sluiten ter bescherming van het mariene milieu en ter organisatie van de mariene ruimtelijke planning in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België;11° zone Paardenmarkt : de zone afgebakend ter vrijwaring van de gesloten munitiestortplaats "Paardenmarkt", waarvan de coördinaten vastgelegd zijn in artikel 18, § 1, van het KB MRP; Voor de toepassing van dit besluit worden de termijnen berekend volgens artikel 53bis van het Gerechtelijk Wetboek.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op : 1° de activiteiten vermeld in artikel 18, § 2, 1°, van het KB MRP;2° de activiteiten vermeld in artikel 18, § 3, van het KB MRP.

Art. 3.§ 1. De aanvraag van de risicoanalyse bedoeld in artikel 18, § 4, 1°, van het KB MRP omvat minstens de volgende elementen : 1° naam, voornaam, beroep, woonplaats en nationaliteit van de aanvrager;2° indien het gaat om een rechtspersoon, de handelsnaam of benaming, de juridische vorm, de maatschappelijke zetel en de statuten, alsook de documenten waarin de bevoegdheid van de ondertekenaars van de aanvraag wordt bevestigd;indien het gaat om een joint venture dient elk der contractspartijen deze informatie mee te delen; 3° indien de aanvraag uitgaat van een consortium : a) de identiteit van elk lid van het consortium;b) het bewijs van het aanstellen van een contactpunt binnen het Belgisch grondgebied waarlangs alle communicatie gevoerd wordt;4° het bewijs van voldoende financiële en economische draagkracht om een activiteit op basis van dit besluit uit te voeren, meer bepaald één of meer van de volgende referenties : passende bankverklaringen, balansen, uittreksels uit balansen of jaarrekeningen van de onderneming, en een verklaring betreffende de totale omzet en de omzet in werken van de onderneming over de laatste drie boekjaren.Indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de gevraagde referenties over te maken, kan de BMM hem toestaan zijn economische en financiële draagkracht aan te tonen met andere documenten die het geschikt acht; 5° het bewijs van voldoende waarborgen voor de dekking van het risico van burgerlijke aansprakelijkheid voor de activiteit, meer bepaald door een bewijs van aansprakelijkheidsverzekering.Dit bewijs kan worden geleverd door het voorleggen van de aansprakelijkheidsverzekering van de aannemer waarop de aanvrager een beroep doet in het kader van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 mits die verzekering de risico's van de aanvrager mede op adequate wijze dekt. Indien de aanvrager aannemelijk kan maken dat hij niet in staat is de gevraagde referentie over te maken, kan de BMM hem toestaan zijn waarborgen aan te tonen met andere documenten die het geschikt acht; 6° een nota over de technische bekwaamheden van de aanvrager in het bijzonder betreffende het beheer van de risico's van de activiteit voor de munitiestortplaats.Om deze technische bekwaamheid te beoordelen wordt rekening gehouden met de volgende elementen : a) de vermelding van voorgaande realisaties aan de hand waarvan de technische kennis kan worden geëvalueerd, op het beoogde of een gelijkaardig gebied, b) de referenties, diploma's en professionele titels van de belangrijkste kaderleden van het bedrijf en, in het bijzonder, van diegenen die betrokken werkzaamheden opvolgen en leiden;7° een nota tot beschrijving van de activiteit, met inbegrip van de coördinaten van de locatie van de activiteit, aangeduid in graden, minuten en decimalen van minuten en weergegeven op een kaart in projectie WGS 84;8° een nota tot kwantitatieve en kwalitatieve beschrijving van het werkproces van de activiteit in de ruimte en in de tijd, met in het bijzonder het begin- en eindmoment, met vermelding van de periodes waarbinnen de activiteit niet zal plaatsvinden;9° een nota tot kwantificering van het risico, met in het bijzonder : a) een beschrijving van de fysieke kenmerken van de activiteit in de ruimte en in de tijd, waar mogelijk op basis van de MUOPO-methode (mens, uitrusting, omgeving, product en organisatie);b) een beschrijving van het initieel risico per kenmerk, waar mogelijk gekwantificeerd via de Kinney-methode;c) een beschrijving van de maatregelen die per kenmerk genomen zullen worden om het risico te voorkomen of te minimaliseren;d) een beschrijving van het effect van de maatregelen op het risico per kenmerk, waar mogelijk gekwantificeerd via de Kinney-methode;10° een nota tot beschrijving van de alternatieven voor de activiteit, onder andere inzake locatie en inzake wijze van uitvoering;11° een nota tot beschrijving van de maatregelen, met inbegrip van het gebruik van de best beschikbare technieken, om de risico's te voorkomen of te minimaliseren;12° een ontwerp van noodplan over het beheer van de volgende risico's : a) detonatie onder en boven water;b) deflagratie, dit is de explosieve verbranding van een explosieve stof of mengsel c) brand;d) vrijkomen van toxische agentia zowel onder als boven water;13° een nota met beschrijving van de gebruikte terminologie. § 2. De BMM treedt op als verwerkingsverantwoordelijke voor wat betreft de verwerking van de persoonsgegevens van de aanvrager van een risicoanalyse. § 3. De gegevens worden niet langer bewaard dan voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, met een maximale bewaartermijn die één jaar na de verjaring van alle vorderingen die tot de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke behoren en in voorkomend geval, de integrale betaling van alle hiermee verbonden bedragen.

Art. 4.§ 1. De aanvrager betekent de aanvraag van de risicoanalyse aan de BMM. § 2. Indien de aanvraag van de risicoanalyse onvolledig is, betekent de BMM binnen de tien kalenderdagen na de betekening vermeld in paragraaf 1 aan de aanvrager welke informatie ontbreekt. Daarop krijgt de aanvrager tien kalenderdagen om de ontbrekende informatie te betekenen aan de BMM. § 3. Indien de aanvraag van de risicoanalyse volledig is, betekent de BMM binnen tien kalenderdagen na de betekening door de aanvrager vermeld in paragraaf 1 of in paragraaf 2, een bevestiging hiervan, met uitnodiging tot betaling van een retributie, in overeenstemming met het koninklijk besluit tot vastlegging van de retributie voor de evaluatie van de aanvraag voor activiteiten die een impact kunnen hebben op de zone "Paardenmarkt". § 4. Indien de aanvraag onvolledig blijft na de betekening door de BMM vermeld in paragraaf 2, betekent de BMM aan de aanvrager dat het dossier onontvankelijk is.

Art. 5.§ 1. De aanvrager betaalt de retributie aan de BMM, volgens de instructies van de BMM. Het bewijs van betaling wordt aan de BMM betekend binnen tien kalenderdagen na de betekening vermeld in artikel 4, § 3. § 2. De BMM maakt een kopie van de volledige aanvraag van de risicoanalyse over aan Defensie en de dienst Marien Milieu, na ontvangst van het betalingsbewijs vermeld in paragraaf 1.

Art. 6.§ 1. De dienst Marien Milieu en Defensie maken binnen vijfenveertig kalenderdagen na ontvangst van het kopie van het betalingsbewijs vermeld in artikel 5, § 2, een advies over de aanvraag van de risicoanalyse over aan de BMM. Het beschikken over beide adviezen is een verplichte vormvereiste zonder dewelke geen gemotiveerd advies zoals vermeld in paragraaf 3 kan overgemaakt worden. § 2. Alvorens een gemotiveerd advies op te stellen, organiseert de BMM een overleg met de dienst Marien Milieu en Defensie. § 3. De BMM zendt binnen negentig kalenderdagen na ontvangst van het betalingsbewijs vermeld in artikel 5, § 1, een gemotiveerd advies over de aanvraag van de risicoanalyse aan de minister.

Art. 7.De minister betekent zijn beslissing, die de risicoanalyse voleindigt, aan de aanvrager binnen vijftien kalenderdagen na ontvangst van het gemotiveerde advies vermeld in artikel 6, § 3.

Art. 8.De beslissing bedoeld in artikel 7 wordt verleend onder opschortende voorwaarde van de verlening van alle bijkomende vergunningen of machtigingen. Indien de weigering van een bijkomende vergunning of machtiging in kracht van gewijsde gaat, vervalt de beslissing.

Art. 9.De beslissing bedoeld in artikel 7 wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 10.De BMM, Defensie of de dienst Marien Milieu brengt de minister onverwijld op de hoogte indien ernstige aanwijzingen bestaan dat de bepalingen van dit besluit of de beslissing bedoeld in artikel 7 niet worden gerespecteerd.

De minister kan na gemotiveerd advies uitgebracht door de BMM, Defensie en de dienst Marien Milieu de beslissing bedoeld in artikel 7 intrekken, schorsen of wijzigen.

Brussel, 7 november 2021.

De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Defensie, L. DEDONDER De Staatssecretaris belast met Wetenschapsbeleid, T. DERMINE

^