gepubliceerd op 14 november 2007
Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden VIIb-k, VIII
7 NOVEMBER 2007. - Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden VIIb-k, VIII
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid Gelet op verordening (EG) nr. 41/2007 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling voor 2007, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;
Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2007;
Gelet op het ministerieel besluit van 21 december 2006 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 27 oktober 2007, in het bijzonder op artikel 17 § 2;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voor het jaar 2007 het quotum van kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden VIIb-k, VIII, nagenoeg volledig werd aangeland en dat er nog kabeljauw aan boord is van vissersvaartuigen, die heden de visserijactiviteit beoefenen, dient daarom zonder verwijl de visserij op kabeljauw in deze gebieden stopgezet te worden teneinde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1. vissersvaartuig : een vaartuig vermeld in de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen »; 2. i.c.e.s.-gebieden : de in bijlage III van Verordening (EEG) nr. 3880/91 van de Raad van 17 december 1991 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van Lidstaten, die in het noordwestelijk gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen, opgenomen beschrijving van gebieden en sectoren, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 448/2005 van de Commissie van 15 maart 2005, in het bijzonder bijlage II.
Art. 2.Het nationale quotum van kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden VIIb-k, VIII wordt geacht volledig te zijn gebruikt.
De visserij op kabeljauw in de wateren van de i.c.e.s.-gebieden VIIb-k, VIII is verboden voor alle vissersvaartuigen alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van kabeljauw gevangen in deze wateren, na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2008.
Brussel, 7 november 2007.
K. PEETERS