7 MAART 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 mei 1998 betreffende de indienstneming en de **** van het personeel van de centra van het eenvormig ****

De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid op artikel 1, derde lid, vervangen door de wet van 22 februari 1998, artikel 2, gewijzigd bij de wet van 22 december 1977 en artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra van het eenvormig ****, inzonderheid op artikel 2 en artikel 3, vervangen door het koninklijk besluit van 19 december 1997 en gewijzigd bij de koninklijke besluit van 26 november 1998, 26 mei 1999 en 7 maart 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 mei 1998 betreffende de indienstneming en de **** van het personeel van de centra van het eenvormig ****, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 14 oktober 1998, 5 maart 1999 en 21 december 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van ****, gegeven op 23 april, 17 mei en 30 november 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 30 oktober en 21 december 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de installatie van een eenvormig **** voor de provincie ****-**** snel noodzakelijk blijkt aangezien de noodoproepen die gelanceerd worden in die provincie, thans behandeld worden door vier verschillende eenvormige ****; dit houdt risico's van onsamenhangend beheer van de hulpmiddelen in, en risico's dat men het terrein niet kent, wat factoren zijn die onaanvaardbaar zijn wat de organisatie en het werk van de hulpdiensten betreft; dat de indienstneming van twee bijkomende **** voor het eenvormig **** van de «*****» onontbeerlijk is teneinde de behandeling van de **** oproepen 24 uur op 24 te verzekeren; dat bijgevolg de procedure tot uiterste spoedbehandeling noodzakelijk en gerechtvaardigd is, Besluit :

Artikel 1.**** artikel 1 van het ministerieel besluit van 26 mei 1998 betreffende de indienstneming en de **** van het personeel van de centra van het eenvormig ****, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 14 oktober 1998, 5 maart 1999 en 21 december 1999 : 1° vervalt het woord «*****», evenals het cijfer «*****» dat ertegenover staat;2° vervalt het woord «*****», evenals het cijfer «*****» dat ertegenover staat;3° wordt het woord «*****», evenals het cijfer «*****» ertegenover, toegevoegd na het woord «*****».

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1bis ingevoegd, **** : «

Art. 1bis.**** afwijking van artikel 1 wordt de «*****» gemachtigd 30 **** aan te wijzen voor haar eenvormig **** tot 31 december 2003. »

Art. 3.Artikel 1, 1°, van dit besluit treedt in werking met ingang van 9 mei 2000.

Artikel 1, 2°, van dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 1998.

Artikel 1, 3°, van dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2001.

Artikel 1bis heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Gegeven te ****, 7 maart 2002.

De Minister van Binnenlandse ****, ****. ****