gepubliceerd op 18 juli 2006
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren
7 JUNI 2006. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren, inzonderheid op artikel 5, 1°, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 mei 2003;
Gelet op het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 17 april 2000, 18 februari 2002, 26 juni 2003, 27 augustus 2003, 2 februari 2004, 12 december 2005 en 2 mei 2006, Overwegende richtlijn 2005/86/EG van de Commissie van 5 december 2005 tot wijziging van bijlage I bij richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding, wat chloorcamfeen betreft;
Overwegende richtlijn 2005/87/EG van de Commissie van 5 december 2005 tot wijziging van bijlage I bij richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding, wat lood, fluor en cadmium betreft;
Overwegende richtlijn 2006/13/EG van de Commissie van 3 februari 2006 tot wijziging van de bijlagen I en II bij richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake ongewenste stoffen in diervoeding, wat dioxinen en dioxineachtige PCB's betreft;
Gelet op het advies nr. 40.051/3 van de Raad van State, gegeven op 28 maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.De tabel der ongewenste stoffen in bijlage I, deel A van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren, zoals vervangen bij het ministerieel besluit van 26 juni 2003 en gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 2 februari 2004 en 12 december 2005, wordt gewijzigd zoals in bijlage I bij dit besluit.
Art. 2.De tabel met actielimieten in bijlage I, deel B van hetzelfde besluit wordt vervangen zoals in bijlage II bij dit besluit.
Brussel, 7 juni 2006.
R. DEMOTTE
Bijlage I Bijlage I, deel A - Vastgestelde maximumgehalten - van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren wordt gewijzigd als volgt : 1° de rubriek 2, « lood », wordt vervangen door de volgende bepaling : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (9)Groenvoeder omvat producten zoals hooi, kuilvoer, vers gras, enz., die bedoeld zijn voor het voederen van dieren. (10) De maximumgehalten hebben betrekking op een analytische bepaling van lood, waarbij de extractie gedurende 30 minuten op kooktemperatuur in salpeterzuur (5% m/m) wordt uitgevoerd.Er kunnen gelijkwaardige extractieprocedures worden toegepast, waarvoor kan worden aangetoond dat de gebruikte extractieprocedure een gelijke extractie-efficiëntie heeft. (11) De gehalten worden vóór 31 december 2007 opnieuw bekeken met het oog op een verlaging van de maximumgehalten.2° de rubriek 3, « fluor », wordt vervangen door de volgende bepaling : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (11) De gehalten worden vóór 31 december 2007 opnieuw bekeken met het oog op een verlaging van de maximumgehalten.(12) De maximumgehalten hebben betrekking op een analytische bepaling van fluor, waarbij de extractie gedurende 20 minuten op omgevingstemperatuur met zoutzuur 1 N wordt uitgevoerd.Er kunnen gelijkwaardige extractieprocedures worden toegepast, waarvoor kan worden aangetoond dat de gebruikte extractieprocedure een gelijke extractie-efficiëntie heeft. 3° de rubriek 6, « cadmium », wordt vervangen door de volgende bepaling : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (11) De gehalten worden vóór 31 december 2007 opnieuw bekeken met het oog op een verlaging van de maximumgehalten.(13) De maximumgehalten hebben betrekking op een analytische bepaling van cadmium, waarbij de extractie gedurende 30 minuten op kooktemperatuur in salpeterzuur (5 % m/m) wordt uitgevoerd.Er kunnen gelijkwaardige extractieprocedures worden toegepast, waarvoor kan worden aangetoond dat de gebruikte extractieprocedure een gelijke extractie-efficiëntie heeft. 4° de rubriek 19, « Chloorcamfeen (toxafeen) », wordt vervangen door de volgende bepaling : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (11) De gehalten worden vóór 31 december 2007 opnieuw bekeken met het oog op een verlaging van de maximumgehalten.(14) Nummeringssysteem overeenkomstig Parlar, voorafgegaan door « CHB » of « Parlar # » -CHB 26 : 2-endo,3-exo,5-endo,6-exo,8,8,10,10-octachloorbornaan -CHB 50 : 2-endo,3-exo,5-endo,6-exo,8,8,9,10,10-nonachloorbornaan -CHB 62 : 2,2,5,5,8,9,9,10,10-nonachloorbornaan 5° de rubriek 27, « Dioxine », wordt vervangen door de volgende bepaling : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (3) Bovengrensconcentraties : bij de berekening van bovengrensconcentraties moet worden aangenomen dat de onder de bepaalbaarheidsgrens liggende waarden van de verschillende congeneren gelijk zijn aan de bepaalbaarheidsgrens.(4) Verse vis die direct wordt geleverd en zonder verdere verwerking voor de productie van voeders voor pelsdieren gebruikt wordt, is van het maximumgehalte vrijgesteld;voor verse vis die voor rechtstreekse voeding van gezelschapsdieren, dierentuindieren en circusdieren wordt gebruikt, geldt een maximumgehalte van 4,0 ng WHO-PCDD/F-TEQ/kg product en 8,0 ng WHO- PCDD/F-PCB-TEQ/kg product. De producten, verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van deze dieren (pelsdieren, gezelschapsdieren, dierentuindieren en circusdieren), mogen niet in de voedselketen komen en het vervoederen ervan aan landbouwhuisdieren die voor de productie van voedingsmiddelen gehouden, vetgemest of gefokt worden, is verboden. (15) TEF's van de WHO voor de beoordeling van de risico's voor de mens, gebaseerd op de conclusies van de bijeenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie in Stockholm, Zweden, 15-18 juni 1997 (Van den Berg et al., (1998) Toxic Equivalency Factors (TEFs) for PCBs, PCDDs, PCDFs for Humans and for Wildlife. Environmental Health Perspectives, 106(12), 775).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (16) Het afzonderlijke maximumgehalte voor dioxinen (PCDD/F's) blijft tijdelijk nog van toepassing.De in punt 27a genoemde voor het voederen van dieren bestemde producten moeten tijdens die periode met de maximumgehalten voor dioxinen en met de maximumgehalten voor de som van dioxinen en dioxineachtige PCB's in overeenstemming zijn.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 7 juni 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Bijlage II Bijlage I, deel B - Actielimieten - van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) TEF's van de WHO voor de beoordeling van de risico's voor de mens, gebaseerd op de conclusies van de bijeenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie in Stockholm, Zweden, 15-18 juni 1997 (Van den Berg et al., (1998) Toxic Equivalency Factors (TEFs) for PCBs, PCDDs, PCDFs for Humans and for Wildlife. Environmental Health Perspectives, 106(12), 775).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (2) Bovengrensconcentraties : bij de berekening van bovengrensconcentraties moet worden aangenomen dat de onder de bepaalbaarheidsgrens liggende waarden van de verschillende congeneren gelijk zijn aan de bepaalbaarheidsgrens.(3) Deze actiedrempels zullen tegelijkertijd met de maximumgehalten voor de som van dioxinen en dioxineachtige PCB's worden geëvalueerd vóór 31 december 2008. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 7 juni 2006.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE