gepubliceerd op 03 juni 1999
Ministerieel besluit houdende de invoering van een steunregeling voor agrarische bedrijfshoofden die zich ertoe verbinden om de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit in te voeren of verder toe te passen
7 APRIL 1999. - Ministerieel besluit houdende de invoering van een steunregeling voor agrarische bedrijfshoofden die zich ertoe verbinden om de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit in te voeren of verder toe te passen
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een landbouwfonds;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuin- bouw-, en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990;
Gelet op de organieke wet van 27 december 1990 houdende de oprichting van Begrotingsfondsen, gewijzigd door de wet van 24 december 1993;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad van 30 juni 1992 betreffende landbouwproductiemethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming, en betreffende natuurbeheer;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen laatstelijk gewijzigd door de verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad van 21 april 1997;
Gelet op de verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende bepalingen voor de toepassing van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen laatstelijk gewijzigd door verordening (EEG) 1678/98 van de Commissie van 29 juli 1998;
Gelet op de verordening (EG) nr. 746/96 van de Commissie van 24 april 1996 houdende bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2078/92, inzonder-heid op artikel 13 betreffende omzetting van een verbintenis en op artikel 16 betreffende evaluatie en toezicht;
Gelet op de beschikking van de Commissie van 17 november 1994 tot goedkeuring van het landbouwmilieuprogramma van België overeenkomstig verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad van 30 juni 1992;
Gelet op de beschikking van de Commissie van 26 oktober 1998 betreffende de aanpassing van het landbouwmilieuprogramma van België overeenkomstig verordening (EEG) nr 2078/92 van de Raad van 30 juni 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 september 1955 houdende opdracht aan de Minister van Landbouw van de bevoegdheid om het bedrag en de voorwaarden van de bijdrage van het Landbouwfonds te bepalen;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 1996 tot erkenning van de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit en van de producenten die volgens deze methode telen;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 maart 1996 houdende vaststelling van het lastenboek en het veldboek betreffende de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 26 maart 1997;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 12 april 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 28 april 1999;
Gelet op het Overleg met de Gewestregeringen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat zonder verwijl de onontbeerlijke maatregelen dienen te worden getroffen ten voordele van de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit in uitvoering van verordening (EEG) nr. 2078/92 van de Raad van 30 juni 1992, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° bedrijf : het geheel van de productie-eenheden op autonome wijze beheerd door een producent en gelegen op het nationaal grondgebied;2° productie-eenheid : het geheel van productiemiddelen die nodig zijn om één of meerdere land- of tuinbouwspeculaties te bedrijven;3° producent : de landbouwuitbater, natuurlijke persoon of rechtspersoon of groepering van natuurlijke personen of van rechtspersonen of van beide die op een autonome manier voor eigen profijt en rekening een bedrijf beheert;4° producent in hoofdberoep : - de natuurlijke persoon, landbouwer in hoofdberoep : de natuurlijke persoon die zelf het landbouwbedrijf uitbaat, die uit het bedrijf een netto belastbaar inkomen verwerft dat meer dan 50 % bedraagt van zijn globaal netto belastbaar inkomen en die aan werkzaamheden binnen het landbouwbedrijf meer dan 50 % van zijn totale arbeidsduur besteedt; - de rechtspersoon, landbouwer in hoofd- beroep : de rechtspersoon waarvan de statuten de uitbating van een landbouwbedrijf en de verhandeling hoofdzakelijk van de op het bedrijf voortgebrachte producten tot voorwerp hebben, en die daarenboven voldoet aan één van de volgende voorwaarden : 1. opgericht zijn onder één der vormen bedoeld bij het Wetboek van koophandel, boek I, titel IX, sectie I, artikel 2, en bovendien de volgende voorwaarden vervullen : a) opgericht zijn voor een duur van ten minste twintig jaar;b) de aandelen of deelbewijzen van de vennootschap moeten op naam zijn;c) de aandelen of deelbewijzen van de vennootschap moeten voor ten minste 51 % toebehoren aan de bestuurders of zaakvoerders;d) de bestuurders of zaakvoerders moeten onder de vennoten worden aangewezen;e) de bestuurders of zaakvoerders van de vennootschap moeten meer dan 50 % van hun tijd besteden aan landbouwwerkzaamheden in de vennootschap en meer dan 50 % van hun globaal inkomen uit de activiteit halen.2. opgericht zijn onder de vorm van een landbouwvennootschap bedoeld bij de wet van 12 juli 1979 tot instelling van de landbouwvennootschap;3. opgericht zijn onder de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel bedoeld bij de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de vereniging zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend; - de groepering van natuurlijke personen of van rechtspersonen of van beide, land- bouwer in hoofdberoep : de groepering waarin alle natuurlijke personen meer dan 50 % van hun arbeidstijd besteden aan landbouwwerkzaamheden in de groepering en meer dan 50 % van hun globaal netto belastbaar inkomen uit die activiteit halen en waarin alle rechtspersonen voldoen aan de voorwaarden van het tweede streepje punt 1 en 2 van deze paragraaf en meer dan 50 % van hun activiteit besteden aan landbouwwerkzaamheden in de groepering. 5° een geïntegreerd pitfruitteeltbedrijf in hoofdberoep uitbaten : een pitfruitteeltbedrijf in hoofdberoep uitbaten overeenkomstig de wijze voorzien in het ministerieel besluit van 1 maart 1996 houdende vaststelling van het lastenboek en het veldboek betreffende de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit;6° toepassingsgebied : de in dit besluit voorziene steunregeling wordt ingesteld voor het ganse Belgische grondgebied;7° duur : de in dit besluit voorziene steun- regeling wordt vastgesteld voor twee jaar, vanaf het oogstjaar 1999 tot en met het oogstjaar 2000;
Art. 2.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten kan, volgens de voorwaarden vastgesteld bij dit besluit, een steun worden verleend aan de producenten die een geïntegreerd pitfruitteeltbedrijf uitbaten. § 2. De steun toegekend aan de in § 1 bedoelde producenten, wordt uitgekeerd in de vorm van een jaarlijkse premie gedurende vijf jaar, van 10.000 BEF per ha voor geïntegreerde pitfruitteelt, inbegrepen de teelt in omschakeling. § 3. Ingeval de som van de berekende steun overeenkomstig § 2 het voorziene krediet op de begroting overschrijdt, kan de jaarlijkse premie verminderd worden met een coëfficiënt gelijk aan de verhouding tussen het krediet en deze som.
Art. 3.Om in aanmerking te komen voor de in dit besluit bedoelde steun dient de producent te voldoen aan volgende voorwaarden : a) de landbouw in hoofdberoep uitoefenen;b) geregistreerd of erkend zijn door een door het Ministerie van Middenstand en Landbouw erkend controleorganisme overeenkomstig bijlage 1, punt I van het ministerieel besluit van 1 maart 1996 houdende vaststelling van het lastenboek en het veldboek betreffende de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit, gewijzigd door het ministerieel besluit van 26 maart 1997;c) zich ertoe verbinden om ten minste 5 jaar geregistreerd of erkend te worden;d) geen aanspraak maken op de steun ingevoerd door het ministerieel besluit van 30 maart 1995 voor agrarische bedrijfshoofden die zich ertoe verbinden om biologische teeltmethoden in te voeren of verder toe te passen;e) bij de dienst Identificatie van het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG 3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw geïdentificeerd zijn, teneinde in het geïntegreerd beheers- en controlesysteem opgenomen te worden overeenkomstig de bepalingen van de verordening (EEG) nr.3508/92.
Art. 4.De steunaanvragen moeten jaarlijks bij aangetekend schrijven ingediend worden bij het bevoegd provinciaal bureau van het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG 3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, door middel van een formulier waarvan het model opgenomen is als bijlage.
De aanvragen voor de steun in 1999 moeten ingediend zijn ten laatste op 30 juni 1999 om 17 uur. Vanaf het jaar 2000 moeten de aanvragen ingediend zijn ten laatste op 30 april om 17 uur; de poststempel geldt als bewijs.
Het te laat indienen van een aanvraag leidt tot een verlaging van de steunbedragen waarop de aanvraag betrekking heeft, waarop het bedrijfshoofd recht zou hebben indien hij de aanvraag tijdig had ingediend, met 1 % per werkdag. In geval van een vertraging van meer dan 25 dagen wordt de aanvraag niet ontvankelijk en kan deze niet langer tot toekenning van een bedrag leiden.
De steunaanvraag bevat de verbintenis om aan de door het Ministerie van Middenstand en Landbouw, overeenkomstig het koninklijk besluit van 22 januari 1996 tot erkenning van de geïntegreerde productiemethode voor pitfruit en van de producenten die volgens deze methode telen, erkende controle-organismen, alle inlichtingen te verstrekken die nuttig zouden kunnen zijn voor de controle van de voorwaarden vermeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 22 januari 1996 hierbovengenoemd.
Art. 5.Wanneer de begunstigde binnen de door diens verbintenis bestreken periode zijn bedrijf geheel of gedeeltelijk aan een ander overdraagt, kan deze laatste de verbintenis voor de resterende looptijd overnemen. Gebeurt deze overname niet, dan moet de begunstigde de ontvangen steun terugbetalen.
Wanneer zich binnen de door diens verbintenis bestreken periode op het bedrijf van de begunstigde een geval van overmacht voordoet waardoor de verbintenis niet meer of slechts nog gedeeltelijk kan worden nageleefd, wordt afgezien van terugbetaling van de ontvangen steun.
Onder meer de volgende gevallen van overmacht worden aanvaard : a) overlijden van het bedrijfshoofd;b) langdurige arbeidsongeschiktheid van het bedrijfshoofd;c) onteigening van een belangrijk deel van het bedrijf, indien deze onteigening op de dag waarop de verbintenis is aangegaan, niet was te voorzien;d) een ernstige natuurramp die het landbouwareaal van het bedrijf in belangrijke mate ongunstig beïnvloedt; De kennisgeving van de gevallen van overmacht en de bewijzen ervan die aan de bevoegde autoriteit worden geleverd, worden schriftelijk ingediend bij het provinciaal bureau van het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG 3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw binnen een termijn van tien werkdagen te rekenen vanaf het tijdstip waarop dit voor het bedrijfshoofd mogelijk is.
Art. 6.De controle van de in de aanvraag aangegeven teeltoppervlakten wordt uitgevoerd door het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG 3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, volgens de methoden van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) ingesteld bij verordening (EEG) nr.3508/92.
Art. 7.De verbintenis bedoeld in artikel 4, 3de paragraaf kan in de loop van de door de verbintenis bestreken periode worden omgezet in een andere verbintenis op voorwaarde dat : - de omzetting onomstotelijk voordelen voor het milieu biedt, - de bestaande verbintenis in belangrijke mate wordt versterkt, en - de betrokken maatregelen deel uitmaken van het goedgekeurde programma.
Op in de eerste alinea, eerste en tweede streepje, genoemde voorwaarden kan worden ingestemd met een omzetting van een in het kader van Verordening (EEG) nr. 2078/92 aangegane verbintenis in een verbintenis tot bebossing in het kader van Verordening (EEG) nr. 2080/92. De verbintenis op grond van Verordening (EEG) nr. 2078/92 wordt beëindigd zonder dat terugbetaling wordt verlangd.
Art. 8.Behalve in naar behoren met redenen omklede gevallen, wordt de steun eenmaal per jaar aan de begunstigden uitgekeerd, uiterlijk binnen een termijn van 4 maanden volgend op het einde van het burgerlijk jaar van de indiening van de aanvraag.
Art. 9.Evaluatie en toezicht : 1. De besturen voor het Landbouwproductiebeheer (DG 3) en voor de kwaliteit van de grondstoffen en de plantaardige sector (DG 4) dragen zorg voor het toezicht op en voor de evaluatie van de milieumaatregelen in de landbouw.2. Het toezicht moet het mogelijk maken kennis te krijgen van de wijze waarop de aangegane verbintenissen daadwerkelijk worden nagekomen. Aldus kunnen de milieumaatregelen in de landbouw zo nodig worden bijgestuurd op basis van de in de loop van de uitvoering gebleken behoeften. 3. De evaluatie van de milieumaatregelen in de landbouw geschiedt met inachtneming van de doelstellingen van Verordening (EEG) nr.2078/92 en met de specifieke doelstellingen van de desbetreffende maatregel, en bestrijkt de sociaal-economische, de landbouw- en de milieuaspecten. Zij wordt afgestemd op de tendensen in en de kenmerken van de zone waar de milieumaatregelen worden toegepast.
Art. 10.§ 1. De inbreuken op dit besluit worden vervolgd, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten. § 2. De sancties worden toegepast overeenkomstig het artikel 9, paragraaf 2, 1e en 2e alinea, van verordening (EEG) nr. 3887/92, gewijzigd door in de aanhef vermelde verordening 1648/95. - Het totaal van de terug te vorderen bedragen wordt in voorkomend geval vermeerderd met de wettelijke intrest met ingang van de datum van hun betaling. - Indien opzettelijk of door grove nalatigheid een onjuiste aangifte wordt gedaan, wordt het betrokken bedrijfshoofd van toekenning van elke steun in het kader van verordening (EEG) 2078/92 uitgesloten.
Eerst twee jaar nadien kan hij een nieuwe verbintenis in het kader van de milieumaatregelen in de landbouw aangaan. § 3. In geval van een onverschuldigde betaling is het betrokken bedrijfshoofd tot terugbetaling van deze bedragen verplicht, vermeerderd met rente die wordt berekend op basis van de tijdspanne tussen de betaling en de terugbetaling.
Evenwel kan het onverschuldigde bedrag in mindering gebracht worden op het eerste voorschot dat uitgekeerd wordt na de datum van het besluit betreffende de terugbetaling.
Geen rente wordt toegepast in geval van een aan een vergissing van de bevoegde autoriteit te wijten onverschuldigde betaling.
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.
Brussel, 7 april 1999.
K. PINXTEN
MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG3) Dienst Begeleidende Maatregelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Een exemplaar van het aanvraagformulier dient toegestuurd te worden naar één van de volgende adressen en dit volgens de provincie waar het bedrijf gelegen is, zoals opgegeven in rubriek 1 van het aanvraagformulier West-Vlaanderen :Ministerie van Middenstand en Landbouw Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer Hoogstraat 9 8000 Brugge Tel. : 050/33.77.95 Fax : 050/34.60.70 Oost-Vlaanderen : Ministerie van Middenstand en Landbouw Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer Administratief Centrum « Ter Plaeten » Sint-Lievenslaan 33 A 9000 Gent Tel. : 09/235.29.89 Fax : 09/235.25.92 Vlaams-Brabant : Ministerie van Middenstand en Landbouw Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer WTC III Simon Bolivarlaan 30 - 13e verdieping 1000 Brussel Tel. : 02/208.42.13 Fax : 02/208.42.55 Antwerpen : Ministerie van Middenstand en Landbouw Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer Van Heybeekstraat 28 2170 Merksem Tel. : 03/641.80.90 Fax : 03/641.80.78 Limburg : Ministerie van Middenstand en Landbouw Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer Gebouw RHENA, Helbeekplein 9 3500 Hasselt Tel. : 011/26.39.10 Fax : 011/26.39.14 Henegouwen : Ministère des Classes moyennes et de l'Argriculture Administration de la Gestion de la Production agricole chemin de l'Inquiétude - Cité admin. de l'Etat Bloc 9 7000 Mons Tel. : 065/34.14.68 Fax : 065/84.28.80 Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 7 april 1999.
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN