gepubliceerd op 24 oktober 2023
Ministerieel besluit houdende vastlegging van de tabellen betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning
VLAAMSE OVERHEID
Omgeving
6 OKTOBER 2023. - Ministerieel besluit houdende vastlegging van de tabellen betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning
DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het Energie
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009035588
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet
sluiten, artikel 4.1.22, en 6.1.2, § 1, derde lid; - het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 5.3.6/2, derde lid en artikel 5.4.7, derde lid;
Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - Om te vermijden dat huishoudens met een aardgasbudgetmeter of een elektriciteitsbudgetmeter vanwege een gebrek aan budget om op te laden in de periode van november tot en met maart acuut zonder verwarming vallen, kunnen OCMW's die dat willen aan behoeftigen per halve maand een beperkte financiële steun toekennen om de aardgasbudgetmeter of de elektriciteitsbudgetmeter op te laden (artikel 5.3.6/1 tot en met 5.3.6/6 van het Energiebesluit van 19 november 2010 voor elektriciteit en artikel 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010 voor aardgas). - De bedragen voor de toe te kennen minimale hoeveelheid aardgas en elektriciteit worden, zoals bepaald in artikel 5.3.6/2 en 5.4.7 van het Energiebesluit, bij ministerieel besluit vastgelegd. - Aangezien de prijzen voor elektriciteit en aardgas evolueren en de tarieven die de elektriciteits- en aardgasnetbeheerders aan hun klanten aanrekenen, op basis daarvan periodiek worden berekend, moeten de bedragen die in het kader van deze regeling worden toegekend, jaarlijks bepaald worden.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 3 oktober 2023; - Er is bij de Raad van State op 4 oktober 2023 een aanvraag ingediend voor een advies binnen vijf dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Op 5 oktober 2023 liet de Raad van State weten dat de ingediende aanvraag om advies, ingeschreven op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.599/3, op 5 oktober 2023 van de rol werd afgevoerd, overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973.
De hoogdringendheid van deze adviesvraag kan worden gemotiveerd door de omstandigheid dat de minister bevoegd voor energie de in hoofding vermelde tabellen pas kan vastleggen nadat de federale regulator CREG de te gebruiken tarieven heeft bepaald. Het gaat daarbij om het sociaal tarief aardgas en elektriciteit en om het tarief voor niet-beschermde klanten beleverd door de aardgasnetbeheerder en de elektriciteitsnetbeheerder. Deze worden sinds 2020 niet langer semestrieel maar trimestrieel bepaald, waardoor ze voor het vierde trimester van 2023 pas eind september bekend zijn. De regelgeving voorziet in een toepassingsperiode van de minimale levering aardgas en elektriciteit voor verwarming die loopt van november tot en met maart.
Bijgevolg is de periode tussen de mogelijke bepaling van de kost en de start van de toepassing van de maatregel beperkt tot een maand.
Bovendien werd de mogelijkheid voorzien om aan de aardgasnetbeheerder en de elektriciteitsnetbeheerder voor de uitvoering van deze maatregel, die een financiële openbaredienstverplichting vormt, een vergoeding toe te kennen, binnen de perken van de daarvoor op de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en het Energiefonds beschikbare middelen die de minister van energie daartoe reserveert. Gelet op de daarmee samenhangende budgettaire impact moet voor dit besluit het advies van de Inspectie van Financiën worden gevraagd, waardoor de resterende termijn tussen het bekomen van dit advies en de start van de toepassingsperiode, te krap wordt voor de normale adviestermijn gehanteerd door de Raad van State.
Juridisch Kader Dit ministerieel besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - Het ministerieel besluit van 27 januari 2023Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/01/2023 pub. 27/06/2023 numac 2023041085 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 8 november 2021 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2021 over de biologische productie en de etikettering van biologische producten wat betreft de vergoedingen die de controleorganen aanrekenen voor 2023 sluiten houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning.
BESLUIT :
Artikel 1.De tabel, vermeld in artikel 5.3.6/2, derde lid van het Energiebesluit van 19 november 2010, gaat als bijlage 1 bij dit besluit.
Art. 2.De tabel, vermeld in artikel 5.4.7, derde lid van het Energiebesluit van 19 november 2010, gaat als bijlage 2 bij dit besluit.
Art. 3.In het geval er zich op de energiemarkt grote prijsschommelingen voordoen, kan de minister voor de toepassing van deze maatregel tijdens het eerste kwartaal van 2024 een nieuwe versie van de tabellen, vermeld in artikel 1 en 2, vaststellen.
Art. 4.Het ministerieel besluit van 27 januari 2023Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 27/01/2023 pub. 27/06/2023 numac 2023041085 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 8 november 2021 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2021 over de biologische productie en de etikettering van biologische producten wat betreft de vergoedingen die de controleorganen aanrekenen voor 2023 sluiten houdende vastlegging van de tabel betreffende de hoeveelheid aardgas en elektriciteit die de huishoudelijke afnemer nodig heeft om tot het einde van de winterperiode te beschikken over een minimale verwarming van de woning wordt opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2023.
Brussel, 6 oktober 2023.
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld