6 MEI 2011. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitgifteprijs van de zilveren en gouden herdenkingsmuntstukken die in 2011 worden uitgegeven

De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de wet van 10 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 april 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2011 pub. 17/05/2011 numac 2011003181 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte in 2011 van zilveren herdenkingsmuntstukken van 5 en 10 EURO en van gouden herdenkingsmuntstukken van 12,50, van 50 en van 100 EURO sluiten betreffende de uitgifte in 2011 van zilveren herdenkingsmuntstukken van 5 en 10 EURO en van gouden herdenkingsmuntstukken van 12,50, van 50 en van 100 EURO;

Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting van 21 april 2011;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 2 maart 2011;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996.

Overwegende dat deze munten dienen te worden uitgegeven volgens een strikt uitgifteschema, Besluit :

Artikel 1.De uitgifteprijs van de zilveren herdenkingsmunten van 10 EURO, uitgegeven ter gelegenheid van de 100e verjaardag van de ontdekking van de Zuidpool is vastgesteld op 48 EURO. Die van het zilverstuk uitgegeven ter herinnering aan de Belgische bijdrage tot het diepzee onderzoek, is vastgesteld op 52 EURO per stuk.

De uitgifteprijs van de zilverstukken van 5 EURO, ter gelegenheid van de 50e verjaardag van het overlijden van Hélène Dutrieu, is vastgesteld op 44 EURO per stuk.

Deze uitgifteprijzen van de in dit besluit bedoelde zilverstukken kunnen verlaagd of verhoogd worden in geval schommelingen van minstens 10 % van de koers van het zilver op de London Bullion Market Association. Deze aanpassing beperkt zich tot de waarde van het zilver in de zilverstukken en dit in dezelfde proportie als de fluctuatie, vastgesteld op de London Bullion Market Association. Om een zekere prijsstabiliteit aan de koper van de stukken te garanderen, zal de prijs van het zilverstuk, niet wijzingen binnen de 20 werkdagen na uitgifte van het muntstuk.

De nieuwe verkooppprijs vastgesteld ten gevolge van de schommelingen voorzien in alinea 3, kan aangepast worden volgens dezelfde formule telkenmale de prijs van het zilver vastgesteld op de London Bullion Market Association een fluctuatie van minstens 10 % zal hebben gekend.

Art. 2.De uitgifteprijs van de in dit besluit bedoelde goudstukken wordt vastgesteld door het Beheerscomité van de Koninklijke Munt van België, twee weken vóór uitgifte van het stuk. Bij de bepaling van de prijs van het goudstuk, zal in acht genomen worden, de goudprijs op de London Bullion Market Association op dat moment, de productiekost van het stuk, en de winstmarge.

De uitgifteprijs van de in dit besluit bedoelde, goudstukken kunnen verhoogd of verlaagd worden bij fluctuaties van minstens 5 % van de goudprijs vastgesteld op de London Bullion Market Association. Deze aanpassing blijft beperkt tot de goudwaarde in de muntstukken en dat in dezelfde proportie als de fluctuatie vastgesteld op de London Bullion Market Association. Om de koper een zekere prijsstabiliteit te garanderen blijft de uitgifteprijs tijdens de eerste 20 werkdagen na uitgifte ongewijzigd;

De nieuwe verkoopprijs vastgesteld ten gevolge van de fluctuatie zoals beschreven in alinea 2 kan opnieuw aangepast worden volgens dezelfde formule telkenmale de goudprijs, vastgesteld op de London Bullion Market Association een fluctuatie van minstens 5 % kent;

Indien de goudprijs in zulke mate daalt dat de uitgifteprijs van een goudstuk lager wordt, dan de gewogen gemiddelde kostprijs van dat goudstuk, behoudt de Koninklijke Munt zich het recht voor de verkoop op te schorten.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 6 mei 2011.

D. REYNDERS