Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 05 juni 1997
gepubliceerd op 19 september 1997

Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu bevoegd zijn om de voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022429
pub.
19/09/1997
prom.
05/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/05/1997022429/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 JUNI 1997. Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu bevoegd zijn om de voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen


De Minister van Volksgezondheid, De Minister van Sociale Zaken, De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid artikel 78, § 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 maart 1995;

Gelet op het advies van de Directieraad;

Gelet op het protocol van 26 maart 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het Sectorcomité XII - Sociale Zaken zijn vermeld;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Besluiten :

Artikel 1.Voor de personeelsleden die onder hun gezag staan, zijn de volgende hiërarchische meerderen bevoegd om een voorlopig voorstel van tuchtstraf op te maken : 1° voor de ambtenaren van niveau 1, titularis van een graad van rang 15, 14 of 13 : de hiërarchische meerdere, titularis van of belast met een ambt van een graad van ten minste rang 16;2° voor de ambtenaren van niveau 1, titularis van een graad van rang 12, 11 of 10 : de hiërarchische meerdere, titularis van of belast met een ambt van een graad van ten minste rang 13;3° voor de personeelsleden van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 : de hiërarchische meerdere, titularis van een graad van ten minste rang 10, die ten minste drie jaar graadanciënniteit telt.

Art. 2.De bevoegde hiërarchische meerdere moet tot dezelfde taalrol behoren als het betrokken personeelslid of voldoen aan de voorschriften van artikel 43, § 3, 3e lid of § 4, eerste lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966.

Indien de op grond van artikel 1 aangewezen rechtstreekse hiërarchische meerdere niet voldoet aan de vereisten bepaald in het vorige lid, wordt hij vervangen door de naaste meerdere in de opklimmende volgorde van de hiërarchie die aan die vereisten voldoet of, in voorkomend geval, door de tweetalige adjunct van de aangewezen hiërarchische meerdere.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het ministerieel besluit van 17 april 1997 tot vaststelling van het reglement van het personeel van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

Brussel, 5 juni 1997.

De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

^