5 JULI 2005. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen

De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, §1, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen, inzonderheid op artikel 1, 5 en 6, §1;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 januari 2005;

Gelet op het advies 38.469/3 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2005, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : het besluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen.

Art. 2.De bevoegde entiteit, bedoeld in artikel 1, 1°, van het besluit, is de administratie Land- en Tuinbouw van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw. HOOFDSTUK II. - Samenstelling van de adviescommissie

Art. 3.§ 1. De adviescommissie, bedoeld in artikel 1, 6°, van het besluit, bestaat uit vijf stemgerechtigde leden. § 2. De commissie is samengesteld als volgt : 1° de voorzitter, vertegenwoordiger van de administratie Land- en Tuinbouw van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw;2° de ondervoorzitter, vertegenwoordiger van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing;3° twee leden, vertegenwoordigers van de administratie Land- en Tuinbouw van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw;4° een lid, vertegenwoordiger van de administratie Beheer en Kwaliteit van de Landbouwproductie van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw. Er worden evenveel plaatsvervangende leden als effectieve leden benoemd.

De commissie is pas rechtsgeldig samengesteld als alle leden aanwezig zijn. De adviezen worden uitgebracht bij meerderheid van stemmen. § 3. De adviescommissie kan een expert met raadgevende stem aan haar werkzaamheden laten deelnemen. HOOFDSTUK III. - Meldingsplicht

Art. 4.De producent die wil gebruikmaken van een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding meldt dit vooraf aan de bevoegde entiteit.

De melding, overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2082/92 van 14 juli 1992 inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen, dat de producent gebruik wil maken van een benaming voor een landbouwproduct of een levensmiddel dat een specificiteitscertificering geniet, wordt eveneens gedaan bij de bevoegde entiteit. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 5 juli 2005.

Y. LETERME