gepubliceerd op 19 april 2005
Ministerieel besluit houdende definitieve erkenning van een mammografische eenheid
5 JANUARI 2005. - Ministerieel besluit houdende definitieve erkenning van een mammografische eenheid
De Vice-Minister-President, Minister van Vorming, Tewerkstelling en Arbeid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme, Gelet op het protocolakkoord van 25 oktober 2000 tot samenwerking tussen de Federale Overheid en de Gemeenschappen inzake mammografische borstkankerscreening, inzonderheid op artikel 2, 3°;
Gelet op het aanhangsel van 30 mei 2001 bij het protocolakkoord van 25 oktober 2000 tot samenwerking tussen de Federale Overheid en de Gemeenschappen inzake mammografische borstkankerscreening en betreffende de overdracht van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering, de follow-up en de evaluatie van het programma voor mammografische borstkankerscreening;
Gelet op het besluit van de Regering van 22 juli 2004 houdende overdracht van beslissingsbevoegdheden aan de ministers;
Gelet op de ministeriele besluiten van 22 januari 2003 en 17 maart 2004 betreffende de voorlopige erkenning als mammografische eenheid van de radiologische eenheid van de « Intermedica GMBH »;
Gelet op het gunstig advies gegeven op 9 november 2004 door de adviescommissie van het referentiecentrum van de Franse Gemeenschap;
Overwegende dat de mammografische eenheid aan de voorwaarden voldoet die vermeld zijn in het protocolakkoord van 25 oktober 2000 en zijn aanhangsel van 30 mei 2001, Besluit :
Artikel 1.De eenheid « Intermedica GMBH », gelegen 4700 Eupen, Vervierser Strasse 36A, verkrijgt een definitieve erkenning als mammografische eenheid.
Art. 2.§ 1. Als de eenheid de normen en voorwaarden niet meer vervult die vereist waren voor de erkenning, kan ze een frist krijgen om aan de normen te voldoen en uitgenodigd worden, daaromtrent bijkomende documenten en inlichtingen te leveren. § 2. Als de erkenning ingetrokken wordt, wordt de eenheid een met redenen omklede intentieverklaring betekend. De eenheid beschikt over een termijn van veertien dagen om haar standpunt mede te delen. Binnen de veertien dagen na afloop van die termijn wordt een beslissing genomen. Die beslissing treedt in werking 10 dagen nadat zij aan de eenheid betekend wordt.
De intrekking van de erkenning heeft tot gevolg dat de eenheid geen dienstverstrekking meer aanbieden kan.
Art. 3.Voorliggend besluit heeft uitwerking op 1 januari 2005.
Art. 4.Een afschrift van voorliggend besluit wordt de betrokken eenheid toegezonden.
Eupen, 5 januari 2005.
B. GENTGES