4 OKTOBER 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst van de diploma's die geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de eerste opleidingscyclus voor directeur van een rustoord en tot bepaling van de diploma's en de nuttige ervaring die verlangd worden van de met de opleidingen belaste personen

De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Gelet op het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge" (Waalse Raad voor de Derde Leeftijd), inzonderheid op artikel 5, § 2, 8°;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 5 juni 1997 betreffende de rustoorden, de serviceflats en de dagcentra voor bejaarden en houdende oprichting van de "Conseil wallon du troisième âge", inzonderheid op bijlage II, hoofdstuk 4, punt 8.1.2.2. en punt 8.1.2.4.;

Gelet op het advies van de "Conseil wallon du troisième âge", gegeven op 23 september 1999, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De personen die houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs met de studierichting sociale, medische, paramedische wetenschappen, kinesitherapie inbegrepen, rechten, economie, boekhouding of financiën, worden vrijgesteld van de eerste opleidingscyclus voor directeur van rustoorden (250 uren). § 2. De personen die houder zijn van een ander diploma van het hoger onderwijs kunnen een aanvraag om gedeeltelijke vrijstelling van de eerste opleidingscyclus indienen bij de Minister van Sociale Aangelegenheden.

De aanvraag moet drie maanden vóór het begin van de opleiding ingediend worden. Bij de aanvraag worden het uitvoerige programma van de gevolgde cursussen en een afschrift van de behaalde diploma's gevoegd.

In afwijking van het voorafgaande lid moet de aanvraag om vrijstelling voor het schooljaar 1999-2000 uiterlijk 31 december 1999 ingediend worden. § 3. Voor de toepassing van de §§ 1 en 2 moeten de houders van een in het buitenland behaald diploma van het hoger onderwijs de gelijkstelling ervan bij het bevoegde Ministerie verkregen hebben vooraleer een aanvraag om inschrijving of vrijstelling in te dienen.

Art. 2.De personen belast met de theorielessen van de opleiding moeten houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs dat betrekking heeft op de gegeven vakken, en het bewijs leveren van een voldoende kennis van de sector.

De personen belast met de seminaries en didactische bezoeken moeten houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs en het bewijs leveren van een nuttige ervaring van minimum drie jaar in de sectoren rustoorden of rusthuizen en verzorgingstehuizen.

Namen, 4 oktober 1999.

Th. DETIENNE