gepubliceerd op 27 juni 1997
Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 3 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Algemeen Bestuur van de Ont-wikkelingssamenwerking
3 JUNI 1997. Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 3 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Algemeen Bestuur van de Ont-wikkelingssamenwerking
3 JUNI 1997. Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 3 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op het gemotiveerd advies van het Basisoverlegcomité 510 van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking, gegeven op 7 maart 1996 en 21 oktober 1996;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 april 1996 en op 4 november 1996;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 maart 1997;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 6 maart 1997, Besluit
Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking worden onderverdeeld als volgt : Administratief personeel : 5 van de 21 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B; 1 van de 2 betrekkingen van ingenieur-directeur wordt bezoldigd in de weddeschaal 13 E; 4 van de 7 betrekkingen van ingenieur worden bezoldigd in de wedddeschaal 10 E; 2 van de 7 betrekkingen van ingenieur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 F; 1 van de 2 betrekkingen van geneesheer wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 E; 1 van de 2 betrekkingen van geneesheer wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 F; 16 van de 45 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; de betrekking van programmeringsanalist wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 L; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 I; 1 van de 3 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 F; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend directiesecretaris wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 B; de betrekking van eerstaanwezend boekhouder wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 D; 6 van de 22 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B; 10 van de 51 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F; 13 van de 51 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H; 4 van de 51 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I; 4 van de 16 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C; 3 van de 16 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D; 1 van de 16 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E. Meesters-, vak en dienstpersoneel : 2 van de 4 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.
Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.
Art. 3.Het ministerieel besluit van 10 november 1995 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 3 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking.
Brussel, 3 juni 1997.
R. MOREELS