Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 03 juli 2002
gepubliceerd op 16 mei 2003

Ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035455
pub.
16/05/2003
prom.
03/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/03/2003035455/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JULI 2002. - Ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants


De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de Vlaamse regering;

Gelet op het advies van Inspectie van Financiën, gegeven op 10 juni 2002;

Gelet op het ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants d.d. 21 december 2001, inzonderheid het HOOFDSTUK III, artikel 4, § 2 en § 3, 13°, bijlage XV;

Overwegende dat de type-module nummer 13, zoals vastgelegd onder bijlage XV bij bovengenoemd ministerieel besluit, een aanzienlijke last van voorfinanciering bij de gemeenten legt, last die onredelijke proporties kan aannemen naarmate het aandeel van de onteigeningen in de totale kostprijs van het project stijgt;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : Enig artikel. § 1. Het artikel 4, § 3, 13°, bijlage XV van het ministerieel besluit betreffende de mobiliteitsconvenants d.d. 21 december 2001 wordt opgeheven. § 2. De module nummer 13 wordt met ingang vanaf heden vastgesteld overeenkomstig de tekst gevoegd als bijlage bij dit besluit.

Brussel, 3 juli 2002.

De minister vice-president van de Vlaamse regering en Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT

Bijlage XV Vaststelling van het model van module 13 betreffende de subsidiering van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen Module nr. 13 van .............................. (1)(2) betreffende de subsidiëring van nieuwe verbindende fietspaden langs gewestwegen Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze module behoort bij de koepelmodule .............................. (1)(2), hierna de koepelmodule te noemen.

Voorwerp van deze overeenkomst

Art. 2.§ 1. Met deze module verbinden de partijen er zich toe nieuwe fietspaden aan te leggen langs gewestwegen, om het aandeel van het fietsverkeer in de bestaande verkeersstromen te verhogen. De verhoging van de veiligheid, het comfort en de bereikbaarheid met de fiets staan hierbij voorop. § 2. Via het toekennen van een investeringssubsidie wordt de lokale overheid ertoe aangezet het fietsbeleid van het gewest op haar grondgebied te ondersteunen. Onverminderd de bepalingen van deze module blijft het gewest wegbeheerder van het wegvak in kwestie. § 3. Opdat deze module kan worden afgesloten, stelt de lokale overheid vooraf een startnota op over het project. Deze startnota stelt de problemen scherp, formuleert de doelstellingen, inventariseert de partners en middelen die zullen ingezet worden. Bovendien schetst de startnota reeds de krachtlijnen van (een) mogelijke, adequate oplossing(en). Over deze startnota dient consensus bereikt binnen de auditcommissie.

Verbintenissen vanwege het gewest

Art. 3.§ 1. Het gewest verbindt zich ertoe om de aanleg van een fietspad/fietspaden (3) langs de gewestweg nr. ............................... (1) tussen kilometerpunt ............................... (1) en kilometerpunt ............................... (1) te subsidiëren. § 2. De tegemoetkoming bedraagt 80 %/100 % (3) van de reële totale kostprijs, inclusief studie- en verwervingskosten, inclusief eventuele verrekeningen, bijakten of bijwerken, en inclusief BTW. Die tegemoetkoming wordt al naargelang het geval in twee of meer schijven uitbetaald (6) : - De uitbetaling gebeurt in 2 schijven wanneer er niet moet onteigend worden of de onteigeningen geraamd zijn op minder dan 250.000,00 euro. - De eerste schijf omvat de studiekosten (desgevallend gereduceerd tot 80 %), de kosten van de reeds uitbetaalde akten (desgevallend gereduceerd tot 80 %) en 40 %/50 % (3) van de inschrijvingsprijs van de weerhouden aannemer van de fysische werken (inclusief BTW).

Deze schijf wordt slechts uitbetaald op voorwaarde dat alle bijlagen bij deze module gevoegd werden en na definitieve goedkeuring van het project en de projectnota door de auditcommissie. - Een tweede schijf ten belope van het saldo van de subsidie van het Vlaams Gewest wordt betaald op basis van de goedgekeurde eindafrekening na de voorlopige oplevering van de werken. - De uitbetaling gebeurt in meer dan 2 schijven in het geval dat de onteigeningen geraamd werden op minstens 0.25 miljoen euro.

Het aantal schijven (n) wordt als volgt vastgesteld : n = 2 +totale geraamd kost onteigeningen/250.000,000 euro n wordt afgerond op de eenheid en naar beneden. - De eerste en iedere volgende, supplementaire schijf kan worden uitbetaald van zodra de lokale overheid kan aantonen al voor minstens 250.000 euro innamen aan onroerende goederen te hebben aangekocht. In het geval dat de subsidie beperkt is tot 80 % gaat het om minstens 250.000/0,80 = 312.500 euro aan innamen van onroerende goederen Het bedrag van de eerste en elke volgende, supplementaire schijf wordt geplafonneerd op 250.000 euro.

De eerste schijf wordt pas uitbetaald op voorwaarde dat alle bijlagen bij deze module gevoegd werden en na definitieve goedkeuring van het project en de projectnota door de auditcommissie. - De voorlaatste schijf dekt de tot op dat moment gefactureerde studiekosten (desgevallend gereduceerd tot 80 %), het saldo van de uitbetaalde akten (desgevallend gereduceerd tot 80 %) en 40 %/50 % (3) van de inschrijvingsprijs van de weerhouden aannemer van de fysische werken (inclusief BTW). - Een laatste schijf ten belope van het saldo van de subsidie van het Vlaamse Gewest wordt betaald op basis van de goedgekeurde eindafrekening na de voorlopige oplevering van de werken. § 3. Het gewest stelt zijn kennis en vaardigheden, zowel verkeerskundig, bouwtechnisch als organisatorisch, met betrekking tot de aanleg van fietspaden, ter beschikking van de lokale overheid. Dat gebeurt onder vorm van een vademecum « Fietsvoorzieningen » en gelijkaardige richtlijnen. § 4. Het gewest verbindt zich ertoe deel te nemen aan overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier. Hiervoor wijst het gewest een verantwoordelijke ambtenaar aan, die samen met de provinciale auditcommissie die er onder meer zal op toezien dat bij de uitwerking van het project de voorschriften vervat in omzendbrieven en vademecums van de administratie worden opgevolgd. § 5. Het gewest draagt bij tot de uitvoering van het project door de vergunninghoudende maatschappijen, van wie installaties en leidingen verplaatst dienen te worden, bevel tot verplaatsing te geven. De bij wet of decreet geregelde subsidies aan bepaalde vergunninghouders worden door het gewest uitbetaald.

Een afschrift van het bevel tot verplaatsing wordt door het gewest gelijktijdig ter info overgemaakt aan de lokale overheid. § 6. Het gewest verbindt zich ertoe te zorgen voor het onderhoud van in artikel 3, § 1, van deze module genoemde infrastructuur.

Verbintenissen vanwege de lokale overheid

Art. 4.§ 1. De lokale overheid verbindt zich ertoe om voor rekening van het gewest te zorgen voor het volledig ontwerp (met inbegrip van de onteigeningsplannen), aanbesteding en voortgangscontrole van de werkzaamheden die nodig zijn voor de in artikel 23, § 1, van deze module genoemde infrastructuur. De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op de ondersteuning van een extern studiebureau. § 2. De lokale overheid verbindt zich ertoe alle organisatorische en budgettaire maatregelen te nemen, opdat het project ten spoedigste wordt gerealiseerd. In het bijzonder zal de gemeente in haar begroting de vereiste sommen reserveren om desgevallend haar eigen aandeel te financieren en het aandeel van het gewest te voorfinancieren. Een afschrift hiervan wordt als bijlage opgenomen. § 3. De lokale overheid verbindt zich ertoe om alle onderhandelingen met de bevolking te voeren die kunnen bijdragen tot de snellere terbeschikkingstelling van eigendommen die niet tot het openbaar domein behoren. § 4. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de gronden waarover ze beschikt en die nodig zijn voor de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde infrastructuur kosteloos ter beschikking te stellen. § 5. De lokale overheid houdt zich aan de richtlijnen en aanbevelingen uit het vademecum « Fietsvoorzieningen » en alle andere richtlijnen die haar door het gewest worden overgemaakt, zoniet kan het Gewest beslissen om de voorziene subsidiering niet uit te betalen. § 6. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de aanbesteding pas aan te kondigen nadat de auditcommissie het ontwerp goedgekeurd heeft en geattesteerd heeft dat voldaan is aan de bepalingen van artikel 4, § 5. Het ontwerp wordt toegelicht door de lokale overheid of haar studiebureau. De toelichting van het ontwerp aan de auditcommissie omvat minstens : 1° een gedetailleerde gekwantificeerde beschrijving van de huidige verkeerssituatie voor de fietsers (zoals verkeerstellingen, ongevallenstatistieken, een oorsprong-bestemmingsonderzoek, een inventaris van de knelpunten en een onderzoek naar het effectieve en potentiële fietsgebruik);2° de raming van de impact van de aanleg van het fietspad op het fietsgebruik, de veiligheid, het comfort, de bereikbaarheid van voorzieningen voor de fietser en op de doorstroming van het andere verkeer (auto en openbaar vervoer);3° de te nemen begeleidende maatregelen, gerangschikt volgens prioriteit en met vermelding van hun kritieke randvoorwaarden, ter ondersteuning van de impact van het nieuwe fietspad. Indien de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde infrastructuur een ontbrekende schakel is van een door het gewest goedgekeurd provinciaal fietsroutenetwerk, volstaat een verwijzing naar het provinciale fietsroutenetwerk als verantwoording voor het project. § 7. De lokale overheid organiseert overlegvergaderingen ten behoeve van het projectmanagement en de kwaliteitsbewaking van het dossier.

Hiervoor wijst de lokale overheid een verantwoordelijke ambtenaar aan.

De lokale overheid kan hiervoor een beroep doen op de ondersteuning van een extern studiebureau.

De lokale overheid verbindt zich ertoe om de voorlopige oplevering van de werken alleen toe te staan na goedkeuring van de werken door het gewest. § 8. De lokale overheid zorgt voor de samenstelling van het dossier bouwaanvraag en introduceert de aanvraag bij de bevoegde instantie. De gemeente en het gewest treden gezamenlijk op als bouwheren. § 9. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de nodige infrastructurele maatregelen te nemen die het gebruik van de in artikel 3, § 1, van deze module genoemde nieuwe fietsinfrastructuur kunnen bevorderen. De infrastructurele maatregelen, met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming, worden als bijlage bij deze module gevoegd. Hierbij wordt vooral aandacht geschonken aan de aansluiting van de bestaande fietsroutes op het nieuwe fietspad. § 10. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen het kader van haar bevoegdheid alle stedenbouwkundige maatregelen te treffen ter vrijwaring van de verbindingsfunctie van de in artikel 3, § 1, genoemde wegeninfrastructuur, zoals zal blijken uit de beslissingen en adviezen van de burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad krachtens de artikelen 31-36, de artikelen 48-53, de artikelen 55-56 en de artikelen 59-60 van het meermaals gewijzigd decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.

De overige partijen worden vooraf van deze maatregelen op de hoogte gebracht. § 11. De lokale overheid verbindt zich ertoe om uiterlijk binnen 14 dagen na de ingebruikneming van de in artikel 3, § 1, genoemde fietsinfrastructuur de bewegwijzering voor fietsers langs de gemeentewegen, met inbegrip van het fietsrouteplan, aan de nieuwe verkeersstructuur aan te passen. § 12. De lokale overheid verbindt zich ertoe om vóór de ingebruikneming van de nieuwe weginfrastructuur een aanvullend verkeersreglement goed te keuren, dat van toepassing is op deze weginfrastructuur overeenkomstig artikel 2 en 3 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer. Ze doet dat ter ondersteuning van deze module. § 13. De lokale overheid verbindt zich ertoe om de aanwezige schoolgemeenschappen te ondersteunen bij de eventuele opmaak van schoolvervoersplannen om het autogebruik te reduceren en om het fietsgebruik te bevorderen. § 14. De lokale overheid verbindt zich ertoe om binnen een termijn, die in onderling overleg met het gewest wordt vastgelegd, een aangepaste openbare verlichting aan te brengen op de gemeentewegen, vermeld als bijlage, en voor overdekte fietsstallingen te zorgen bij de locaties, vermeld als bijlage.

Verbintenissen vanwege de VVM

Art. 5.§ 1. De VVM verbindt er zich toe om de andere partijen te adviseren over de organisatie van het openbaar vervoer bij de aanleg van de in artikel 3, § 1, genoemde fietsinfrastructuur. § 2. De VVM verbindt er zich toe om voor de duur van de werken de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de reisroutes, de halte-inplantingen, het aanpassen van de dienstregelingen en het informeren van de gebruikers van het openbaar vervoer.

Evaluatie

Art. 6.Onverminderd de bepalingen, opgenomen in artikel 6 van het moederconvenant nr.............. (1)(2), heeft de evaluatie inzonderheid betrekking op het bereiken van de resultaten in vergelijking met de prognose, vermeld in artikel 2 van deze module. De evaluatie heeft betrekking op de verhoogd fietsgebruik en de verbetering van de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid voor de zwakke weggebruiker. De evaluatie vindt plaats op basis van een door de lokale overheid opgemaakt evaluatieverslag.

Sancties

Art. 7.§ 1. Als het gewest de verbintenissen zoals bepaald in artikel 3 van deze module niet naleeft, kan de lokale overheid de kosten die voorvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 4 van deze module, op het gewest verhalen. § 2. Als de lokale overheid de verbintenissen zoals bepaald in artikel 4 van deze module niet naleeft, kan het gewest de kosten die voortvloeien uit de verbintenissen die werden aangegaan in artikel 3 van deze module, op de lokale overheid verhalen.

Bijlagen

Art. 8.De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen en maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Indien de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, krijgen de bepalingen van deze module voorrang.

Bijlagen Bijlage 1 : verantwoording voor het project (artikel 4, § 6).

Bijlage 2 : de infrastructurele maatregelen met inbegrip van een gedetailleerde kostenraming (artikel 4, § 9).

Bijlage 3 : plan met de gemeentewegen waarlangs de fietspaden worden aangebracht, met aanduiding van de plaats waar de overdekte fietsstallingen en de openbare verlichting worden gepland (artikel 4, § 14).

Bijlage 4 : verklaring vanwege de lokale overheid waarin aangetoond wordt dat de nodige budgettaire en organisatorische maatregelen genomen worden om het project mogelijk te maken (artikel 4, § 2).

Bijlage ................ (1) : ......................... (4)(5) Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van 3 juli 2002 betreffende de mobiliteitsconvenants.

Brussel, 3 juli 2002.

De minister vice-president van de Vlaamse regering, en Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT

^