3 DECEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van het Deontologisch Comité

De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, inzonderheid op hoofdstuk VI;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1999 houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden;

Overwegende dat wegens het gespecialiseerde karakter van de werkzaamheden van het Deontologisch Comité het aangewezen is af te wijken van de dubbele voordracht voorzien bij de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, Besluit :

Artikel 1.Worden benoemd tot leden van het Deontologisch Comité : 1° als vertegenwoordigers van de V.Z.W. Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie : De heer E. ROMMEL, met als plaatsvervanger de heer D. LAMBRIGTS;

De heer G. DE VROEY, met als plaatsvervanger de heer B. PALATE; 2° als vertegenwoordiger van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen : Mevr.K. VAN REETH, met als plaatsvervanger Mevr. H. HEREMANS; 3° als vertegenwoordiger van het "Fonds national de la Recherche scientifique" : De heer A.VANDERPLASSCHEN, met als plaatsvervanger de heer A. BURNY; 4° als vertegenwoordiger van de V.Z.W. "Belgian Council for Laboratory Animal Science" : De heer J.R. MAISIN, met als plaatsvervanger de heer E. BERGE;

Mevr. B. DE SMET, met als plaatsvervanger de heer K. MEURRENS; 5° als vertegenwoordiger van de "Académie Royale de Médecine de Belgique" : De heer A.KAECKENBEECK, met als plaatsvervanger de heer M. ANSAY; als vertegenwoordiger van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België : Mevr. A. DE PAEPE, met als plaatsvervanger Mevr. G. VAN DEN BERGHE; 6° als vertegenwoordiger van de Raad voor Dierenwelzijn : De heer R.VOTION, met als plaatsvervanger de heer R. HENS;

Mevr. S. BEKEN, met als plaatsvervanger Mevr. F. CARPET;

De heer E. VANDERSTRAETEN, met als plaatsvervanger de heer J-M GIFFROY;

De heer D. LAMBERT, met als plaatsvervanger de heer G. THILL; 7° als vertegenwoordigers van de "Conseil Fédéral de la Politique scientifique" : De heer P.GUSTIN, met als plaatsvervanger Mevr. K. MAC ENTEE;

Mevr. C. DIEDERICH, met als plaatsvervanger Mevr. N. CARON; als vertegenwoordigers van de Federale Raad voor Wetenschapsbeleid : De heer B. GODDEERIS, met als plaatsvervanger de heer R. DUCATELLE;

De heer E. VERMEERSCH, met als plaatsvervanger Mevr. V. ROGIERS; 8° als vertegenwoordiger aangeduid door de Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu : Mevr.K. DIERICK, met als plaatsvervanger de heer L. LAURIER; 9° als vertegenwoordiger aangeduid door de Minister tot wiens bevoegdheid de bescherming van de dieren behoort : De heer G.EVRARD, met als plaatsvervanger de heer J. BELOT; 10° als vertegenwoordiger aangeduid door de Minister van Wetenschapsbeleid : De heer F.Demeyere, met als plaatsvervanger Mevr. E. Bourgeois.

Art. 2.De heer H. DESMEDT wordt benoemd tot voorzitter van het Comité op voorstel van de Minister van Justitie.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 23 februari 2000 tot benoeming van de leden van het Deontologisch Comité wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 3 december 2002.

J. TAVERNIER