Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 01 maart 1999
gepubliceerd op 19 maart 1999

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016067
pub.
19/03/1999
prom.
01/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/01/1999016067/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 1999. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 12 juli 1976, betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen gewijzigd door de wetten van 9 juli 1984, van 13 augustus 1986 en van 22 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 augustus 1976 tot vaststelling van de vorm en de termijn van indiening der aanvragen tot financiële tegemoetkoming wegens schade aan private goederen veroorzaakt door natuurrampen (algemene rampen of landbouwrampen), laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 februari 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages veranderlijk per gedeelten van het netto totaal bedrag van de geleden schade, evenals het bedrag van de vrijstelling en van het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het past om binnen de kortste termijn de indieningsmodaliteiten te bepalen voor de aanvragen van de schadeloosstelling door de getroffen landbouwers in het gebied bepaald door voormeld koninklijk besluit, Besluit :

Artikel 1.De schadeloosstelling voorzien in art. 3 van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 maakt het voorwerp uit van een aanvraag volgens het formulier waarvan het model in bijlage, in te dienen door de getroffen landbouwers. Dit formulier is beschikbaar bij de administratie van elke betrokken gemeente.

Art. 2.De aanvraag moet ingediend worden per aangetekend schrijven bij de gouverneur van de betrokken provincie, vóór het einde van de derde maand volgend op de maand waarop het koninklijk besluit waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen en Luxemburg als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld, in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. Geen aanvraag ingediend na de vereiste termijn zal in aanmerking genomen worden.

Art. 3.De aanvrager voegt bij zijn aanvraag alle nuttige bewijsstukken vermeld in de bijlage van dit besluit.

Art. 4.De aanvrager geeft het Ministerie van Middenstand en Landbouw, evenals de bevoegde provinciale besturen, de toelating bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek de gegevens van de hem betreffende land- en tuinbouwtellingen op te vragen en er rekening mee te houden als ze in tegenspraak zijn met de gegevens van zijn aanvraag.

Art. 5.Als de weideoppervlakte vermeld in het aanvraagformulier groter is dan de weideoppervlakte die werd aangegeven bij de oppervlakteaangifte voor de toekenning van premies voor bepaalde akkerbouwgewassen of voor rundvee die in 1996 bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw werd ingediend wordt de schadeloosstelling beperkt tot de bij de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte tijdelijke en blijvende weiden. Ingeval er geen oppervlakteaangifte in 1996 werd ingediend, zal er met de land- en tuinbouwtelling van 15 mei 1996 rekening gehouden worden.

Art. 6.Onverminderd de strafbepalingen vervat in het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met de subsidies, vergoedingen of toelagen van elke aard, die geheel of ten dele ten laste van de Staat zijn, gewijzigd door de wet van 7 juni 1994, zal de toelage geweigerd worden aan de aanvragers, die een verklaring hebben gedaan die, na onderzoek, geheel of gedeeltelijk vals blijkt te zijn.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 1 maart 1999.

K. PINXTEN

Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 maart 1999 Ministerieel besluit van 1 maart 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld De ondergetekende (naam in drukletters en voornamen . . . . . . . . . . wonende . . . . . straat, nr .............., postnummer.............., gemeente . . . . . , nummer van postcheck- of bankrekening ............................., vraagt de tussenkomst van het Rampenfonds om te genieten van de schadeloosstelling voorzien door bovenvermeld koninklijk besluit (1).

Hij verklaart op zijn eer, 1° dat de bij de oppervlakteaangifte van 1996 of, in voorkomend geval (indien hij geen oppervlakteaangifte in 1996 heeft ingediend) bij de land- en tuinbouwtelling van 1996 aangegeven oppervlakten bedragen : - bedrijfsoppervlakte (totale landbouwnuttige oppervlakte) : ......... ha ....... a - totale oppervlakte voedergewassen : ..... ha ..... a; - totale oppervlakte weiden (tijdelijke en blijvende) : ........... ha ......... a 2° dat de totale oppervlakte van zijn tengevolge de langdurige droogte in 1996 getroffen weiden waarvoor hij een schadeloosstelling aanvraagt, gelegen op het grondgebied van de in het koninklijk besluit van 1 maart 1999 opgenomen gemeenten (tijdelijke en blijvende weiden) ......... ha ......... a bedroeg; en dat hij de controle bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek aanvaardt.

Hij voegt de volgende bewijsstukken bij : - het te gelegener tijd opgemaakte proces-verbaal tot vaststelling van schade aan teelten; - een kopie van zijn eventuele oppervlakteaangifte van 1996, met de kaarten 1/10.000 om de percelen te kunnen localiseren.

Datum :...............................

Handtekening, _______ Nota (1) De aanvragen moeten ingediend worden per aangetekend schrijven bij de gouverneur van de betrokken provincie vóór het einde van de derde maand volgend op de maand van de bekendmaking van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 in het Belgisch Staatsblad, met de poststempel als kracht van bewijs. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 maart 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld.

De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^