Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 01 juli 1999
gepubliceerd op 16 juli 1999

Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 30 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022704
pub.
16/07/1999
prom.
01/07/1999
ELI
eli/besluit/1999/07/01/1999022704/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JULI 1999. - Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 30 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 30 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid gegeven op 27 augustus 1998;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

Gelet op het advies van de Regeringscommissaris, gegeven op 11 juni 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 11 juni 1999;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 11 juni 1999, Besluit :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden onderverdeeld als volgt : A. Administratief personeel 5 van de 20 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B; 1 van de 2 betrekkingen van sociaal inspecteur-directeur wordt bezoldigd in de weddeschaal 13 B; de betrekking van ingenieur kan bezoldigd worden in de weddeschaal 10 E of 10 F; 1 van de 2 betrekkingen van actuaris wordt bezoldigd in de volgende weddeschaal : 1.205.758 -1.713.329 3/1 x 26.713 8/2 x 53.429 (N.1 - G.B) 1 van de 2 betrekkingen van actuaris wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 E; 42 van de 121 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 9 van de 26 betrekkingen van sociaal-inspecteur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 1 van de 4 betrekkingen van vertaler-revisor wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent kan bezoldigd worden in de weddeschaal 28 F; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 F; 19 van de 124 betrekkingen van eerstaanwezend sociaal controleur worden bezoldigd in de weddeschaal 28 J; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend boekhouder wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 D; de betrekking van eerstaanwezend bibliothecaris kan bezoldigd worden in de weddenschaal 28 D; 1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 I; 1 van de 3 betrekkingen van eerstaanwezend directiesecretaris worden bezoldigd in de weddeschaal 28 B; 59 van de 223 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B; 33 van de 167 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F; 43 van de 167 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H; 13 van de 167 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I; 5 van de 19 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C; 4 van de 19 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D; 1 van de 19 betrekkingen van beambte wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E. B. Meesters-, vak- en dienstpersoneel 1 van de 2 betrekkingen van vakman kan bezoldigd worden in de weddeschaal 30 G; 1 van de 2 betrekkingen van vakman wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 J; 3 van de 6 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 9 december 1998 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 8 december 1998 tot vaststelling van de personeels-formatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 30 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Brussel, 1 juli 1999.

Mevr. M. DE GALAN

^