gepubliceerd op 05 september 2007
Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage
1 AUGUSTUS 2007. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage
De Minister van Justitie, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op 259bis -9, § 3, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 juli 2006 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage;
Gelet op het besluit van de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie van 30 mei 2007 waarbij de programma's voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage voor het gerechtelijk jaar 2007-2008 worden goedgekeurd, Besluit :
Artikel 1.De programma's voor het gerechtelijk jaar 2007-2008 van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage bedoeld in artikel 259bis -9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie samengekomen op 18 april 2007 en goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 30 mei 2007, gevoegd als bijlage bij dit besluit, worden bekrachtigd.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 20 juli 2006 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 1 augustus 2007.
Mevr. L. ONKELINX
Bijlage Hoge Raad voor de Justitie Examenprogramma's voor het gerechtelijk jaar 2007-2008 Voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie tijdens haar vergadering van 18 april 2007 Goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 30 mei 2007 Afdeling 1. - Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage
Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage bestaat uit twee delen : 1° een schriftelijk deel dat twee proeven omvat : a) eerste proef : het opstellen van een verhandeling van maximum vier bladzijden over een opgelegd onderwerp van sociale, economische, politieke of culturele aard in verband met het recht. De kandidaten beschikken hiervoor over vier uren. b) tweede proef : het opstellen van een korte inhoud van een rechterlijke beslissing, het aanduiden van de trefwoorden die haar kenmerken en het opstellen van een commentaar. De kandidaten hebben de keuze uit twee materies : - burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht; - strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht.
Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelneming aan het examen.
De kandidaten beschikken over vier uren 2° een mondeling deel dat omvat : a) een bespreking vertrekkende vanuit een casus die de kandidaten wordt voorgelegd, en die zij gedurende maximum 60 minuten mogen voorbereiden. De kandidaten hebben de keuze uit twee materies : - burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht; - strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht.
Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelneming aan het examen.
Zij mogen hun wetboeken meebrengen. b) eventueel, een gedachtewisseling over : - andere juridische vragen van algemene aard; - de rechterlijke organisatie en de werking ervan; - de motivatie van de kandidaat; - het schriftelijke deel.
De kandidaten die ten minste 60 % van de punten hebben behaald op de eerste proef van het schriftelijke deel, worden toegelaten tot de tweede proef.
De kandidaten die ten minste 60 % van de punten hebben behaald op de tweede proef van het schriftelijke deel worden toegelaten tot het mondelinge deel.
Worden gerangschikt, de kandidaten die voor het mondelinge deel ten minste 60 % van de punten hebben behaald. Afdeling 2. - Examen inzake beroepsbekwaamheid
Het examen inzake beroepsbekwaamheid bestaat uit twee delen : 1° een schriftelijk deel dat twee proeven omvat : a) eerste proef : het opstellen van een verhandeling van maximum vier bladzijden over een opgelegd actueel onderwerp van sociale, economische, politieke of culturele aard in verband met het recht. De kandidaten beschikken hiervoor over vier uren. b) tweede proef : het opstellen van een, zowel vormelijk als inhoudelijk, correct vonnis over een zaak waarvan de gegevens in de vorm van een volledig dossier ter beschikking worden gesteld. De kandidaten hebben de keuze uit drie materies : - burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht; - strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht; - sociaal recht, met inbegrip van gerechtelijk recht.
Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelneming aan het examen.
De kandidaten beschikken over vijf uren. Zij mogen hun wetboeken meebrengen. 2° een mondeling deel dat omvat : a) een bespreking vertrekkende vanuit een casus die de kandidaten wordt voorgelegd, en die zij gedurende maximum 60 minuten mogen voorbereiden. De kandidaten hebben de keuze uit drie materies : - burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht; - strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht; - sociaal recht, met inbegrip van gerechtelijk recht.
Zij vermelden hun keuze in hun aanvraag tot deelneming aan het examen.
Zij mogen hun wetboeken meebrengen. b) eventueel, een gedachtewisseling over : - andere juridische vragen van algemene aard; - de rechterlijke organisatie en de werking ervan; - de motivatie van de kandidaat; - het schriftelijke deel.
De kandidaten die ten minste 60 % van de punten hebben behaald op de eerste proef van het schriftelijke deel, worden toegelaten tot de tweede proef.
De kandidaten die ten minste 60 % van de punten hebben behaald op de tweede proef van het schriftelijke deel worden toegelaten tot het mondelinge deel.
Behalen het getuigschrift van beroepsbekwaamheid, de kandidaten die voor het mondelinge deel ten minste 60 % van de punten hebben behaald.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 augustus 2007 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend examen tot de gerechtelijke stage.
De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX