gepubliceerd op 04 december 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en diensten van de Vlaamse Gemeenschap, met betrekking tot de arbeidsorganisatie en de stabiliteit van de uurroosters
1 OKTOBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en diensten van de Vlaamse Gemeenschap, met betrekking tot de arbeidsorganisatie en de stabiliteit van de uurroosters (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, met betrekking tot de arbeidsorganisatie en de stabiliteit van de uurroosters.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 oktober 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 april 2024 Arbeidsorganisatie en stabiliteit van de uurroosters (Overeenkomst geregistreerd op 17 mei 2024 onder het nummer 187703/CO/319.01)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de instellingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (319.01).
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
HOOFDSTUK II. - Context
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van punt 2.6. Arbeidsorganisatie van het Vijfde Vlaamse Intersectoraal akkoord van 8 juni 2018 en van punt 7., Deel 1, Luik II van het Zesde Vlaamse Intersectoraal akkoord van 20 maart 2021.
HOOFDSTUK III. - De uurroosters
Art. 3.Algemeen uitgangspunt Bij de opmaak van uurroosters moet in ieder geval rekening worden gehouden met onder meer de bestaande reglementering, de wensen van de werknemers, de personeelsbestaffing, de planningsgrenzen binnen de referteperiode, de te bereiken gemiddelde arbeidstijd binnen de referteperiode.
Art. 4.Opmaak en bekendmaking van de uurroosters in drie stappen Bij de opmaak van de uurroosters wordt er in drie stappen gewerkt : - Stap 1 : Gepland uurrooster Een geplande uurrooster, dat betrekking heeft op één maand, wordt opgemaakt uiterlijk 3 maanden vóór aanvang van de maand waarop het uurrooster betrekking heeft, op basis van een raadpleging van de werknemers en de noden van de dienst. In dit geplande uurrooster wordt de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd over een periode van ten hoogste 3 opeenvolgende maanden/13 opeenvolgende weken. Dit uurrooster alsook de eventuele wijzigingen worden gecommuniceerd. - Stap 2 : Geafficheerd* uurrooster Het geplande uurrooster wordt geafficheerd één maand vóór de aanvang van de maand waarop het uurrooster betrekking heeft. Een wijziging van dit geafficheerd uurrooster is enkel mogelijk met gemeenschappelijk akkoord van werkgever en werknemer behalve ingeval de wijzing is ingegeven door de noden van de dienst, na redelijkerwijs te verwachten inspanningen van de werkgever (bijvoorbeeld bevraging van alle collega's van de betrokken afdeling/dienst) en nadat alle mogelijke oplossingen werden uitgeput.
Binnen het lokaal sociaaloverleg (in ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk, de syndicale afvaardiging) wordt de werknemersvertegenwoordiging per kwartaal geïnformeerd over de wijzigingen per dienst/afdeling die zonder gemeenschappelijk akkoord door de werkgever doorgevoerd moesten worden. * hetzij elektronisch, hetzij op papier - Stap 3 : Definitief uurrooster 7 kalenderdagen vóór aanvang van de week waarop het uurrooster betrekking heeft is het uurrooster definitief voor de volledig week en kan het alleen worden gewijzigd in gemeenschappelijk akkoord tussen werknemer en werkgever.
Art. 5.Het definitief uurrooster (artikel 4, stap 3) respecteert de sociale en arbeidswetgeving, onder meer inzake het recht op betaling van overuren.
HOOFDSTUK IV. - Referteperiode
Art. 6.§ 1. In uitvoering van artikel 26bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 februari 2024 betreffende de arbeidsduur van de werknemers tewerkgesteld in de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap en artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt de referteperiode verlengd tot een periode van maximaal 6 opeenvolgende maanden of 26 opeenvolgende weken. In dat geval dient de gemiddelde contractuele wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd te zijn op het einde van deze periode. § 2. Evenwel kan op het einde van de eerste drie opeenvolgende maanden of 13 opeenvolgende weken een contingent van maximum 50 uren gepresteerd boven de gemiddelde contractuele wekelijkse arbeidsduur overgedragen worden naar de volgende drie maanden of 13 weken. § 3. Het begrip van zes opeenvolgende maanden of 26 opeenvolgende weken in het kader van dit hoofdstuk dient niet noodzakelijk samen te vallen met een kalendersemester, maar dient in dit geval identiek te zijn voor alle werknemers binnen de voorziening. § 4. Via een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst kan de referteperiode, zoals bepaald in § 1 van dit artikel, verlengd worden tot maximaal 12 opeenvolgende maanden of 52 opeenvolgende weken. In dat geval dient de gemiddelde contractuele wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd te zijn op het einde van deze periode.
Evenwel kan op het einde van elke periode van 3 opeenvolgende maanden of 13 opeenvolgende weken een contingent van maximum 50 uren gepresteerd boven de gemiddelde contractuele wekelijkse arbeidsduur overgedragen worden naar de volgende drie maanden of 13 weken.
Het begrip van 12 opeenvolgende maanden of 52 opeenvolgende weken in het kader van dit hoofdstuk dient niet noodzakelijk samen te vallen met een kalenderjaar, maar dient in dit geval identiek te zijn voor alle werknemers binnen de voorziening.
Art. 7.Overgangsmaatregelen § 1. De eerste verlengde referteperiode waarvan sprake in artikel 6, § 1 of § 4, kan ten vroegste aanvangen de eerste dag van de maand die volgt op de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
De eerste overdracht van 50 uren kan als gevolg maar uitgevoerd worden ten vroegste de eerste dag van de maand die volgt op het eerste drie opeenvolgende maanden of 13 opeenvolgende weken waarvan sprake in de voorgaand artikel 6, § 2, of op een latere datum in functie van een ander moment van aanvang. § 2. Indien er bij de eerste toepassing van de nieuwe referteperiode een niet vereffende hoeveelheid aan uren bestaat gepresteerd bovenop de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur dan worden deze uren toegevoegd aan het contingent van 50 uren, zoals omschreven in artikel 6, § 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Deze niet vereffende hoeveelheid aan uren moet vereffend zijn binnen de termijnen en krachtens de modaliteiten bepaald in een collectieve arbeidsovereenkomst die op ondernemingsniveau afgesloten moeten worden ten laatste op het einde van de eerste toepassing van de referteperiode van zes maanden, verlengbaar met een tweede periode van maximaal 6 maanden, na dewelke, bij gebreke van een collectieve arbeidsovereenkomst, het saldo wordt vereffend.
HOOFDSTUK V. - Gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijdse werknemers met overwerk
Art. 8.§ 1. Onder "bijkomende prestaties" wordt verstaan : - wanneer een vast uurrooster wordt toegepast : elke prestatie die buiten het uurrooster wordt verricht; - voor deeltijdse medewerkers met een variabel uurrooster : in afwijking van artikel 2, § 2 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990 worden onder "bijkomende prestaties" alleen deze prestaties verstaan die verricht worden buiten het definitieve uurrooster (cfr. artikel 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst), voor zover het geplande uurrooster wel degelijk werd opgesteld met naleving van de bepalingen van artikel 4, stap 1 hierboven. Als gevolg kunnen alleen deze prestaties aanleiding geven tot het betalen van een toeslag na uitputting van het krediet waarvan sprake in artikel 3 en 4 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990. § 2. De prestaties verricht boven de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, die evenwel in overeenstemming zijn met het definitieve uurrooster, worden aldus niet meegenomen in het krediet bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990. § 3. Het eventuele saldo aan niet gerecupereerde uren op het einde van de referteperiode is onderworpen aan de reglementering ter zake, met name de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten en het koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijds tewerkgestelde werknemers met overwerk. § 4. Artikel 2, § 1 en de artikels 3 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijds tewerkgestelde werknemers met overwerk worden van toepassing verklaard.
HOOFDSTUK VI. - Voorwaardelijke vermindering van de rustperiode van 11 uren tussen twee opeenvolgende arbeidsprestatie
Art. 9.§ 1. Deze bepaling wordt gesloten in uitvoering van artikel 38ter, § 2, 4° van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten. § 2. De periode van 11 uren rust tussen twee opeenvolgende arbeidsprestaties kan worden teruggebracht tot minstens 9 uren wanneer een avonddienst onmiddellijk wordt gevolgd door een ochtenddienst : - hetzij op schriftelijk verzoek van de werknemer; - hetzij, met het akkoord van de werknemer, om tegemoet te komen aan specifieke dienstbehoeften of in onvoorziene omstandigheden, zoals een arbeidsongeschiktheid van een medewerker die moet vervangen worden. § 3. De vermindering van de 11 uren rust tot minimaal 9 uren rust indien een avondshift onmiddellijk wordt gevolgd door een ochtendshift kan geen uurregeling op vaste of op weerkerende basis zijn, en kan bijgevolg pas voorkomen vanaf stap 2 van de opmaak van uurroosters zoals bepaald in artikel 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK VII. - Inwerkingtreding en slotbepalingen
Art. 10.Inwerkingtreding § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur.
Zij treedt in werking op 1 mei 2024. § 2. Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, mits een opzegtermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 11.Slotbepalingen § 1. De voordeligere akkoorden op het niveau van de onderneming, die afgesloten werden via collectieve arbeidsovereenkomst of wijziging van het arbeidsreglement, blijven voortbestaan. Bij de beoordeling van lokale afspraken aangaande uurroosters moeten de bepalingen van hoofdstuk III als één geheel beschouwd worden. § 2. Na de inwerkingtreding van onderhavige sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen op het niveau van de onderneming bij collectieve arbeidsovereenkomst lokale regelingen verbeterd of overeengekomen worden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 2024Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/10/2024 pub. 22/11/2024 numac 2024204896 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de toegang tot het recht op uitkeringen voor een landingsbaan sluiten.
De Minister van Werk, P-Y. DERMAGNE