Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 23 november 2023

7 NOVEMBER 2023. - Technisch reglement tot vaststelling van de minimumvereisten van bepaalde veiligheidsmiddelen in de industriële radiografie Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2023 betreffende de industriële radiografie, artikel 1 Gelet op het technisch reglement van 2 mei 2023 van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle(...)

bron
federaal agentschap voor nucleaire controle
numac
2023047030
pub.
23/11/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2023. - Technisch reglement tot vaststelling van de minimumvereisten van bepaalde veiligheidsmiddelen in de industriële radiografie Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2023Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2023 pub. 03/04/2023 numac 2023030552 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Koninklijk besluit betreffende de industriële radiografie sluiten betreffende de industriële radiografie, artikel 15 § 1;

Gelet op het technisch reglement van 2 mei 2023 van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle de minimumvereisten van bepaalde veiligheidsmiddelen in de industriële radiografie;

Besluit :

Artikel 1.Toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing op de veiligheidsmiddelen en bepaalt de minimumvereisten waaraan de bunkers, de bestralingsinfrastructuren en meettoestellen moeten voldoen.

Art. 2.Veiligheidslogica en -middelen van een bunker § 1. De veiligheidslogica van een bunker, die het resultaat is van een specifieke risicoanalyse, garandeert dat een bunker veilig uitgebaat wordt en laat toe om een accidentele blootstelling van personen in alle omstandigheden te voorkomen.

De bunkers voldoen aan de volgende minimumvereisten: 1° Bij het sluiten van de deuren en/of poorten wordt een geluidssignaal aan de bedieningspost en in de bunker geactiveerd.2° Een technische voorziening activeert automatisch een visueel signaal wanneer - en enkel wanneer - er ioniserende straling aanwezig is in de bestralingsruimte.Dit visueel signaal is steeds zichtbaar vanuit elk punt binnen de bestralingsruimte. Verder is dit visueel signaal eveneens aanwezig aan elke ingang van de bestralingsruimte. 3° Bij normaal gebruik vergrendelt een technische voorziening de toegang tot de bestralingsruimte wanneer er straling uitgezonden wordt door een X-stralentoestel of door een ingekapselde radioactieve bron wanneer deze zich in een bestralingspositie bevindt, of wanneer deze niet is teruggekeerd naar de veilige positie in de gammagrafiecontainer.4° Minstens één deur/poort laat een snelle en veilige evacuatie van de ruimte in alle omstandigheden toe.Deze evacuatie-uitgang is duidelijk herkenbaar en kan in alle omstandigheden manueel vanuit de bunker worden geopend. 5° Aan de ingang(en) van de bestralingsruimte wordt een beschrijving van de betekenis van de geluids- en visuele alarmen aangebracht.6° De bunker is uitgerust met noodverlichting. Bij het gebruik van een X-stralentoestel moet bovendien aan volgende voorwaarden voldaan zijn: 7° Een technische voorziening die een veiligheidsrondgang oplegt voorafgaand aan het uitzenden van de straling en die resulteert in de vergrendeling van de deuren/poorten in de gesloten toestand, moet geïnstalleerd worden.Wanneer deze veiligheidsrondgang en de vergrendeling van de deuren/poorten (cfr voormeld punt 3° ) niet binnen een vooraf bepaalde tijdspanne, vastgelegd door de deskundige erkend in de fysische controle, uitgevoerd worden, kan de bestraling niet opgestart worden. 8° Er zijn duidelijk geïdentificeerde en toegankelijke noodstoppen aanwezig binnen de bestralingsruimte, waarvan er vanuit elke positie in de bestralingsruimte minstens één toegankelijk is zonder door de directe bundel te moeten passeren, en waarvan één aan de bedieningspost.Deze noodstoppen beëindigen onmiddellijk de uitzending van ioniserende straling.

Indien de risicoanalyse aantoont dat de vereiste van punt 7° geen toegevoegde waarde heeft voor de veiligheid, kan er van dit punt afgeweken worden. Compenserende maatregelen moeten er voor zorgen dat er, alvorens met de bestraling kan gestart worden, niemand zich in de bunker kan bevinden, dat de deuren en/of poorten gesloten zijn en dat de veiligheidsvoorzieningen operationeel zijn. Deze afwijking moet vooraf door een deskundige erkend in de fysische controle worden goedgekeurd. § 2. Er wordt een conformiteitscertificaat opgesteld door een deskundige erkend in de fysische controle waaruit blijkt dat de veiligheidsvoorschriften in artikel 2 van dit technisch reglement werden nageleefd. Dit certificaat geeft tevens: a. een beschrijving van de betrokken bunker en zijn locatie op de site;b. de toegelaten isotopen met hun maximale activiteit, de maximale versnellingsspanning en stroomsterkte van de X-stralentoestellen;c. de verschillende mogelijke werkconfiguraties (met en zonder collimator, de verschillende richtingen) die in deze bunker gebruikt mogen worden;d. de rechtvaardiging en de compenserende maatregelen die voor de eventuele afwijking van artikel 2, 7°, werden getroffen;e. een document dat de veiligheidslogica beschrijft met een elektrisch schema. Een conformiteitscertificaat heeft een maximale geldigheidsduur van 10 jaar.

In geval van wijziging aan de betrokken bunker, wordt het conformiteitscertificaat aangepast.

De deskundige erkend in de fysische controle die het conformiteitscertificaat voor een bunker opstelt of aanpast, stuurt een kopie ervan naar het Agentschap.

Art. 3.Bestralingsinfrastructuur De bestralingsinfrastructuren voldoen aan de volgende minimumvereisten: 1° Aan elke ingang van de bestralingsinfrastructuur is een waarschuwingsteken voor ioniserende straling, conform artikel 31 van het Algemeen Reglement, aanwezig.2° Net voor de bestraling wordt aan de bedieningspost en in de bestralingsinfrastructuur een hoorbaar waarschuwingssignaal weergegeven.3° Een visueel signaal dat aan elke ingang van de bestralingsinfrastructuur werd aangebracht, geeft aan wanneer er een bestraling aan de gang is.4° De bedieningspost bevindt zich achter de vaste afschermingen.

Art. 4.Stralingsmeter De stralingsmeters voldoen aan de volgende minimumvereisten: 1° Continue, rechtstreekse aflezing van het omgevingsdosisdebiet;2° Ze zijn geschikt voor de intensiteit en de aard van de te meten straling (meetbereik, precisie, dosisdebiet, energiegevoeligheid);3° Ze zenden een hoorbaar geluidssignaal uit dat boven een bepaald dosisdebiet en boven een bepaalde dosislimiet geactiveerd wordt. Indien de werfcondities dit vereisen omwille van het lawaai, dan wordt er boven ditzelfde dosisdebiet, naast dit geluidssignaal ook een lichtsignaal en/of een trilsignaal weergegeven; 4° Ze zijn aangepast aan de werfcondities (schokgevoeligheid, ATEX, ...) waarin ze gebruikt worden. Indien dit niet haalbaar is, wordt er met de NDO-klant naar gepaste beheersmaatregelen gezocht.

Art. 5.Omgevingsdosisdebietmeter De omgevingsdosisdebietmeter is aangepast aan de intensiteit en de aard van de te meten straling (dosis, dosistempo, energiegevoeligheid).

Art. 6.Intrekking Het technisch reglement van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle van 2 mei 2023 tot vaststelling van de minimumvereisten van bepaalde veiligheidsmiddelen in de industriële radiografie wordt ingetrokken.

Art. 7.Inwerkingtreding Dit technisch reglement treedt in werking op 4 april 2024, met uitzondering van artikel 6 dat in werking treedt de dag van de publicatie van dit reglement in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 7 november 2023.

De Directeur-generaal, F. HARDEMAN

^