gepubliceerd op 20 september 2022
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerkosten van de arbeiders
1 MEI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerkosten van de arbeiders (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerkosten van de arbeiders.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 mei 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de steenbakkerij Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2021 Vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerkosten van de arbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 17 december 2021 onder het nummer 168980/CO/114) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.
De termen "arbeider", "hij", "zijn",... verwijzen naar arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Draagwijdte
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ingegeven door punt I, 5 van het Interprofessioneel Akkoord van 22 december 2000 betreffende de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten gedragen door de arbeiders. HOOFDSTUK III. - Opheffing
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt integraal de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2019 betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage in de vervoerskosten van de arbeiders in het Paritair Comité van de steenbakkerij (overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2019 onder het nummer 153282/CO/114). HOOFDSTUK IV. - Tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten
Art. 4.De werkgever betaalt een tussenkomst in de vervoerskosten van de arbeiders om zich langs de normale weg van hun woonplaats naar hun werkplaats en omgekeerd te begeven.
Art. 5.Voor de arbeiders die gebruik maken voor hun in artikel 4 bedoelde verplaatsingen van het openbaar vervoer, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 75 pct. van de prijs van de treinkaarten 2de klasse van de NMBS, en vanaf 1 juli 2019 80 pct. van de prijs van de treinkaarten 2de klasse van de NMBS.
Art. 6.Voor de arbeiders die geen gebruik maken van het openbaar vervoer en met eigen middelen de in artikel 4 bedoelde verplaatsingen doen, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 60 pct. van de prijs van de treinkaarten 2de klasse van de NMBS op voorwaarde dat de afstand meer dan 5 km bedraagt.
Art. 7.Voor de arbeiders die zich minstens 75 pct. van de arbeidsdagen met de fiets van en naar het werk verplaatsen, betaalt de werkgever een fietsvergoeding van 0,24 EUR per gereden kilometer. Deze tussenkomst van 0,24 EUR per gereden kilometer geldt enkel voor de arbeidsdagen waarop effectieve verplaatsingen met de fiets van en naar het werk plaatsvinden.
Met ingang van 1 januari 2022 wordt de volgende bewoording in bovenvermelde eerst zin, geschrapt : "minstens 75 pct. van de arbeidsdagen".
Deze fietsvergoeding zal op het vlak van de onderneming kunnen omgezet worden in een globaal mobiliteitsplan.
Art. 8.Aan de arbeiders die geen verplaatsingsvergoeding ontvangen overeenkomstig de vorige artikelen 5, 6 en 7, wordt een werkgeversbijdrage in de vervoerskosten toegekend, ongeacht het aantal km of de wijze waarop zij zich verplaatsen, van 0,25 EUR per gewerkte dag.
Art. 9.Voor de arbeiders die, voor hun in artikel 4 bedoelde verplaatsingen een systeem van "carpooling" organiseren zal de werkgever aan elk van de arbeiders, als tussenkomst in de vervoerskosten, 60 pct. van de prijs van de treinkaart betalen op voorwaarden dat de afstand meer dan 5 km bedraagt.
Art. 10.Wanneer de werkgever het vervoer van de arbeider inricht, heeft de arbeider geen recht op de in voorgaande artikelen bedoelde tussenkomst.
In geval van gedeeltelijke verplaatsing, die de arbeider dient af te leggen om zich te begeven naar de plaats van waaruit de in voorgaand lid bedoelde werkgever het vervoer inricht, gelden de in artikelen 5, 6, 7, 8 en 9 voorziene bepalingen.
De tussenkomsten, zoals voorzien in de artikelen 5, 6, 7, 8 en 9 zijn niet cumuleerbaar voor eenzelfde traject.
Art. 11.De beschikkingen inzake terugbetaling van vervoerskosten die op het vlak van de onderneming bestaan en die gunstiger zijn dan deze in voorgaande artikelen voorzien, blijven bestaan. HOOFDSTUK V. - Terugbetalingstijdstip
Art. 12.De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden volgens de gebruikelijke betalingswijze. HOOFDSTUK VI. - Modaliteiten
Art. 13.In het geval de arbeiders gebruik maken van het openbaar vervoer dienen zij het vervoerbewijs (of vervoerbewijzen) voor te leggen.
In het geval de arbeiders geen gebruik maken van het openbaar vervoer dienen zij, in het geval zij recht hebben op een tussenkomst van de werkgever overeenkomstig de artikelen 6 en 9, een ondertekend document voor te leggen waarin wordt vermeld hoeveel km de in artikel 4 bedoelde verplaatsing bedraagt, dit op basis van het gebruik van een routeplanner. HOOFDSTUK VII. - Werkgroep
Art. 14.Een werkgroep zal de mogelijkheden bekijken om een plan binnen de sector uit te werken op het gebied van mobiliteit, waarbij de juridische mogelijkheden en alternatieven in het kader van woon-werkverkeer zullen bestudeerd worden. Het streefdoel is om een eindrapport hierover klaar te hebben tegen einde 2022. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur
Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor onbepaalde duur gesloten. Zij kan, mits een opzeggingstermijn van drie maand, door één der partijen opgezegd worden, per aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.
Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 mei 2022.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE