gepubliceerd op 11 juli 2012
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden
1 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 december 2011 ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2009 Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 2009 onder het nummer 95383/CO/102.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant.
Met "werknemers" worden de werklieden en werksters bedoeld.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de vroegere bestaande bepalingen aan te passen en te coördineren. HOOFDSTUK II. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 3.a) Het op 1 juli 2009 toegepaste indexcijfer is 110,91. b) Een anticipatie van de index (1 pct.) zal gebeuren op 1 juli 2009.
Wat de uurlonen, premies en uikeringen betreft, en rekening houdend van de bevriezing van de eerste indexering gedurende de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2010, worden de lonen, premies en uitkeringen opnieuw geïndexeerd vanaf de tweede indexering. c) Een loonsverhoging van 0,10 EUR per uur wordt toegepast vanaf 1 januari 2010, in een arbeidsstelsel van 40 uren/week. De loonperequatie zal worden toegepast in het bekken van Lessen en Bierk, hetgeen een loonsverhoging van 0,1025 EUR per uur op 1 januari 2010, in een arbeidsstijdregeling van 39 uur/week.
Art. 4.De uurlonen, premies en vergoedingen bedoeld in de artikelen 11, 12, 14, 15, 16, 17, 19 en 22 worden uitgedrukt in de reeks van de indexcijfers 110,91 tot 112,02 op 1 juli 2009.
Art. 5.De lonen en premies veranderen naargelang het indexcijfer betrekking heeft op de voorgaande maand, zowel naar boven als naar beneden, per reeks van 1 pct., overeenkomstig de onderstaande tabel die als voorbeeld wordt vermeld en niet beperkend is, en waarbij de indexcijfers worden vastgesteld die een loonschommeling tot gevolg hebben.
Indices déterminant la baisse Indexcijfers die de daling aanduiden
Indices déterminant la hausse Indexcijfers die de stijging aanduiden
110,90
110,91
112,01
112,02
113,13
113,14
114,26
114,27
enz.
enz.
De loonschommelingen worden berekend op het laatste loon dat werd betaald op het ogenblik van de publicatie van het indexcijfer dat de schommelingen tot gevolg heeft en zijn van toepassing vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarop dit indexcijfer betrekking heeft. HOOFDSTUK III. - Mobiliteit van de werknemers
Art. 6.De werknemer die tijdelijk of occasioneel moet werken in een lagere categorie behoudt het recht op zijn gewoon loon of eventueel op het gemiddelde van het loon voor stukwerk dat werd verricht tijdens deze periode door de groep of afdeling waaraan hij was verbonden.
Art. 7.De werknemer die tijdelijk of occasioneel moet werken in een hogere categorie ontvangt voor deze periode het loon van deze categorie.
Art. 8.Indien de overgeplaatste werknemer om welke reden ook moet blijven werken in zijn nieuwe functie, wordt hij 28 dagen vooraf ingelicht over deze beslissing; bij het verstrijken van deze termijn wordt hij betaald tegen het loon voor de functie die hij uitoefent.
Art. 9.De hierboven in de artikelen 6 tot 8 opgenomen bepalingen hebben geen betrekking op : 1) de overplaatsingen die de twee partijen vooraf zijn overeengekomen, noch op de bijkomstige werkzaamheden die worden uitgevoerd door sommige categorieën van werknemers die stukwerk verrichten en waarvoor er overeengekomen uurlonen worden betaald;2) de gevallen waarin werknemers die gewoonlijk twee of meer beroepen uitoefenen normaal verschillende bedragen worden betaald. Voorbeeld : werknemer van de "dienst beton", die occasioneel aan het werk wordt gezet in de productie. HOOFDSTUK IV. - Overplaatsingsaanvraag
Art. 10.Iedere werknemer die minimaal 10 jaar nachtarbeid heeft verricht, kan zijn overplaatsing naar een dagfunctie vragen, met behoud van het loon van de nieuwe functie, onder voorbehoud van de volgende voorwaarden : a) er moet een plaats vacant zijn in het dagstelsel (geen oprichting van een plaats om te voldoen aan de vraag);b) volkomen gelijkheid van de vaardigheden en bekwaamheden van de werknemer aan de vereisten van de arbeidsplaats, eventueel mag een deel van het budget "opleiding" worden gebruikt om hem de vaardigheden te verstrekken die hem nodig zijn om een nieuwe dagfunctie te bekleden;c) voor de vervanging van de vacante nachtplaats zal bij voorrang een beroep gedaan worden op de interne kandidaturen (uitzendkrachten, contract van bepaalde duur, vervanging, Rosetta, contract van onbepaalde duur), daarna op de arbeidsmarkt.In dit geval zal dadelijk een contract van onbepaalde duur worden voorgesteld aan de werknemers met minstens 6 maanden anciënniteit in de onderneming. Als er geen oplossing gevonden wordt, zal er tijdelijk een beroep gedaan kunnen worden op onderaanneming (waarover de vakbondsafvaardiging zal worden ingelicht). HOOFDSTUK V. - Nachtpremie en premie voor arbeid in een verschoven arbeidstijdregeling in de groeven van Bierk en van Lessen
Art. 11.Vanaf 1 juli 2009 wordt er een nachtpremie van 2,1549 EUR per uur betaald voor de uren gepresteerd tussen 16 uur en 6 uur voor de nacht van zaterdag op zondag en tussen 20 uur en 6 uur voor de overige nachten.
De nachtpremie blijft van toepassing voor de uren die als overuren worden gepresteerd door de nachtploeg na 6 uur in de ochtend.
Art. 12.Vanaf 1 juli 2009 wordt er voor arbeid in een verschoven arbeidstijdregeling, een premie betaald van 0,6521 EUR per uur voor de uren gepresteerd tussen 6 uur en 6.30 uur en tussen 17.30 uur en 20 uur, alsmede voor zaterdagarbeid verricht tussen 13.30 uur en 16 uur, zonder afbreuk te doen aan de wetten op de arbeidsduur, de zondagsrust en de feestdagen.
Art. 13.De in de artikelen 11 en 12 bedoelde premies worden verhoogd zoals het hoofdloon voor de gewerkte overuren. Zij zijn echter niet toepasselijk voor de uren waarop er wordt gewerkt om voorbereidende en bijkomende arbeid te verrichten.
Art. 14.Vanaf 1 juli 2009 wordt er in het geval van een verschoven arbeidstijdregeling, een waarborg toegekend van 3,5090 EUR per dag voor elke arbeidstijdregeling die niet begrepen is tussen 6.30 uur en 17.30 uur. HOOFDSTUK VI. - Uitkering voor wijziging in de arbeidstijdregeling te Bierk en te Lessen
Art. 15.Wanneer een werknemer uitzonderlijk wordt gevraagd te werken volgens een ongewone arbeidstijd-regeling wordt hem, vanaf 1 juli 2009, voor deze dag een uitkering voor wijziging in de arbeidstijdregeling van 3,5090 EUR toegekend. HOOFDSTUK VII. - Nachtpremie en ploegenarbeid of verschoven arbeidstijdregeling in de groeven te Quenast
Art. 16.Voor de uren ploegenarbeid tussen 5 uur en 21 uur waarbij de arbeidstijdregeling wordt verschoven ten opzichte van de normale uurregeling wordt een toeslag betaald van 0,4372 EUR per uur.
Art. 17.Voor de nachtploeg wordt een nachtpremie toegekend van 2,1014 EUR voor de uren arbeid verricht tussen 20.30 uur en 5 uur bij het breken en tussen 20.45 uur en 5 uur in de groeven.
Art. 18.Wanneer er in twee ploegen wordt gewerkt, beschikken de werknemers altijd over een arbeidsonderbreking om hun maaltijd te nemen.
De werknemers die voorbereidende werkzaamheden uitvoeren in de gemechaniseerde groeven en bij het breken, mogen evenwel uitzonderlijk hun maaltijd nemen tijdens de werkuren. HOOFDSTUK VIII Verschoven arbeidstijdregeling in de groeven te Quenast
Art. 19.Voor de door de directie gevraagde verschuivingen van de arbeidstijdregeling ten opzichte van de normale uren, waarbij er vóór 7 uur en na 18 uur moet worden gewerkt, wordt voor alle gewerkte uren een premie uitbetaald die gelijk is aan de ploegenpremie.
Art. 20.Voor de verschuivingen van de arbeidstijdregeling waarbij er niet moet worden gewerkt buiten de uren die begrepen zijn tussen 7 uur en 18 uur wordt deze premie niet uitbetaald.
Art. 21.Voor de verschuivingen van de arbeidstijdregeling die worden aangevraagd door de werknemers wordt de premie niet uitbetaald. HOOFDSTUK IX. Vergoeding voor het afdalen en het bovenkomen in de groeven te Quenast
Art. 22.De vergoeding voor het afdalen en het bovenkomen wordt vastgesteld op 0,3018 EUR per gewerkt uur. HOOFDSTUK X. - Overuren in de groeven te Quenast
Art. 23.De werknemer die in ploegen werkt en overuren maakt, geniet de wettelijke bijslag die wordt berekend op het totaal van zijn gewoon loon en van de ploegenpremie. HOOFDSTUK XI. - Onderhoudsdiensten
Art. 24.Vanaf 1 januari 2001 geven de arbeidsprestaties op zaterdag recht op een overloon van 4,7544 EUR per uur (rekening houdend met het uurverschil).
Deze premie wordt gelijkgesteld voor het kort verzuim, in de zin van artikel 33 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Er wordt eveneens, pro rata temporis, rekening mee gehouden voor de eindejaarspremie. HOOFDSTUK XII. - Aanvullende werkloosheidsuitkering
Art. 25.Voor elke werkloosheid waarover de werkgever beslist, met inbegrip van de werkloosheid van economische aard, wordt een aanvullende werkloosheidsuitkering toegekend, waarvan de toekenningsvoor-waarden dezelfde zijn als die van de werkloosheidsuitkeringen.
Art. 26.Er wordt een plafond van 100 dagen vergoeding per kalenderjaar en per werknemer in acht genomen, met pool per onderneming. Als er een plafond is bereikt gaan de werkgevers ermee akkoord om de toestand te herzien met de vakbondsafvaardigingen.
Art. 27.Vanaf 1 januari 2009 bedraagt de uitkering in de regeling van de vijfdagenweek een uniek bedrag van 10 EUR per dag voor de werknemer.
Art. 28.De uitkering is slechts verschuldigd voor zover de werknemer zich aanmeldt op het werk bij de werkhervatting en hij minstens drie maanden in dienst is in de sector op het ogenblik van de onderbreking waarvoor de vergoeding wordt uitbetaald.
Art. 29.De in de artikelen 25 tot 28 bedoelde premie wordt eveneens toegekend aan de werknemers die worden ontslagen om een economische reden en dit voor de duur van de werkloosheid en gedurende maximaal 100 dagen. HOOFDSTUK XIII. - Organisatie van de werkloosheid
Art. 30.De directies van de ondernemingen beslissen of de productie stopgezet en de werkloosheid moet ingevoerd worden. De werkloosheid wordt geregeld in dagen volledige arbeidsonderbreking.
De modaliteiten van de werkloosheid worden bovendien vooraf besproken en uitgewerkt met de vertegenwoordigers van de werknemers, met inbegrip van de vakbondsvrijgestelden.
Voor de verzending wordt in ieder geval gezorgd tijdens de dagen van arbeidsonderbreking. HOOFDSTUK XIV. - Kort verzuim
Art. 31.De toepassing van het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 11 september 1993), wordt uitgebreid tot de samenwonenden. HOOFDSTUK XV. - Plaatselijke kermissen
Art. 32.Ter gelegenheid van de plaatselijke kermissen, worden er twee betaalde dagen toegekend, op de volgende manier : - te Bierk : 1 betaalde feestdag en 1 bijkomende betaalde dag; - te Lessen (Carrières-Unies de Porphyre) : 2 lokale feestdagen in mei en in augustus waarvan 1 betaalde dag in mei, de tweede dag is onbetaald. Een derde dag wordt vrij opgenomen door de werknemer; - te Lessen (Ermitage) en te Quenast : 2 betaalde dagen voor de plaatselijke kermissen. HOOFDSTUK XVI. - Premie voor jongere schoolgaande werknemers
Art. 33.Een schoolpremie die gelijk is aan een verhoging met 3 pct. van het basisloon wordt toegekend aan de jongere werknemers die cursussen volgen in een erkende beroepsschool, onder de volgende voorwaarden : 1. de cursussen zijn bedoeld om de jongeren in hun beroep te vervolmaken;2. er is een getuigschrift of een bewijs nodig waaruit moet blijken dat zij geslaagd zijn voor de eindexamens;3. de cursussen worden gevolgd met de toestemming van de directie van de onderneming. HOOFDSTUK XVII. - Werkschoenen
Art. 34.De werkgevers leveren een paar veiligheidsschoenen aan alle werknemers. In principe wordt er een paar schoenen toegekend per periode van twaalf maanden.
Er wordt evenwel een ander paar schoenen kosteloos toegekend aan de werknemers die bewijzen dat hun eerste paar versleten is. HOOFDSTUK XVIII. - Arbeidsduur
Art. 35.De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 37 uur.
De toepassingsmodaliteiten worden vastgesteld op ondernemingsniveau.
Met arbeidsprestaties worden gelijkgesteld : de uren kort verzuim, de feestdagen, de dagen vakbondsopleiding en sociale promotie, economische werkloosheid, gewaarborgd weekloon voor arbeidsongeschiktheid in geval van ziekte of van arbeidsongeval, alsmede de inhaalrustdagen.
De inhaalrustdagen worden slechts vergoed op het ogenblik dat ze werkelijk worden genomen.
De programmatie van de inhaalrustdagen zal door de ondernemingsraden worden opgesteld of, bij gebrek hieraan, samen met de vakbondsafvaardigingen. HOOFDSTUK XIX. - Vakbondspremie
Art. 36.Er wordt een jaarlijkse premie die uitsluitend bestemd is voor de werkende of bruggepensioneerde georganiseerde werknemers gefinancierd door de betaling van een bedrag van 135 EUR/jaar vanaf 2009 per werknemer die is aangesloten bij de representatieve vakorganisaties van werknemers. Deze wordt aan het fonds voor bestaanszekerheid voor het bedrijf der porfiergroeven gestort.
Art. 37.Het bedrag van de premie moet worden betaald op het einde van februari van elk jaar voor de 12 voorbije maanden, op voorwaarde dat de vakbondsafvaardigingen deze overeenkomst hebben doen naleven.
Art. 38.De wijzen van toepassing van de in artikel 36 omschreven premie worden als volgt vastgesteld : Om recht te hebben op de totale premie : 1. moet de werknemer op 28 februari van het jaar ingeschreven zijn in de onderneming;2. moet de werknemer tenminste één dag hebben gewerkt tussen 1 maart van het voorbije jaar en 28 februari van het lopende jaar;3. moet de werknemer sinds 1 maart van de voorbije 12 maanden de vakbondsbijdragen hebben betaald.
Art. 39.De in artikel 36 bepaalde premie wordt betaald aan de bruggepensioneerde werknemers. De in artikel 38 en artikel 40, 1. en 2. bepaalde wijze van toekenning zijn op hen van toepassing.
Art. 40.De premie wordt betaald naar rato van één twaalfde per maand of gedeelte van een maand aanwezigheid aan de werknemers die in de loop van het refertedienstjaar : 1. in dienst zijn getreden in de onderneming;2. gepensioneerd zijn;3. overleden zijn (hun rechthebbenden genieten de voordelen);4. zijn overgegaan van de categorie "arbeider" naar de categorie "bediende";5. de onderneming hebben verlaten, behalve in geval van dringende reden.De werknemers die vrijwillig zijn weggegaan moeten ten minste drie maanden aanwezigheid in de sector hebben.
Art. 41.Op verzoek van een organisatie die de overeenkomst heeft ondertekend, houdt een door het paritair subcomité aangewezen persoon toezicht op de aansluiting van de rechthebbenden bij een vakbond voor één of verschillende exploitaties en bepaalt de bedragen van de premies die moeten betaald worden aan elk van de vakorganisaties die representatief zijn voor de werknemers. HOOFDSTUK XX. - Vakbondsopleiding
Art. 42.Met het oog op het verstrekken van een aangepaste vakbondsopleiding wordt er een werkgeversbijdrage van 0,0037 EUR per werkelijk gewerkt of hiermee gelijkgesteld uur gestort aan het "Fonds voor Bestaanszekerheid voor het bedrijf der porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant".
Het totaal bedrag van de ontvangsten wordt per kwartaal verdeeld onder de vakorganisaties naar rato van de bedragen van de premies aan de georganiseerden die werden gestort aan elk van deze vakorganisaties voor het vorige dienstjaar. HOOFDSTUK XXI. - Vastheid van betrekking en tewerkstellingsvolume Arbeidsvrede - Jaarlijkse premie A. Vastheid van betrekking en tewerkstellingsvolume
Art. 43.Ingeval dit absoluut noodzakelijk is, zal er slechts gedeeltelijke werkloosheid worden ingevoerd na overleg met de ondernemingsraden en de vakbondsafgevaardigden, met inbegrip van de vakbondsvrij-gestelden.
Dit overleg zal tot doel hebben de beurtregeling en de frequentie van de werkloosheid zo vast te stellen dat de individuele weerslag ervan zo min mogelijk nadelig is voor de werknemers.
De werkgevers zullen hun best doen om het tewerkstellingsvolume niet te veranderen.
Als er echter maatregelen moeten worden overwogen die de tewerkstelling betreffen, om het concur-rentievermogen van de ondernemingen te behouden, zullen de ondernemingsraden en de vakbondsafvaardigingen worden ingelicht voor elke beslissing en zullen er onderhandelingen gestart worden.
Bij tenminste gelijke kwalificatie en bekwaamheid, a priori gunstig voor het in aanmerking nemen door de werkgever van de kandidatuur : - van een uitzendkracht-werknemer voor een aanwerving met contract van bepaalde duur; - van een werknemer met een contract van bepaalde duur voor een aanwerving met contract van onbepaalde duur; indien volkomen gelijkheid op de arbeidsplaats.
In geval van herstructurering zullen de eventuele afvloeiingen bij voorkeur gebeuren door het systeem van brugpensioen.
De werknemers verbinden zich in overleg met de ondernemingsraden, of bij ontstentenis, met de syndicale afvaardiging, de aanwervings-, integratie-, of werkhoudingsmogelijkheden van personen met geestelijke of lichamelijke verminderde capaciteiten veroorzaakt of niet door een arbeidsongeval of een professionele ziekte te onderzoeken.
B. Uitzendarbeid
Art. 44.De verschillende partijen verklaren voorstander te zijn van naleving van de wetgeving door middel van arbeidsovereenkomsten met een maximum duur van drie maanden.
Na afloop van deze periode wordt er in dienst genomen met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.
De ondernemingsraden of bij gebrek hiervan de vakbondsorganisatie van de verschillende ondernemingen zullen driemaandelijks geïnformeerd worden.
De ondernemingsraden van de verschillende ondernemingen en, bij gebreke hiervan, de vakorganisaties, zullen het orgaan zijn dat hierover waakt.
De sociale partners willen de werkgelegenheid van werknemers en onder andere permanente werken blijven bevorden binnen de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant.
De bedrijfsdirecties, die verantwoordelijk zijn voor het beheer en het gebruik van onderaanneming, erkennen het recht op informatie aan het personeel en aan de vertegenwoordigers van het personeel.
De directies verbinden zich ertoe binnen hun respectieve onderneming de dialoog met de vertegenwoordigers van het personeel over onderaanneming te verbeteren door de respectieve rol van de vakbondsafvaardiging en/of de ondernemingsraad te bevorderen. De lokale directies zullen vooraf inlichten voor alle gekende en geplande belangrijke werkzaamheden.
De bijzondere modaliteiten van het informatieproces, de inhoud en de periodiciteit van de informatie worden lokaal nader bepaald met inachtneming van de bestaande praktijken.
De ondernemingsraden van de verschillende ondernemingen, bij onstentenis, de vakbondsorganisaties, zullen bevoegd zijn.
C. Sociale vrede
Art. 45.Deze overeenkomst houdt voor de partijen de verbintenis in de arbeidsvrede te handhaven tijdens de duur ervan.
D. Jaarlijkse premie
Art. 46.Voor de jaren 2009 en 2010 wordt een eindejaarspremie betaald aan alle werknemers die voldoen aan de in artikel 47 opgesomde voorwaarden.
Deze premie is gelijk aan 173 uren individueel loon voor Quenast en aan 168,7 uren voor Bierk en Lessen.
Het in aanmerking te nemen uurloon voor 2009 is dat van 1 november 2009 en voor 2010 dat van 1 november 2010.
Art. 47.A. De in artikel 46 bedoelde premie wordt onder de volgende voorwaarden betaald aan alle werknemers van de onderneming : 1. de geoorloofde gevallen van afwezigheid andere dan ziekte, de afwezigheden in geval van jaarlijkse vakantie, het kort verzuim, de vakbondsopleiding, wegens een verwonding op het werk of op de weg naar het werk, wegens een beroepsziekte, in geval van educatief verlof en iedere door de wet geoorloofde afwezigheid geven geen recht op een premievermindering;2. de werkloosheidsperiodes van 100 dagen in de regeling van 5 dagen geven geen recht tot enige vermindering van de premie;3. voor iedere andere afwezigheid brengt elk volledig gedeelte van 66 dagen het verlies van 1/4 van de jaarlijkse premie mee.Voor de werknemers waarvan de jaarlijkse premie het vorige jaar werd verminderd, brengt elk volledig gedeelte van 22 dagen het verlies van 1/12 van de premie mee. 4. voor de werknemers die deeltijds tewerkgesteld zijn of met tijdskrediet zullen de eindejaarspremies gestort worden naar rato van de gewerkte tijd. Alle jaren anciënniteit boven de 10 jaar in de porfiersector geven aanleiding tot de neutralisatie van 5 dagen afwezigheid wegens ziekte bij de berekening van de eindejaarspremie.
B. De gepensioneerden, de bruggepensioneerden, de militairen en de rechtverkrijgenden van overledenen ontvangen 1/4 van de premies per gewerkt of begonnen kwartaal.
C. De personen die ontslagen zijn om dringende redenen zijn uitgesloten van de aanspraak op de premies.
D. De personen die ontslagen zijn om economische redenen genieten dezelfde voordelen als de gepensioneerden, de militairen en de rechtverkrijgenden van overledenen.
E. De werknemers die de onderneming vrijwillig verlaten ontvangen 1/12 van de premies per volledige maand en de begonnen maand wordt als een volledige maand betaald. Om aanspraak te maken op deze bepaling, moeten de werknemers minstens 6 maanden ingeschreven zijn in het personeelsregister, wat erop neerkomt dat zij een anciënniteit van 6 maanden moeten hebben in een van de ondernemingen die ressorteren onder het paritair subcomité.
F. De werknemers die in de loop van het jaar in dienst worden genomen en die tenminste drie maanden anciënniteit hebben, ontvangen 1/12 van de premie per volledige maand.
Art. 48.De betaling van de in artikelen 46 en 47 bedoelde premie heeft uiterlijk plaats op het ogenblik van de betaling dat het dichtst bij Kerstmis ligt. HOOFDSTUK XXII. - Tegemoetkoming van de werkgevers in de vervoerskosten van de werknemers
Art. 49.In toepassing van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2008 en onverminderd de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 van 26 maart 1975 betreffende de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 februari 1993, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 maart 1993, en het koninklijk besluit van 3 februari 1997 houdende vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschapij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden (Belgisch Staatsblad van 20 februari 1997), ontvangen de werklieden, ongeacht het vervoermiddel dat zij gebruiken, een bedrag gelijk aan gemiddeld 75 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement 2e klasse (treinkaart) voor de afstand afgelegd over de weg tussen de woonplaats en de werkplaats.
Wat de werknemers betreft die een fiets gebruiken, zal een vergoeding van 0,20 EUR per kilometer worden toegekend.
De terugbetaling gebeurt ten minste maandelijks.
Art. 50.Een buitengewone premie van 150 EUR netto zal aan de werknemers gestort worden onder de vorm van vervoerskosten. HOOFDSTUK XXIII. - Terugkerende premie
Art. 51.Ieder jaar, op 1 mei wordt een terugkerende premie van 100 EUR netto betaald, pro rata temporis, aan het werkend personeel via het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het bedrijf der porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant".
Art. 52.Ieder jaar, in februari, wordt een vormingspremie van 0,05 EUR per gewerkt uur (arbeidsongevallen en gedeeltelijke werkloosheid worden gelijkgesteld) toegekend via het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het bedrijf der porfiergroeven in de provincie Henegouwen en der kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant".
Wat betreft de artikelen 51 en 52, loopt de referteperiode van 1 januari van het voorbije jaar tot 31 december van het lopende jaar en prorata temporis. HOOFDSTUK XXIV. - Maaltijdcheques
Art. 53.Vanaf 1 januari 2009 tot 30 juni 2009 wordt aan de werknemers, per werkelijk gepresteerde dag (minimum 3 opeenvolgende uren), een maaltijdcheque met een nominale waarde van 6 EUR toegestaan, waarvan 1,09 EUR ten laste van de werknemer.
Vanaf 1 juli 2009 wordt aan de werknemers, per werkelijk gepresteerde dag (minimum 3 opeenvolgende uren), een maaltijdcheque met een nominale waarde van 7 EUR toegestaan, waarvan 1,09 EUR ten laste van de werknemer. HOOFDSTUK XXV. - Arbeidsongeschiktheid
Art. 54.Voor de jaren 2009 en 2010 is er afschaffing van de eerste twee carenzdagen per jaar. HOOFDSTUK XXVI. - Tijdskrediet
Art. 55.Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77bis en 77ter zonder discriminatie inzake de uitgeoefende taak rekening houdend met de organisatie-eisen van elke exploitatie. HOOFDSTUK XXVII Aanvullend vakantiegeld voor de gepensioneerden
Art. 56.Vanaf 1 januari 2009 bedraagt het aanvullend vakantiegeld voor de gepensioneerden 110 EUR. HOOFDSTUK XXVIII. - Oppensioenstelling
Art. 57.Bij de oppensioenstelling wordt een cadeaucheque van 35 EUR toegekend, plus 2 EUR per jaar anciënniteit in de sector. HOOFDSTUK XXIX. - Cadeaucheque
Art. 58.Vanaf 2009 wordt, vóór 30 november, een cadeaucheque van 35 EUR/jaar toegekend aan elke werknemer. HOOFDSTUK XXX. - Functieopzegging
Art. 59.De functieopzegging wordt op 35 dagen gebracht. HOOFDSTUK XXXI. - Wettelijk kader
Art. 60.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst houden rekening met de maatregelen voorzien in het interprofessioneel akkoord voor de jaren 2009-2010. HOOFDSTUK XXXII. - Geldigheidsduur van de overeenkomst
Art. 61.a) Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht vanaf 1 januari 2009 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010. b) Er mogen voor de werkliedencategorieën geen eisen worden gesteld, behoudens wijzigingen van de arbeidsmethodes en -voorwaarden. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/12/2011 pub. 14/12/2011 numac 2011021110 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de Republiek Zuid-Soedan sluiten.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, J. MILQUET