Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 09 januari 2012

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vervoerskosten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011012087
pub.
09/01/2012
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vervoerskosten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vervoerskosten.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 december 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011 Vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 18 juli 2011 onder het nummer 104822/CO/112) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, alsook op de leerlingen in een systeem van alternerend leren.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Art. 2.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn alleen toepasselijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden van de woonplaats naar de werkplaats ten minste 1 kilometer bedragen. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer Afdeling 1. - Vervoer per spoor

Art. 3.De arbeider die zich met de trein verplaatst, ontvangt een werkgeverstegemoetkoming gelijk aan de volledige terugbetaling van de totale kost van het sociaal abonnement. Afdeling 2. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer

Art. 4.Wat de andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen betreft, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, zullen deze kosten eveneens volledig worden terugbetaald door de werkgever.

Art. 5.De modaliteiten van de bijdrage van de werkgevers ten gunste van de arbeiders die dit type van vervoer gebruiken, worden vastgesteld als volgt : - De arbeider legt aan de werkgever een ondertekende verklaring voor, waarbij verzekerd wordt dat hij gewoonlijk een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, voor de verplaatsing van de woonplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd en preciseert het aantal effectief afgelegde kilometers.

Hij waakt erover in de kortst mogelijke tijd alle wijzigingen in deze toestand te signaleren. - De werkgever kan op elk ogenblik de authenticiteit van de hierboven bedoelde verklaring nagaan. Afdeling 3. - Gemengde openbare vervoermiddelen

Art. 6.Als de arbeider verschillende openbare vervoermiddelen gebruikt, zullen deze volledig worden terugbetaald door de werkgever. Afdeling 4. - Vervoer geheel of gedeeltelijk door de werkgever

georganiseerd

Art. 7.Op ondernemingsvlak kunnen afspraken worden gemaakt over collectief georganiseerd vervoer. HOOFDSTUK III. - Privé vervoer

Art. 8.Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet, heeft de arbeider recht op een dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009.

De verplaatsing met het eigen vervoer heeft betrekking op alle mogelijke eigen vervoermiddelen.

Art. 9.Deze dagvergoeding wordt bekomen door de werkgeversbijdrage in het weekabonnement van de NMBS te delen door 5.

Art. 10.Voor de arbeider die zich, voor een gedeelte of de ganse afstand, met de fiets verplaatst wordt de tussenkomst van de werkgever bedoeld in artikel 8 en artikel 9 beschouwd als een fietsvergoeding.

De werkgever zal op vraag van de arbeider jaarlijks de nodige gegevens bevestigen die het de arbeider mogelijk maakt zijn fietsgebruik aan te tonen. Deze gegevens hebben betrekking op de in aanmerking genomen afstand tot de werkplaats, het aantal gewerkte dagen en de betaalde vergoeding.

Art. 11.Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS. Hierdoor werden de dagvergoedingen op 1 februari 2011 vastgelegd conform de tabel opgenomen in bijlage.

Art. 12.Als de arbeider zich met zijn eigen voertuig naar zijn werk verplaatst en als werkzaamheden op de weg tussen zijn woonplaats en zijn werkplaats uitgevoerd worden, moet de werkgever de aanvullende verplaatsing betalen voor zover de volgende criteria aanwezig zijn : - werkzaamheden met een minimale duur van 4 weken; - de normale afstand moet 5 km langer zijn (heen-terug). HOOFDSTUK IV. - Betalingsmodaliteiten

Art. 13.De bijdrage van de werkgevers in de door de arbeiders gedragen vervoerskosten wordt maandelijks betaald voor het vervoerbewijs met geldigheid voor één maand, en éénmaal per week voor de vervoerbewijzen met geldigheid van één week.

Art. 14.De bijdrage van de werkgevers in de vervoerkosten per spoor wordt betaald tegen indiening van het speciaal getuigschrift voor de sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS. De bijdrage van de werkgevers in de kosten voor het vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, wordt betaald tegen overhandiging van het vervoerbewijs afgeleverd door deze maatschappijen.

Art. 15.De werkgever komt tussen in de kosten veroorzaakt door de andere vervoermiddelen op voorwaarde dat de arbeider het bewijs levert van de werkelijk afgelegde afstand.

Indien de arbeider dit bewijs niet kan leveren, wordt de berekening, in gemeen akkoord tussen de partijen, afzonderlijk in iedere onderneming opgemaakt, rekening houdende met de plaatselijke bijzonderheden.

De arbeider mag niet weigeren het(de) eventueel(ele) vervoerbewijs(zen) of, bij ontstentenis, een door hem ondertekende verklaring, nodig voor het vaststellen van de afgelegde afstand, aan de werkgever voor te leggen.

Art. 16.In het kader van de toepassing van artikel 12, betaalt de werkgever de aanvullende verplaatsing veroorzaakt door de werkzaamheden vanaf de dag waarop deze werkzaamheden gestart zijn. HOOFDSTUK V. - Specifieke bepalingen

Art. 17.Alternerend leren Indien een leerling in een systeem van alternerend leren zich naar het werk verplaatst, heeft hij recht op dezelfde vervoerskosten, zoals opgenomen in hoofdstuk II en III van deze overeenkomst.

Deze bepaling betreft alleen de jongeren die een leervergoeding ontvangen in het kader van het industrieel leerlingwezen of van het middenstandsonderwijs.

Art. 18.Verplaatsing naar opleiding Indien een arbeider zich verplaatst naar een vormingscursus, heeft hij recht op de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstuk II en III van deze overeenkomst. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerskosten van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 april 2010 (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2010).

Art. 20.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2011 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de vervoerskosten In uitvoering van hoofdstuk III De dagbedragen worden op 1 februari 2011 als volgt vastgelegd :

PC/CP 112

Privévervoer - Transport privé

Tabel "Werkgeversbijdrage in het woon-werk verkeer" Tableau "Intervention dans le transport domicile-travail"

Vanaf 1 februari 2011 A partir du 1er février 2011

Aantal km Distance en km

Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5 d./week) Intervention journalière de l'employeur (5 j./semaine)

Aantal km Distance en km

Dagelijkse bijdrage van de werkgevers (5 d./week) Intervention journalière de l'employeur (5 j./semaine)

1

0,88

43-45

4,52

2

0,98

46-48

4,80

3

1,08

49-51

5,02

4

1,16

52-54

5,18

5

1,26

55-57

5,38

6

1,34

58-60

5,60

7

1,40

61-65

5,80

8

1,49

66-70

6,10

9

1,57

71-75

6,30

10

1,65

76-80

6,71

11

1,75

81-85

6,91

12

1,83

86-90

7,22

13

1,91

91-95

7,53

14

1,99

96-100

7,73

15

2,07

101-105

8,03

16

2,17

106-110

8,33

17

2,25

111-115

8,65

18

2,34

116-120

8,95

19

2,44

121-125

9,15

20

2,53

126-130

9,46

21

2,61

131-135

9,76

22

2,69

136-140

9,96

23

2,79

141-145

10,38

24

2,87

146-150

10,78

25

2,93

151-155

10,78

26

3,05

156-160

11,18

27

3,11

161-165

11,39

28

3,17

166-170

11,60

29

3,29

171-175

12,00

30

3,35

176-180

12,20

31-33

3,50

181-185

12,61

34-36

3,78

186-190

12,81

37-39

4,01

191-195

13,01

40-42

4,27

196-200

13,43


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 december 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^