gepubliceerd op 10 april 2009
Reglement van orde voor taaltesten Doctors en licentiaten in de rechten Taalexamens georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 december 2002 tot regeling van de examens waarbij de doctors en licentiaten in de Taalexamens georganiseerd overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van het hierboven vermelde koninklijk (...)
SELOR - SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID
Reglement van orde voor taaltesten Doctors en licentiaten in de rechten Taalexamens georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 december 2002 tot regeling van de examens waarbij de doctors en licentiaten in de rechten in de gelegenheid worden gesteld te voldoen aan het voorschrift van artikel 43quinquies van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.
Taalexamens georganiseerd overeenkomstig de artikelen 5 en 6 van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 19 december 2002 Voor zover de nadere regels eigen aan de aard van de taalexamens niet bepaald zijn door de wet of het voornoemd koninklijk besluit, heeft de afgevaardigd bestuurder van SELOR besloten dat : 1° De kandidaat slaagt enkel voor de proef over de schriftelijke kennis indien hij geschikt wordt bevonden voor de twee gedeeltes van de proef : passieve kennis of actieve en passieve kennis van de juridische woordenschat, enerzijds, en samenvatting en commentaar van een vonnis of arrest, anderzijds.2° Voor wat de passieve kennis of actieve en passieve kennis van de juridische woordenschat betreft, zal geen enkel andere vertaling als juist worden beschouwd dan deze die opgenomen is in de syllabus die in 2009 gepubliceerd is.3° § 1.Voor de oefeningen over de passieve kennis van de juridische woordenschat zullen de vragen bestaan uit een reeks termen in de taal van het examen. Deze termen worden al dan niet in een context geplaatst die er de juiste betekenis van preciseert. De kandidaat dient de vertaling te geven in de taal van zijn/haar diploma. § 2. Voor de oefeningen over de actieve kennis van de juridische woordenschat zullen de vragen bestaan uit een reeks termen in de taal van het diploma van de kandidaat. Deze termen worden al dan niet in een context geplaatst die er de juiste betekenis van preciseert. De kandidaat dient de vertaling te geven in de taal van het examen. 4° § 1.In het eerste gedeelte (passieve kennis van de juridische woordenschat) van de proef over de schriftelijke kennis georganiseerd overeenkomstig het artikel 5 van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 19 december 2002, krijgen de kandidaten 70 woordenschatvragen. § 2. In het eerste gedeelte (actieve en passieve kennis van de juridische woordenschat) van de proef over de schriftelijke kennis georganiseerd overeenkomstig het artikel 6 van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 19 december 2002, krijgen de kandidaten twee reeksen woordenschatvragen : 70 voor de actieve kennis en 70 voor de passieve kennis. 5° § 1.Om te slagen voor het eerste gedeelte (passieve kennis van de juridische woordenschat) van de proef over de schriftelijke kennis georganiseerd overeenkomstig het artikel 5 van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 19 december 2002, dient de kandidaat juist te antwoorden op 60 vragen van een totaal van 70. § 2. Om te slagen voor het eerste gedeelte (actieve en passieve kennis van de juridische woordenschat) van de proef over de schriftelijke kennis georganiseerd overeenkomstig het artikel 6 van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 19 december 2002, dient de kandidaat juist te antwoorden op 115 vragen van een totaal van 140. § 3. De in §§ 1 en 2 vastgelegde minima worden vastgesteld voor de twee examens van het jaar 2009 (april-oktober). 6° De schrijffouten die tijdens de proef over de actieve en passieve kennis van de juridische woordenschat gemaakt worden, worden als een fout antwoord gerekend.Bij substantieven hoeft het lidwoord niet te worden ingevuld. Indien een foutief lidwoord gegeven is, wordt de helft van de punten voor die vraag afgetrokken. 7° Er wordt geen enkele gedeeltelijke of volledige vrijstelling per proef of per gedeelte van een proef toegekend. Brussel, 10 maart 2009.
M. VAN HEMELRIJCK, afgevaardigd bestuurder.