gepubliceerd op 14 januari 2010
Bindende unanieme beslissing nr. 28/2009 van 21 april 2009 van de stuurgroep van de provinciale registratiecommissies genomen in uitvoering van artikel 15 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403 Advies met betrekking tot de weigering van de registratie als aannemer voor de Openbare Centra voor(...)
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID
Bindende unanieme beslissing nr. 28/2009 van 21 april 2009 van de stuurgroep van de provinciale registratiecommissies genomen in uitvoering van artikel 15 van het koninklijk besluit van 27 december 2007 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders Advies met betrekking tot de weigering van de registratie als aannemer voor de Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn.
Probleemstelling : Kan een O.C.M.W. in aanmerking komen voor een registratie als aannemer ? Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn wanneer het O.C.M.W. een klusjesdienst in eigen beheer heeft ten behoeve van bepaalde inwoners van de gemeente, die er, tegen betaling, beroep kunnen op doen voor kleine herstellings- of onderhoudswerken. Voor zover deze werken onder het toepassingsgebied vallen van de registratiereglementering, zouden deze aanleiding kunnen geven tot de toepassing van het verlaagde BTW-tarief van 6 %.
Antwoord : Net zoals ieder ander aannemingsbedrijf dat voor registratie in aanmerking wenst te komen, moet in eerste instantie voldaan zijn aan de voorwaarden van artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 december 2007.
Zo bepaalt artikel 2 in punt 2° : « voor een in artikel 1 bedoelde werkzaamheid, ofwel ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen in de hoedanigheid van een handels- of ambachtonderneming, ofwel in het handelsregister of in het beroepsregister volgens de eisen van de wetgeving van de lidstaat van de Europese Economische Ruimte of van de staat waarvan de ondernemingen ingevolge een internationaal akkoord in België op dezelfde manier moeten worden behandeld als de Belgische ondernemingen, waar zij zijn gevestigd. » Voor een in België gevestigde aannemer, is een inschrijving in de KBO als handels- of ambachtonderneming noodzakelijk. Aangezien de vestiging buiten België onmogelijk is voor een O.C.M.W., is bovenstaande regel alleszins van toepassing.
Een handelsonderneming kan worden omschreven als een onderneming met het doel om handel te drijven, een ambachtonderneming verwijst eerder naar een bepaald vakmanschap.
Artikel 2 van de Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (Belgisch Staatsblad 5 augustus 1976) bepaalt : « De Openbare Centra voor maatschappelijk welzijn zijn openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid.Zij vervangen de commissies van openbare onderstand waarvan zij alle goederen, rechten, lasten en verplichtingen overnemen.
Iedere gemeente van het Rijk wordt bediend door een Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn. » Hieruit kan worden geconcludeerd dat het O.C.M.W. wel voldoet aan de voorwaarde van de rechtspersoonlijkheid, maar er blijkt eveneens uit dat het in de eerste plaats een openbare instelling is en dus geen handels- of ambachtsonderneming. Het O.C.M.W. staat ten dienste van alle inwoners en heeft als doel het recht op maatschappelijke dienstverlening voor iedereen te verzekeren.
Men kan een O.C.M.W. derhalve niet beschouwen als een onderneming die tot doel heeft handel te drijven, zodat vastgesteld moet worden dat het niet in de hoedanigheid van een handelsonderneming kan worden ingeschreven in de KBO. Een O.C.M.W. heeft een fundamenteel ander doel, met name maatschappelijke dienstverlening. Deze dienstverlening heeft tot doel éénieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.
Conclusie : Aangezien een O.C.M.W. niet voldoet aan de vereisten van artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 december 2007, en het meer bepaald niet kan voldoen aan de voorwaarde van inschrijving als handels- of ambachtonderneming in de Kruispuntbank van de ondernemingen, kan een dergelijke instelling niet in aanmerking komen om te worden geregistreerd.
Het verdient aanbeveling dat dit advies wordt nagevolgd door alle provinciale registratiecommissies om tot een eenvormigheid in de beslissingen te komen.
Voor de stuurgroep : De voorzitter, S. LEO Samenstelling van de stuurgroep : - Een vertegenwoordiger van de Federatie van Algemene Bouwaannemers - Een vertegenwoordiger van het ACLVB - Een vertegenwoordiger van CSC Bâtiment et Industrie - Een vertegenwoordiger van ACV Bouw en Industrie - Een vertegenwoordiger van Agoria - Een vertegenwoordiger van Bouwunie - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid - Twee vertegenwoordigers van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie - Een vertegenwoordiger van CGSLB - Een vertegenwoordiger van de Centrale générale FGTB - Een vertegenwoordiger van de Confederatie Bouw - Een vertegenwoordiger van het ABVV.