Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 13 januari 2010

Bindende unanieme beslissing nr. 17 van 21 december 2006 van de stuurgroep van de provinciale registratiecommissies genomen in uitvoering van artikel 16, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 26 december 1998 tot uitvoering van de art Advies met betrekking tot de notie : "misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast"(...)

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2009022538
pub.
13/01/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID


Bindende unanieme beslissing nr. 17 van 21 december 2006 van de stuurgroep van de provinciale registratiecommissies genomen in uitvoering van artikel 16, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 26 december 1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders Advies met betrekking tot de notie : "misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast".

Vraagstelling : Welke misdrijven, bedoeld in artikel 6, 1° b) en 2°, d), die aanleiding hebben gegeven tot een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, leiden tot een aantasting van de professionele integriteit ? Elementen van antwoord : In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat elke provinciale registratiecommissie op autonome wijze en per individueel geval moet oordelen of de aanvrager van een registratienummer aan alle voorwaarden voldoet.

Niettemin kunnen, voor de beoordeling van de vermeldingen op het uittreksel uit het strafregister (getuigschrift van goed zedelijk gedrag), een aantal elementen en beschouwingen als leidraad worden genomen.

Het bij de aanvraag voegen van het uittreksel uit het strafregister (of bij ontstentenis een gelijkwaardig document van de lidstaat van vestiging), is op straffe van niet-ontvankelijkheid voorgeschreven krachtens artikel 6, 1° b) en 2° d) van het koninklijk besluit van 26 december 1998 (tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, Belgisch Staatsblad 31 december 1998).

Uit dat uittreksel moet blijken dat de aanvrager, in het geval van een natuurlijk persoon, of dat de bestuurders, zaakvoerders en personen die bevoegd zijn om de rechtspersoon te verbinden, in het geval van een rechtspersoon, niet bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis veroordeeld zijn geweest voor een misdrijf dat hun professionele integriteit aantast.

De wetgever geeft geen verdere verduidelijking over wat hij verstaat onder "professionele integriteit".

Uit de geciteerde bepalingen blijkt alleszins dat niet ieder in kracht van gewijsde gegaan vonnis moet leiden tot de afwijzing van de aanvraag of tot een schrapping van het registratienummer.

Het misdrijf dat aanleiding heeft gegeven tot het vonnis, moet voldoen aan de voorwaarde van aantasting van de professionele integriteit van de aannemer.

Gerechtelijke veroordelingen omwille van sociaalrechtelijke of fiscaalrechtelijke inbreuken, begaan in de loop van de vijf voorgaande jaren, leiden krachtens artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 26 december 1998 tot het gevolg dat de aannemer niet (langer) aan de voorwaarden voldoet en bijgevolg niet (langer) over een registratienummer kan beschikken. Van dit soort veroordelingen moet worden aangenomen dat zij de professionele integriteit, bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit, van de aannemer aantasten.

In geval van andere gerechtelijke veroordelingen dient door de provinciale registratiecommissie per individueel geval te worden beoordeeld in welke mate de professionele integriteit van de aannemer is aangetast.

Algemeen kan worden aangenomen dat het misdrijf, dat wordt gepleegd op het ogenblik en op de plaats waar de aannemer zijn professionele activiteit uitoefent, en waarvoor hij wordt veroordeeld door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, een inbreuk uitmaakt op zijn professionele integriteit. In dat geval kan de commissie immers oordelen dat het misdrijf werd gepleegd naar aanleiding van de uitoefening van zijn professionele activiteit.

Daarbij zal de commissie per geval moeten rekening houden met de aard van het misdrijf, de plaats waar het misdrijf werd begaan en de omstandigheden waarin het heeft plaatsgevonden. Om zich van dit alles te vergewissen kan de commissie het vonnis ter inzage opvragen, en indien nodig de betrokkene(n) horen.

Als besluit moet dan ook gesteld worden dat de provinciale registratiecommissie, in eer en geweten, moet oordelen in welke mate een veroordeling, vermeld op het uittreksel uit het strafregister, de professionele integriteit aantast.

Naar de letter en de geest van de wet verhindert de vermelding van een veroordeling op het uittreksel uit het strafregister de toekenning van een registratienummer niet, voor zover zij de professionele integriteit niet aantast. Een misdrijf dat niet begaan wordt naar aanleiding van de uitoefening van zijn beroep, kan in geen geval worden beschouwd als een aantasting van de professionele integriteit, behalve voor wat betreft de sociaalrechtelijke en fiscaalrechtelijke inbreuken.

Conclusie : De professionele integriteit van een aannemer is aangetast wanneer hij bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis is veroordeeld voor : -sociaalrechtelijke of fiscaalrechtelijke misdrijven, voor zover het vonnis kracht van gewijsde heeft gekregen in de loop van vijf jaren vóór de aanvraag; - andere misdrijven wanneer uit de aard van het misdrijf, de plaats waar het misdrijf werd begaan en de omstandigheden waarin het heeft plaatsgevonden, blijkt dat het werd begaan naar aanleiding van de uitoefening van zijn professionele activiteit.

Voor de stuurgroep : De voorzitter, S. LEO Samenstelling van de stuurgroep : - Een vertegenwoordiger van de Federatie van Algemene Bouwaannemers - Een vertegenwoordiger van het ACLVB - Een vertegenwoordiger van CSC Bâtiment et Industrie - Een vertegenwoordiger van ACV Bouw en Industrie - Een vertegenwoordiger van Agoria - Een vertegenwoordiger van BOUWUNIE - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid - Een vertegenwoordiger van CGSLB - Een vertegenwoordiger van de Centrale générale FGTB - Een vertegenwoordiger van de Confederatie Bouw - Een vertegenwoordiger van het ABVV

^