FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

Bindende unanieme beslissing nr. 11 van de stuurgroep van de provinciale registratiecommissies genomen in uitvoering van artikel 16, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 26 december 1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders Advies met betrekking tot de personeelscode in het registratienummer.

Vraagstelling : 1.Welke personeelscodes dienen opgenomen te worden in het registratienummer : « 0 » en « 1 », of « 0 », « 1 », « 2 » en « 3 » ? 2. Dient uit de registratienummers van buitenlandse ondernemingen die in België (gedetacheerd) personeel tewerkstellen eveneens te blijken dat zij werkgever zijn ? Antwoord van de stuurgroep : 1.Met betrekking tot de eerste vraag nl. welke personeelscodes moeten opgenomen worden in het registratienummer Met betrekking tot de eerste vraag, nl. welke personeelscodes moeten opgenomen worden in het registratienummer, « 0 » en « 1 »of « 0 », « 1 », « 2 » en « 3 », dient bevestigd te worden dat tot op heden hierover nog geen (nieuwe) instructies werden gegeven.

Naar aanleiding van de totstandkoming van de huidige reglementering werd als standpunt ingenomen dat de tot dan toe gehanteerde werkwijze, waarbij in het koninklijk besluit van 5 oktober 1978 zelf een onderscheid werd gemaakt tussen drie werkgeverscategorieën naargelang het aantal tewerkgestelde werknemers (art 13, § 2 koninklijk besluit van 5 oktober 1978), zou verlaten worden voor de werkwijze waarbij slechts nog een onderscheid wordt gemaakt naargelang de aannemer al dan niet personeel in dienst heeft. Dit vond vroeger zijn weerslag in de personeelscodes « 0 », « 1 », « 2 » en « 3 » in het registratienummer.

In het koninklijk besluit van 26 december 1998 werd geen gelijkaardige bepaling opgenomen als in het koninklijk besluit van 5 oktober 1978.

Uit een rondvraag bij de provinciale registratiecommissies is gebleken dat alle Vlaamse provinciale registratiecommissies de codes « 0 » en « 1 » hanteren. Langs Franstalige zijde werd vastgesteld dat enkel de provinciale registratiecommissie van Henegouwen de codes « 0 » en « 1 » gebruikt.

In het licht van de voormelde wetswijziging, waardoor niet langer voorzien is in de registratiereglementering om een onderscheid te maken in de personeelscode naargelang het aantal werknemers, en gezien de meerderheid van de provinciale registratiecommissies enkel nog een registratienummer toekent met de codes « 0 » en « 1 » wordt aan alle provinciale registratiecommissies gevraagd om dit vanaf nu op een uniforme wijze te doen door enkel nog gebruik te maken van de personeelscodes « 0 » en « 1 ». De code « 0 » zal gehanteerd worden in het geval de aannemer geen personeel tewerkstelt en de code « 1 » in het geval hij wel personeel tewerkstelt.

Daarbij kan worden verduidelijkt dat de code « 1 » ook zal moeten toegepast worden wanneer de aannemer wel over personeel beschikt, maar dit personeel niet zou inzetten voor zijn activiteiten die onder de registratiereglementering vallen maar voor andere werkzaamheden.

Vanaf het ogenblik dat een geregistreerde aannemer-werkgever geen personeel meer in dienst heeft, dient de personeelscode « 1 » in principe opnieuw « 0 » te worden. Hierbij wordt het aan de provinciale registratiecommissies zelf overgelaten om te oordelen of een bepaalde situatie duurzaam genoeg is om een wijziging van het registratienummer te rechtvaardigen, teneinde onnodige werklast te voorkomen.

Reeds bestaande (en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde) registratienummers dienen niet gewijzigd te worden enkel naar aanleiding van het uitvaardigen van onderhavige richtlijn. De bestaande registratienummers kunnen aangepast worden aan deze richtlijn naar aanleiding van een herziening. 2. M.b.t. de tweede vraag, nl. de samenstelling van het registratienummer van buitenlandse werkgevers Op de vraag of uit het registratienummer van buitenlandse ondernemingen die in België (gedetacheerd) personeel tewerkstellen moet blijken dat zij werkgever zijn, dient bevestigend geantwoord te worden.

Er is immers geen uitzonderingsregel voorzien voor deze ondernemingen.

Conclusie : De provinciale registratiecommissies dienen met ingang van 1 juni 2004 de personeelscodes « 0 » en « 1 » te hanteren : « 0 » voor geen personeel en « 1 » voor personeel.

Reeds bestaande (en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde) registratienummers dienen niet gewijzigd te worden enkel naar aanleiding van het uitvaardigen van onderhavige richtlijn. De bestaande registratienummers kunnen aangepast worden aan deze richtlijn naar aanleiding van een herziening.

Uit het registratienummer van buitenlandse ondernemingen die in België (gedetacheerd) personeel tewerkstellen moet eveneens blijken of zij al dan niet werkgever zijn.

Voor de stuurgroep : De voorzitter, I. BRISART Samenstelling van de stuurgroep : - Een vertegenwoordiger van de Federatie van Algemene Bouwaannemers - Een vertegenwoordiger van het ACLVB - Een vertegenwoordiger van CSC Bâtiment et Industrie - Een vertegenwoordiger van ACV Bouw en Industrie - Een vertegenwoordiger van Agoria - Een vertegenwoordiger van BOUWUNIE - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën - Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid - Een vertegenwoordiger van CGSLB - Een vertegenwoordiger van de Centrale générale FGTB - Een vertegenwoordiger van de Confederatie Bouw - Een vertegenwoordiger van het ABVV