Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 13 september 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2005 ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201425
pub.
13/09/2006
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 MEI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2005 ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2005 ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2005 Aanpassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2005 ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 5 januari 2006 onder het nummer 77887/CO/329)

Artikel 1.Toepassingsgebied § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de organisaties of instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. § 2. In afwijking van het bepaalde onder § 1 van dit artikel is deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing op de werkgevers die er blijk van geven gebonden te zijn door een buiten het paritair comité gesloten collectieve arbeidsovereenkomst die dezelfde aangelegenheid regelt en op grond waarvan zij een vrijstelling genieten van de voor de risicogroepen bestemde patronale bijdragen.

Art. 2.Bijdragen Artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2005 ter bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (geregistreerd onder het nr. 75659/CO/329) wordt vervangen door de volgende woorden : « De werkgever moet voor elk kwartaal in 2005 en 2006 een bijdrage storten van 0,10 pct., berekend op basis van de brutolonen betaald aan de werknemers, aan het in artikel 4 vermelde fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de financiële middelen een fonds vormen dat het mogelijk moet maken de doelstelling, vastgelegd in artikel 1, te bereiken.

Als uitzondering hierop moeten de werkgevers de bijdrage voor het eerste kwartaal 2005, het tweede kwartaal 2005, het derde kwartaal 2005 en het vierde kwartaal 2005 niet betalen en wordt de bijdrage voor het tweede en derde kwartaal 2006 vastgesteld op 0,30 pct.

Deze bijdragen moeten op hetzelfde ogenblik aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gestort als de sociale zekerheidsbijdragen. »

Art. 3.Inwerkingtreding en duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een bepaalde duur.

Zij treedt in werking op 1 januari 2005 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 mei 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^