Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit
gepubliceerd op 16 november 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012355
pub.
16/11/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 Toekenning van een eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2004 onder het nummer 72025/CO/323) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden.

Voor de toepassing van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst moet worden verstaan onder "werknemers" : de bedienden, de arbeiders en de conciërges, zowel mannen als vrouwen, zoals gedefinieerd in artikelen 3, 5 en 7, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 betreffende de beroepsindeling en de lonen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, met uitsluiting van de dienstboden, zoals gedefinieerd in artikel 8 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Bedrag

Art. 2.§ 1. Bedienden Voor zover voldaan wordt aan de hierna vermelde voorwaarden wordt een jaarlijkse premie gelijk aan het maandloon betaald aan de bedienden.

Commerciële medewerkers die geheel of gedeeltelijk op basis van commissies worden vergoed, hebben eveneens recht op een (eventueel) beperkte eindejaarspremie begrensd tot het hoogste bedrag van de 3e categorie, tenzij de vaste wedde hoger is dan het bedrag van de 3e categorie. In dat geval wordt de premie beperkt tot het bedrag van de vaste wedde. § 2. Huisbewaarders met een arbeidsovereenkomst voor bedienden Voorzover voldaan wordt aan de voorwaarden hierna vermeld, wordt aan de huisbewaarders met een arbeidsovereenkomst voor bedienden, een jaarlijkse premie toegekend waarvan het bedrag als volgt wordt vastgesteld : - in december 2005 - 4,17 pct. van het verdiende brutoloon van het dienstjaar; - in december 2006 - 6,25 pct. van het verdiende brutoloon van het dienstjaar; - vanaf december 2007 - 8,33 pct. van het verdiende brutoloon van het dienstjaar.

Onder "brutoloon" wordt verstaan : - het brutoloon met inbegrip van de contractuele premies die rechtstreeks verbonden zijn aan de door de werknemers verrichte prestaties waarop inhoudingen door de sociale zekerheid worden verricht en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt; - vermeerderd met het gewoon vakantiegeld.

Het brutoloon omvat ook de voordelen in natura die aan de inhoudingen voor sociale zekerheid onderworpen zijn.

Daarentegen worden premies of vergoedingen die als tegenwaarde van werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen.

Art. 3.Arbeiders en huisbewaarders met een arbeidsovereenkomst voor werklieden § 1. Voorzover voldaan wordt aan de voorwaarden hierna vermeld, wordt aan de arbeiders en huisbewaarders met een arbeidsovereenkomst voor werklieden een jaarlijkse premie toegekend waarvan het bedrag als volgt wordt vastgesteld : - in december 2005 - 4,17 pct. van het verdiende brutoloon van het dienstjaar; - in december 2006 - 6,25 pct. van het verdiende brutoloon van het dienstjaar; - vanaf december 2007 - 8,33 pct. van het verdiende brutoloon van het dienstjaar. § 2. Onder "brutoloon" wordt verstaan : - het brutoloon met inbegrip van de contractuele premies die rechtstreeks verbonden zijn aan de door de werknemers verrichte prestaties waarop inhoudingen door de sociale zekerheid worden verricht en waarvan de periodiciteit van betaling geen maand overschrijdt; - vermeerderd met het gewoon vakantiegeld.

Het brutoloon omvat ook de voordelen in natura die aan de inhoudingen voor sociale zekerheid onderworpen zijn.

Daarentegen worden premies of vergoedingen die als tegenwaarde van werkelijke kosten worden verleend, niet in aanmerking genomen. § 3. Onder "dienstjaar" wordt verstaan : de periode van 12 maanden ingaand op 1 juli van het vorig kalenderjaar tot 30 juni van het lopend kalenderjaar. § 4. Deze premie wordt betaald door het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen" (hieronder "fonds" benoemd), volgens modaliteiten vastgelegd door de raad van bestuur van het fonds. § 5. Overgangsmaatregelen Voor de arbeiders en huisbewaarders die, voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst, recht hebben op een eindejaarspremie (of een gelijkwaardig voordeel), betalen de werkgevers : - in december 2005 : het verschil tussen het bedrag waarop ze recht hebben (op basis van dezelfde toekenningsmodaliteiten en berekeningswijze die van toepassing waren bij de betaling van de laatste premie) en de tussenkomst van het fonds, vastgelegd op 4,17 pct. van het verdiende brutoloon van het dienstjaar; - in december 2006 : het verschil tussen het bedrag waarop ze recht hebben (op basis van dezelfde toekenningsmodaliteiten en berekeningswijze die van toepassing waren bij de betaling van de laatste premie) en de tussenkomst van het fonds, vastgelegd op 6,25 pct. van het verdiende brutoloon van het dienstjaar. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten

Art. 4.De te vervullen voorwaarden zijn de volgende : - verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst op het ogenblik van de betaling van de premie, behalve voor de artikel 7 vermelde gevallen; - een anciënniteit hebben van ten minste 6 maanden op het ogenblik van de betaling van de premie; - in de onderneming in dienst zijn getreden ten laatste de eerste dag van het beschouwde werkjaar, voor de werknemers die in de onderneming in dienst zijn getreden na de eerste dag van het beschouwde werknaar en die een effectieve aanwezigheid hebben van ten minste 6 maanden, verhoudt de premie zich tot het aantal maanden effectieve prestatie.

Art. 5.Het bedrag van de premie mag worden herleid naar rato van de afwezigheden in de loop van het jaar, die niet voortspruiten uit de toepassing van de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen inzake jaarlijkse vakantie, wettelijke feestdagen, kort verzuim, beroepsziekte, arbeidsongeval en bevallingsrust en van 60 dagen ziekte of ongeval.

Art. 6.Behoudens andere bepalingen overeengekomen op ondernemingsvlak, wordt deze premie betaald samen met het loon van december.

Art. 7.Hebben recht op de premie berekend naar rato van de prestaties van het lopende werkjaar, wanneer zij de ondernemingen verlaten voor de datum van betaling van de premie en voorzover zij een anciënniteit hebben van zes maanden op het ogenblik van hun vertrek : a) de werknemers die, behalve om dwingende reden, door de werkgever in de loop van het jaar werden ontslagen;b) de gepensioneerden;c) de bruggepensioneerden (in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, aangevuld bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17bis gesloten op 29 januari 1976 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1976); d) de gerechtigden van een brugpensioen (in toepassing van het koninklijk besluit nr.95 van 28 september 1982 betreffende het brugrustpensioen voor werknemers (Belgisch Staatsblad van 29 september 1985).

Hebben recht op een premie naar rato van de prestaties van het lopende werkjaar, de werknemers die in de loop van het jaar, zelf ontslag hebben genomen en voorzover zij een anciënniteit in het bedrijf van minstens 5 jaar kunnen bewijzen.

Art. 8.Voornoemde bepalingen zijn niet van toepassing op : - de ondernemingen die in de loop van het jaar een evenwaardig voordeel toekennen, welke ook haar benaming weze, hetzij onder vorm van een conventionele premie, hetzij ten titel van gift; - de ondernemingen die op hun niveau bij overeenkomst de lonen en andere arbeidsvoorwaarden van hun werknemers regelen, voorzover de in deze overeenkomst toegekende voordelen samengenomen ten minste gelijk zijn aan de voordelen voorzien door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 9.De eindejaarspremie zal eveneens naar rato worden uitbetaald aan de werknemers die werden aangeworven binnen het kader van een contract voor bepaalde duur van ten minste 6 maanden en die de onderneming verlaten voor de betaling van de premie.

Het recht op de premie berekend naar rato van de prestaties van het lopende werkjaar wordt per volledig gepresteerde kalendermaand toegekend. HOOFDSTUK IV. - Duur van de overeenkomst

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2004.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde duur en kan door één der partijen opgezegd worden, mits een opzegging van 3 maanden, gericht bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^