gepubliceerd op 08 maart 2004
Ministeriële omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 5 november 2002 dat de bijzondere voorwaarden bepaalt voor het voorschrijven van bepaalde immunologische geneesmiddelen door een dierenarts
FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
1 MAART 2004. - Ministeriële omzendbrief betreffende het koninklijk besluit van 5 november 2002 dat de bijzondere voorwaarden bepaalt voor het voorschrijven van bepaalde immunologische geneesmiddelen door een dierenarts
Vanaf 1 januari 2003 is het aan dierenartsen verboden immunologische geneesmiddelen voor te schrijven tegen de ziekten vermeld in Hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.
Dit nieuwe koninklijk besluit vindt zijn wettelijke basis in de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde en meer bepaald in Hoofdstuk IV. Bij deze omzendbrief worden de wettelijke bepalingen betreffende de immunologische geneesmiddelen in herinnering gebracht : 1. Toedienen van immunologische geneesmiddelen. 1.1. Betreffende de toediening van vaccins en sera in het algemeen.
Het betreft een diergeneeskundige handeling voorbehouden aan dierenartsen aan wie het toegelaten is dit beroep uit te oefenen. 1.2. Betreffende de toediening van vaccins en sera tegen de gereglementeerde ziekten (ziekten in toepassing van Hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987) (lijst van de betreffende geneesmiddelen in bijlage).
Het betreft een diergeneeskundige handeling voorbehouden aan de erkende dierenartsen. 1.3. Derogatie op de toediening van vaccins en sera tegen al dan niet gereglementeerde ziekten.
Voor de niet-gereglementeerde ziekten : een verantwoordelijke voor dieren mag aan zijn eigen dieren enkel immunologische geneesmiddelen toedienen in het kader van lopende preventieprogramma's en uitsluitend in het kader van een overeenkomst van diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding. Met andere woorden, de dierenarts belast met de begeleiding van het bedrijf mag zelf beslissen of hij het immunologisch geneesmiddel aflevert of voorschrijft om de verantwoordelijke toe te laten dit aan zijn dieren toe te dienen volgens de richtlijnen van de begeleidende dierenarts.
Voor de gereglementeerde ziekten : een verantwoordelijke mag aan zijn eigen dieren immunologische geneesmiddelen toedienen in het kader van gereglementeerde lopende preventieprogramma's en uitsluitend in het kader van een contract van diergeneeskundige begeleiding MET als bijkomende voorwaarde dat de wetgeving die die ziekte beoogt, dat uitdrukkelijk toestaat. In dit geval moet het vaccin verschaft worden door de begeleidende dierenarts en mag het nooit voorgeschreven worden aan de verantwoordelijke voor dieren.
In de praktijk mag momenteel enkel het vaccin tegen de ziekte van Aujeszky toegediend worden door een verantwoordelijke onder de hierboven vermelde voorwaarden. 2. Betreffende het verwerven van vaccins en sera. Voor enkele van deze geneesmiddelen bestaat er een specifieke nationale of Europese wetgeving. Ze worden soms geleverd via welbepaalde distributiekanalen en kunnen dus niet allemaal verkregen worden bij de apotheker.
Uitgezonderd deze bijzondere gevallen kan een dierenarts-depothouder vaccins en sera tegen gereglementeerde en niet-gereglementeerde ziekten enkel verkrijgen bij een apotheker die een voor het publiek toegankelijke officina beheert, aan de hand van een bestelbon.
De dierenartsen worden eraan herinnerd dat ze dagelijks alle in- en uitgaande bewegingen van geneesmiddelen in hun depot dienen in te schrijven.
Na het voorleggen van een diergeneeskundig voorschrift kan een verantwoordelijke voor dieren bij een apotheker die een voor het publiek toegankelijke officina beheert, immunologische geneesmiddelen verkrijgen, maar enkel tegen niet-gereglementeerde ziekten.
Een verantwoordelijke voor dieren kan immunologische geneesmiddelen ook verkrijgen bij een dierenarts-depothouder maar enkel onder de voorwaarden beschreven in punt 1.3. 3. Verschaffen, leveren en afleveren van immunologische geneesmiddelen. 3.1. Betreffende het verschaffen van vaccins en sera door de dierenarts.
De dierenarts mag enkel geneesmiddelen verschaffen aan de verantwoordelijke voor de dieren, voor de dieren die hij behandelt, wat wettelijk « een onderzoek ter plaatse en de vaststelling van een diagnose » inhoudt, en dit voor de duur van de behandeling. Misbruiken op het verschaffen (alsook op het voorschrijven) zijn strafbaar.
Meer bepaald is het verschaffen van vaccins en sera tegen de gereglementeerde ziekten aan de verantwoordelijke voor dieren toegelaten onder de hierboven vermelde voorwaarden (zie punt 1.3). 3.2. Betreffende het leveren en het afleveren van vaccins en sera door de apotheker.
Voor enkele van deze geneesmiddelen bestaat er een specifieke nationale of Europese wetgeving. Ze worden soms geleverd via welbepaalde distributiekanalen en kunnen dus niet allemaal verkregen worden bij de apotheker. 3.2.1. Het leveren en afleveren van vaccins en sera tegen niet- gereglementeerde ziekten.
De apotheker die een voor het publiek toegankelijke officina beheert, levert aan de dierenarts de vaccins en sera tegen de niet-gereglementeerde ziekten aan de hand van een bestelbon van de dierenarts.
De apotheker die een voor het publiek toegankelijke officina beheert, levert aan de verantwoordelijke voor dieren de vaccins en sera af tegen niet-gereglementeerde ziekten aan de hand van een voorschrift opgesteld door een dierenarts. 3.2.2. Het leveren en afleveren van vaccins en sera tegen gereglementeerde ziekten.
De apotheker die een voor het publiek toegankelijke officina beheert, mag aan de dierenartsen de vaccins en sera tegen de gereglementeerde ziekten leveren aan de hand van een bestelbon van de dierenarts.
Sinds 1 januari 2003, datum van het in werking treden van het koninklijk besluit van 5 november 2002, mogen de dierenartsen geen immunologische geneesmiddelen tegen gereglementeerde ziekten meer voorschrijven aan de verantwoordelijken voor dieren.
Indien de verantwoordelijken voor dieren de apothekers nog voorschriften voor deze geneesmiddelen zouden aanbieden, zijn dergelijke voorschriften niet meer reglementair en, in afwijking van de gebruikelijke voorschriften inzake de aflevering van geneesmiddelen, mogen de apothekers deze niet meer uitvoeren.
U vindt de lijst van de betrokken immunologische producten voor diergeneeskundig gebruik als bijlage van deze omzendbrief.
Brussel, 1 maart 2004.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Bijlage Lijst van de immunologische geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die een vergunning hebben voor het in de handel brengen geldig in België en waarvan het voorschrijven verboden is (lijst geactualiseerd op 22 december 2003) Gelieve op te merken dat het mogelijk is dat sommige van de hieronder vermelde geneesmiddelen momenteel niet in de handel zijn.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld