gepubliceerd op 27 juni 2000
Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - tuinbouw
1 MAART 2000. - Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - tuinbouw
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het besluit van de Regent van 12 november 1948, houdende nadere omschrijving van de officiële modellen der erekentekens van de Arbeid;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1954, houdende goedkeuring der statuten van de Instelling van openbaar nut genoemd "Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, Albert I - Nationale Arbeidstentoonstellingen";
Gelet op het advies van het bevoegd Nationaal Comité, gegeven op 7 december 1999;
Gelet op het advies van de Commissaris-generaal der Regering bij het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, gegeven op 11 januari 2000;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, van Onze Minister van Economie en van Onze Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De waardigheid van Eredeken van de Arbeid wordt toegekend aan de hieronder vermelde personen, die geacht worden de nodige hoedanigheden te bezitten om de tradities, alsmede het moreel en het sociaal aanzien van hun beroep of functie te verpersoonlijken : fruitteelt Morre Jacques P.L.C., Hélécine. groenteteelt Van der Borght, Joseph J., Rumst.
Van Moere, Frans B.W., Beveren. sierteelt Moerman, Jan F.M.P., De Pinte.
Van Hulle, Marc R.H., Lovendegem. uitvoeringsarbeid Verschueren, Henri N., Zingem. tuinaannemers Roegiers, Marc D.A., Assenede.
Van Wetter, Pierre G.A., Woluwe-Saint-Lambert. tuinarchitectuur Deroose, Paul A.J.M., Jabbeke.
Art. 2.Deze opdracht wordt hen gegeven voor een termijn van vijf jaar. Zij kan een einde nemen vóór het verstrijken van die termijn, indien de titularissen ophouden hun beroepsactiviteiten uit te oefenen.
Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid Werkgelegenheid behoort, Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren en Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, R. DEMOTTE