gepubliceerd op 18 augustus 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende een forfaitaire A.R.A.B.-vergoeding
31 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende een forfaitaire A.R.A.B.-vergoeding (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende een forfaitaire A.R.A.B.-vergoeding.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ponza, 31 mei 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999 Forfaitaire A.R.A.B.-vergoeding (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54569/CO/127.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is een aanvulling bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, met betrekking tot de toekenning van een forfaitaire A.R.A.B.-vergoeding.
Art. 3.De werkgevers kennen aan hun niet-sedentaire werknemers een vergoeding toe, genaamd A.R.A.B.-vergoeding. Deze A.R.A.B.-vergoeding geldt als de terugbetaling van kosten die door het niet-sedentair personeel worden gedaan, buiten de zetel van de onderneming vermeld in het arbeidsreglement, doch eigen zijn aan de onderneming.
De A.R.A.B.-vergoeding dient vermeld te worden op de fiche 281.10 van de werknemers onder de rubriek "kosten eigen aan de werkgever".
De A.R.A.B.-vergoeding vindt haar oorsprong in de A.R.A.B.-voorzieningen die van toepassing zijn voor de sedentaire werknemers (titel II, hoofdstuk II, afdeling II van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming).
Gelet op het mobiel karakter van het tewerkgesteld personeel, waardoor onmogelijk vanuit de ondernemingen kan gezorgd worden voor een aantal sanitaire voorzieningen (zoals bijvoorbeeld wasplaatsen, refters, toiletten, dranken, enz.), dient noodgedwongen beroep gedaan te worden op de bestaande privé-accommodatie.
Art. 4.In uitvoering van wat bepaald is in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in brandstoffen, wordt aan de werknemers, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, een A.R.A.B.-vergoeding toegekend van : - 25 BEF per uur met een maximum van 200 BEF per dag, vanaf 1 januari 1999 voor arbeid(st)ers tewerkgesteld in een dagprestatie van 8 uren. - 25 BEF per uur met een maximum van 250 BEF per dag, vanaf 1 januari 1999 voor arbeid(st)ers tewerkgesteld in een dagprestatie van 10 uren.
Art.5. Deze A.R.A.B.-vergoeding wordt betaald door "K.A.B.O.V. » het Kompensatiefonds voor de Arbeiders uit de brandstoffenhandel van de provincie Oost-Vlaanderen ter ontlasting van de individuele werkgevers.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 1994, gesloten in het paritair subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen tot vaststelling van een forfaitaire A.R.A.B.-vergoeding, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 november 1994 en artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1998.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door elk van de contractsluitende partijen, mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 mei 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX