gepubliceerd op 12 oktober 1999
Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lijsem en Hannuit van algemeen nut wordt verklaard
31 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lijsem en Hannuit van algemeen nut wordt verklaard
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 juli 1926 houdende oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, inzonderheid op artikel 1bis, vervangen door de wet van 21 maart 1991;
Gelet op de wet van 26 juli 1962 gewijzigd bij de wet van 7 juli 1978 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;
Gelet op het koninklijk besuit nr. A/94383/B48.2.4/i van 31 maart 1995 dat de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeenten Lijsem en Hannuit vereist voor de uitbouw van de aanhorigheden van de hogesnelheidslijn Brussel-Luik, van openbaar nut verklaart;
Overwegende dat de bouwvergunning, waaromtrent met de regionale overheden onderhandeld wordt, de detailstudies van de beoogde infrastructuur de herziening vergen van de eerder, bij voornoemd koninklijk besluit van openbaar nut verklaarde grondinnames, ten einde een oordeelkundige aanleg van het onderstation van de hogesnelheidslijn te bewerkstelligen;
Overwegende dat het aldus noodzakelijk is de op het plan nr.
ET-D1-334335/HT5 aangeduide percelen, in vervanging van sommige percelen waarvan de inname reeds bij voornoemd koninklijk besluit van openbaar nut werd verklaard, en die gelegen zijn op het grondgebeid van de gemeenten Lijsem en Hannuit, in bezit te nemen om het vooropgezet doel te bereiken;
Overwegende dat de Ministerraad op 19 juli 1991 de planning van de aanleg van de hogesnelheidslijnen heeft goedgekeurd;
Overwegende dat de Regering op 5 juli 1996 het tienjarenplan 1996-2005 der spoorweginvesteringen heeft goedgekeurd en in dit kader een aangepaste kalender ter verwezenlijking van het HST-project heeft aangenomen;
Overwegende dat ingevolge deze planning de hogesnelheidslijn tussen Brussel en Luik tegen 2002 in gebruik dient te worden genomen;
Overwegende dat wegens de vooropstaande duurtijd van de vereiste werkzaamheden derhalve de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemenen nutte onontbeerlijk is;
Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de werken, kaderend in de aanleg van een hogesnelheidslijn Brussel-Keulen (baanvak Leuven-Luik), de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, gelegen op het grondgebeid van de gemeenten Lijsem en Hannuit en aangeduid op het plan nr. ET-D1-334335/HT5, gevoegd bij dit besluit.
Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormeld plan aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen, inzonderheid artikel 5.
Art. 3.Het koninklijk besluit nr. A/94383/B48.2.4/i wordt wat betreft de innemingen aangeduid op het plan nr. ET-DI-334335-HA2 opgeheven.
Art. 4.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te 31 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN
Bijlage aan de koninklijk besluit van 31 mei 1999 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld