gepubliceerd op 10 september 2004
Koninklijk besluit waarbij de grensbedragen van de toegelaten beroepsinkomsten voor bepaalde gepensioneerden verhoogd worden
31 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij de grensbedragen van de toegelaten beroepsinkomsten voor bepaalde gepensioneerden verhoogd worden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 10 december 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 16 februari 2004;
Gelet op het advies van het Comité Overheidsbedrijven, gegeven op 31 maart 2004;
Gelet op het protocol nr. 142/5 van 20 juli 2004 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 2 april 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat dit besluit maatregelen bevat die ingaan op 1 januari 2004 en dat het bijgevolg van belang is dat de verschillende openbare machten en instellingen die voormelde wet van 5 april 1994 dienen toe te passen, zo vlug mogelijk op de hoogte gebracht worden van de door dit besluit doorgevoerde wijzigingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Besluit :
Artikel 1.In artikel 4, § 1, van de wet van 5 april 1994 houdende regeling van de cumulatie van pensioenen van de openbare sector met inkomsten voortvloeiend uit de uitoefening van een beroepsactiviteit of met een vervangingsinkomen, gewijzigd bij de wet van 19 juni 1996 en bij de koninklijke besluiten van 7 februari 1997, 24 april 1998, 22 september 2000, 11 december 2001 en 23 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het bedrag van 10.845,34 EUR, zoals bepaald in het eerste lid, 1° en 4°, wordt vervangen door het bedrag van 13.556,68 EUR; 2° het bedrag van 8.676,27 EUR, zoals bepaald in het eerste lid, 2°, en in het tweede lid, wordt vervangen door het bedrag van 10.845,34 EUR.
Art. 2.In artikel 9, eerste lid, van voormelde wet van 5 april 1994, gewijzigd bij de wet van 19 juni 1996 en bij de koninklijke besluiten van 7 februari 1997, 24 april 1998, 22 september 2000, 11 december 2001 en 23 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het bedrag van 10.845,34 EUR, zoals bepaald in het eerste streepje, wordt vervangen door het bedrag van 13.556,68 EUR; 2° het bedrag van 8.676,27 EUR, zoals bepaald in het tweede streepje, wordt vervangen door het bedrag van 10.845,34 EUR.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 4.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK