Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 31 januari 2009
gepubliceerd op 13 februari 2009

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2009200326
pub.
13/02/2009
prom.
31/01/2009
ELI
eli/besluit/2009/01/31/2009200326/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 JANUARI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, de artikelen 5, § 1, en 10, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juni 2008 en 19 juni 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatsecretaris voor Begroting, gegeven op 25 juni 2008;

Gelet op het protocol nr. 163/1 van 21 oktober 2008 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op het advies nr. 45.464/1 van de Raad van State, gegeven op 27 november 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1 °, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, wordt een artikel 31bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 31bis.Elke voorzitter van een comité zoals bedoeld in artikel 3, § 1, en artikel 4, § 1, van de wet, kan, in afwijking van de artikelen 23, 27, 29, laatste lid, 30, eerste, tweede en vierde lid, en 31, § 2, beslissen dat de te onderhandelen aangelegenheden en de erbij horende documenten elektronisch worden ingediend en dat het ter beschikking stellen van de dagorde en alle nodige documentatie, de afschriften van de notulen, de ontwerpen van protocol en de definitieve protocollen eveneens via elektronische weg geschiedt.

De in het eerste lid bedoelde beslissing wordt genomen mits zij het voorwerp uitmaakt van een protocol van eenparig akkoord zoals bedoeld in artikel 9, 1°, van de wet.

Elke voorzitter bepaalt de nadere regels inzake het elektronisch ter beschikking stellen van de in het eerste lid bedoelde documenten. ».

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 50bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 50bis.Elke voorzitter van een comité zoals bedoeld in artikel 10, § 1, van de wet, kan, in afwijking van de artikelen 23, 27, 46, 47, derde lid, 49 en 50, beslissen dat de aangelegenheden die aan overleg worden onderworpen en de erbij horende documenten elektronisch worden ingediend en dat het ter beschikking stellen van de dagorde en alle nodige documentatie en de afschriften van de notulen eveneens elektronisch geschiedt.

De in het eerste lid bedoelde beslissing wordt genomen mits zij het voorwerp uitmaakt van een unaniem gunstig advies.

Elke voorzitter bepaalt de nadere regels inzake het elektronisch ter beschikking stellen van de in het eerste lid bedoelde documenten. ».

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 83bis ingevoegd, luidend als volgt : « In het bevoegde onderhandelingscomité kan worden overeengekomen dat de berichten bedoeld in artikel 11 en de oproepingen bedoeld in de artikelen 81, 82 en 83, elektronisch worden overgemaakt. De nadere regels inzake het elektronisch overmaken en de elektronische communicatie worden in voorkomend geval bepaald in het huishoudelijk reglement van het onderhandelingscomité. ».

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 januari 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, S. VANACKERE

^