31 AUGUSTUS 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 35, § 1, vijfde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat in het koninklijk besluit van 19 mei 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 de bepalingen van artikel 147, § 1, 2°, worden aangepast opdat voor patiënten die zijn opgenomen in een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) in bepaalde gevallen de kinesitherapieverstrekkingen aangerekend kunnen worden via de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Voor patiënten die zijn opgenomen in een rust- en verzorgingstehuis (RVT) of in een centrum voor dagverzorging (CDV) worden de prestaties van kinesitherapeuten integraal opgenomen in het verstrekkingenpakket. Om dit te realiseren werd een onderscheid gemaakt tussen de situatie van patiënten in een PVT en in een RVT. Daarbij werden evenwel de CDV uit het oog verloren, hetgeen zou betekenen dat vanaf 1 juli 2009 alle verstrekkingen in de CDV zouden kunnen aangerekend worden via de nomenclatuur, daar waar zij reeds zijn opgenomen in de forfaitaire dagvergoeding in CDV. Dit zou dus neerkomen op een dubbele financiering. Deze vergetelheid moet dus dringend worden rechtgezet.

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 juni 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 16 juli 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat in het koninklijk besluit van 19 mei 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 de bepalingen van artikel 147, § 1, 2° worden aangepast opdat voor patiënten die zijn opgenomen in een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) in bepaalde gevallen de kinesitherapieverstrekkingen aangerekend kunnen worden via de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Voor patiënten die zijn opgenomen in een rust- en verzorgingstehuis (RVT) of in een centrum voor dagverzorging (CDV) worden de prestaties van kinesitherapeuten integraal opgenomen in het verstrekkingenpakket. Om dit te realiseren werd een onderscheid gemaakt tussen de situatie van patiënten in een PVT en in een RVT. Daarbij werden evenwel de CDV uit het oog verloren, hetgeen zou betekenen dat vanaf 1 juli 2009 alle verstrekkingen in de CDV zouden kunnen aangerekend worden via de nomenclatuur, daar waar zij reeds zijn opgenomen in de forfaitaire dagvergoeding in CDV. Dit zou dus neerkomen op een dubbele financiering. Deze vergetelheid moet dus dringend worden rechtgezet.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 147, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt vervangen als volgt : « 2° in de rust- en verzorgingstehuizen en centra voor dagverzorging : de kinesitherapieverstrekkingen en de logopedieverstrekkingen verleend door de daartoe bevoegde zorgverstrekkers; ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2009.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 augustus 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX