gepubliceerd op 19 september 2005
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Turnhout
31 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Turnhout
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 84, gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997, op artikel 85, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 86, op artikel 88, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 90 gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, op artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 3 augustus 1992, 11 juli 1994 en 28 maart 2000, op artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 3 augustus 1992 en 28 november 2000 en op de artikelen 93, 95 en 96;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Turnhout, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 januari 1976, 17 april 1978 en 16 maart 1999;
Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Antwerpen, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Antwerpen, van de procureur-generaal te Antwerpen, van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van de procureur des Konings te Turnhout, van de hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Turnhout en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Turnhout;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De rechtbank van koophandel te Turnhout bestaat uit drie kamers.
Art. 2.De inleiding van de zaken geschiedt op woensdag op de zitting van de eerste kamer, met uitzondering van : - deze inzake faillissement en gerechtelijk akkoord die ingeleid worden op dinsdag op de zitting van de tweede kamer; - deze voor de kamer voor handelsonderzoek die ingeleid worden op donderdag op de zitting van de derde kamer.
Art. 3.De dagen van de terechtzittingen worden vastgesteld als volgt : - de eerste kamer : op maandag, woensdag, donderdag en vrijdag, om 9 uur; - de tweede kamer : op dinsdag, om 9 uur; - de derde kamer : op donderdag, om 9 uur.
De voorzitter van de rechtbank houdt zitting in kort geding op vrijdag, om 9 uur.
De zitting voor minnelijke schikking houdt zitting op maandag, om 10 uur.
Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op dinsdag, om 9 u. 30 m.
De zittingen duren ten minste drie uren, rolregeling en uitspraak van vonnissen niet inbegrepen.
Art. 4.De kamers kunnen, naargelang van de behoeften van de dienst, buitengewone zittingen houden, waarvan zij zelf de dag en het uur vaststellen, in overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank.
Art. 5.Wanneer de behoeften van de dienst het vergen, kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meerdere kamers bijkomende zittingen zullen houden op de dag en het uur die hij vaststelt.
Art. 6.De voorzitter van de rechtbank kan, na het advies van de procureur des Konings en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, voorlopig het aantal en de bevoegdheid van de kamers wijzigen.
Art. 7.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, de dag en het uur van de vakantiezittingen en stelt de lijst op van de magistraten die er zitting nemen.
Art. 8.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt ter uitvoering van dit reglement worden ter griffie van de rechtbank aangeplakt; zij worden onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep en van de procureur des Konings.
Art. 9.Het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement van de rechtbank van koophandel te Turnhout, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 januari 1976, 17 april 1978 en 16 maart 1999, wordt opgeheven.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 11.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 augustus 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX