gepubliceerd op 13 oktober 2014
Koninklijk besluit betreffende de technische beoordelingsinstanties gemachtigd voor het opstellen van een Europees beoordelingsdocument en voor het verstrekken van een Europese technische beoordeling voor bouwproducten
30 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit betreffende de technische beoordelingsinstanties gemachtigd voor het opstellen van een Europees beoordelingsdocument en voor het verstrekken van een Europese technische beoordeling voor bouwproducten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 20/01/2014 numac 2014011012 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot uitvoering van de Verordening Nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, en tot opheffing van diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, en tot intrekking van diverse bepalingen, artikel 8;
Gelet op de adviezen van de Technische Commissie van de Bouw, gegeven op 10 januari 2012 en op 17 februari 2014;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 maart 2014;
Gelet op advies 56.243/1 van de Raad van State, gegeven op 28 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat in artikel 30 van de Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europese Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad nieuwe eisen zijn ingevoerd in verband met technische beoordelingsinstanties waardoor ook de eisen voor de aanwijzing in lijn hiermee moeten gebracht worden;
Op de voordracht van de Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "Verordening (EU) nr.305/2011" : Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europese Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad; 2° "aanwijzende instantie" : Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 3° "technische beoordelingsinstantie", afgekort "TBI" : een instantie aangewezen om in één of meerdere productgebieden, zoals vastgesteld in bijlage IV van de Verordening (EU) nr.305/2011, een Europees beoordelingsdocument op te stellen en een Europese technische beoordeling te verstrekken; 4° "organisatie van TBI's" : de organisatie opgericht door de TBI's zoals bedoeld in artikel 31 van de Verordening (EU) nr.305/2011; 5° "partner" : partij met dewelke een TBI een samenwerkingsakkoord heeft afgesloten voor het uitvoeren van taken betreffende één of meerdere productgebieden;6° "taken betreffende het productgebied" : activiteiten in het betrokken productgebied betreffende het opstellen van een Europees beoordelingsdocument en betreffende evaluatieactiviteiten in het kader van een Europese technische beoordeling;7° "Europese technische beoordeling" : de beoordeling omschreven in artikel 2, lid 13, van Verordening (EU) nr.305/2011; 8° "toepassingsdomein" : de productgebieden waarvoor de TBI krachtens artikel 29, eerste lid, van de Verordening (EU) nr.305/2011 is aangewezen; 9° "taken betreffende technische specificaties" : a) activiteiten van beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties welke in bijlage V van de Verordening (EU) nr. 305/2011 vastgelegd zijn naargelang het systeem van beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties en die geharmoniseerde technische specificaties betreffen; b) activiteiten van beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties welke andere technische specificaties of beoordelingsprogramma's betreffen;10° "accreditatie" : accreditatie volgens de titel 2 van het boek VIII van het Wetboek van economisch recht;11° "toepassingsdomein van de accreditatie" : de reikwijdte van de activiteiten van conformiteitsbeoordeling die gespecificeerd zijn in een technische bijlage aan het certificaat van de accreditatie;12° "klacht" : formele actie ondernomen door de Europese Commissie, de aanwijzende instantie, een binnenlandse of buitenlandse overheid, de organisatie van TBI's, een TBI, een aangemelde instantie, een fabrikant of eender welke belanghebbende partij betreffende een vermoeden van gebrekkige werking of inbreuk vanwege de TBI ten aanzien van de bepalingen van dit besluit;13° "bewijs van accreditatie" : attest van accreditatie afgeleverd door de accreditatie-instantie, waarvan sprake in artikel 4. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de TBI die Europese beoordelingsdocumenten opstelt en Europese technische beoordelingen verstrekt in het kader van de Verordening (EU) nr. 305/2011.
In voorkomend geval is dit besluit eveneens van toepassing op de partners, welke een samenwerkingsakkoord hebben afgesloten met de TBI voor het uitvoeren van taken betreffende het productgebied in het kader van de Verordening (EU) nr. 305/2011. HOOFDSTUK 3. - Eisen met betrekking tot de TBI
Art. 3.Benevens aan de vereisten die volgen uit de artikelen 19, 20, 21, 24, 26, 30 en 31 van de Verordening (EU) nr. 305/2011 voldoen de activiteiten, de organisatie en de werking van de TBI tevens aan de richtsnoeren van de Europese Commissie, indien van toepassing, en aan de hierna vermelde vereisten.
De TBI sluit een burgerlijke en beroepsaansprakelijkheidsverzekering af voor het uitvoeren van haar taken, tenzij de wettelijke aansprakelijkheid van rechtswege wordt gedekt of een overheidsdienst zelf rechtstreeks verantwoordelijk is.
De TBI neemt de volle verantwoordelijkheid op zich voor de taken die in voorkomend geval aan de betrokken partner toevertrouwd zijn.
De TBI beschikt over de interne besluitvormingsorganen voor het uitvoeren van contractbeoordelingen en voor het verstrekken van Europese technische beoordelingen.
De TBI maakt haar organigram en de namen van de leden van haar interne besluitvormingsorganen voor het publiek beschikbaar.
De TBI voert jaarlijks een interne audit en een directiebeoordeling uit betreffende de werking van de organisatie waarbij ze aantoont op welke manier de eisen van tabel 2 van bijlage IV van de Verordening (EU) nr. 305/2011 vervuld zijn per productgebied. De TBI neemt de passende corrigerende maatregelen ingeval non-conformiteiten worden vastgesteld.
In voorkomend geval, vergewist de TBI zich van de conformiteit van elke individuele partner met de bepalingen van artikel 6.
De TBI beschikt over een kwaliteitsmanagementsysteem om te voldoen aan de bepalingen van dit besluit.
Art. 4.§ 1. Ingeval de TBI geen samenwerkingsakkoord heeft afgesloten met partners, dan is de TBI voor haar toepassingsdomein als instantie voor productcertificering voor typeonderzoek geaccrediteerd.
De TBI moet kunnen aantonen dat ze ten aanzien van de toepasselijke accreditatienormen door de accreditatie-instantie op de door haar gezette tijdstippen geëvalueerd is overeenkomstig de eisen van de artikelen 3 en 5, voor zover de toepasselijke accreditatienormen deze eisen bestrijken.
De voormelde accreditatie is van toepassing tenzij in de gevallen van artikel 7 van de Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees parlement en de Raad van de 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93, waarbij de TBI beroep moet doen op een nationale accreditatie-instantie van een andere lidstaat. § 2. Ingeval de TBI een samenwerkingsakkoord heeft afgesloten met partners, dan moet de TBI voor haar toepassingsdomein niet noodzakelijk beschikken over een accreditatie zoals bedoeld in artikel 4, § 1, voor zover de betrokken partners voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 4.
Art. 5.De TBI houdt zich aan de instructies van de directeur-generaal van de aanwijzende instantie uitgevaardigd met betrekking tot dit besluit. De directeur-generaal van de aanwijzende instantie legt de instructies vast na advies van de Technische Commissie van de Bouw en na advies van de accreditatie-instantie, indien relevant. HOOFDSTUK 4. - Eisen met betrekking tot de keuze van de betrokken partners
Art. 6.Indien de TBI een samenwerkingsakkoord afsluit met partners, moet voor elk productgebied minstens één partner geaccrediteerd zijn voor het uitvoeren van taken betreffende technische specificaties in de desbetreffende productgebieden.
Voor elk productgebied moeten de voormelde geaccrediteerde partners betrokken worden bij het opstellen van de Europese beoordelingsdocumenten en Europese technische beoordelingen.
De partner is niet gemachtigd om Europese technische beoordelingen af te leveren en hieromtrent contracten met fabrikanten af te sluiten.
Elke individuele partner houdt zich aan het artikel 3, eerste lid, en het artikel 5, voor zover relevant voor de activiteiten van de betrokken partner. HOOFDSTUK 5. - Procedure van aanwijzing
Art. 7.§ 1. De kandidaat-TBI dient een aanvraag tot aanwijzing of van uitbreiding in bij de aanwijzende instantie. § 2. Onverminderd artikel 4, § 2, levert de kandidaat-TBI bij haar aanvraag, voor de productgebieden waarvoor ze een aanwijzing wenst, het bewijs van accreditatie als instantie voor productcertificering voor typeonderzoek. § 3. In het geval dat de TBI niet beschikt over een accreditatie bedoeld in artikel 4, § 1, levert de TBI bij haar aanvraag voor de productgebieden, waarvoor ze een aanwijzing wenst : 1° de beschrijving van het kwaliteitsmanagementsysteem en de onderliggende procedures;2° kopijen van de burgerlijke en aansprakelijkheidsverzekering;3° de rapporten van de directiebeoordeling en van de interne audit, vergezeld van de eventuele corrigerende maatregelen, waarvan sprake in artikel 3, zesde lid. § 4. Indien de kandidaat-TBI een samenwerkingsakkoord heeft afgesloten met partners, levert de TBI voor de productgebieden, waarvoor ze een aanwijzing wenst, eveneens het bewijs dat de betrokken partners voldoen aan de eisen zoals bepaald in artikel 6, eerste lid.
Art. 8.De aanvraag wordt onderzocht door de aanwijzende instantie.
Dit onderzoek is gesteund op de aanvraag, de gevoegde stavingstukken en op iedere beschikbare informatie.
De aanwijzende instantie onderzoekt de ontvankelijkheid en volledigheid van het aanvraagdossier en stelt de aanvrager hiervan in kennis. In voorkomend geval deelt zij hem mee welke stukken en inlichtingen er nog ontbreken.
Art. 9.Na de vaststelling van de volledigheid van het dossier zendt de aanwijzende instantie het aanvraagdossier voor advies naar de Technische Commissie van de Bouw, vergezeld van een ontwerp van beslissing waarbij het toepassingsdomein vastgelegd is volgens de bepalingen van artikel 7.
Art. 10.§ 1. Na het advies van de Technische Commissie van de Bouw en uiterlijk zes weken na de vaststelling van de volledigheid van het dossier neemt de directeur-generaal van de aanwijzende instantie een beslissing om al dan niet de kandidaat-TBI aan te wijzen. § 2. In geval van een negatieve beslissing wordt deze door de aanwijzende instantie onverwijld ter kennis gebracht van de kandidaat. § 3. In geval van een positieve beslissing meldt de aanwijzende instantie aan de Europese Commissie de gegevens van de instantie, overeenkomstig artikel 29, eerste lid, van de Verordening (EU) nr. 305/2011.
De TBI wordt door de aanwijzende instantie in kennis gesteld van de melding aan de Europese Commissie van haar aanwijzing.
Na de aanwijzing levert de TBI aan de aanwijzende instantie het bewijs van toetreding tot de organisatie van de TBI's door middel van de bijdrage met financiële en personele middelen aan deze organisatie.
Art. 11.Onverminderd hoofdstuk 6 of tenzij anders vastgelegd door de Europese Commissie, is de aanwijzing onbeperkt geldig in de tijd.
De aangewezen TBI, eventueel in samenwerking met de betrokken partners, is gemachtigd enkel in haar toepassingsdomein een Europees beoordelingsdocument op te stellen en een Europese technische beoordeling te verstrekken. HOOFDSTUK 6. - Toezicht, wijziging van de aanwijzing en klachten
Art. 12.De aanwijzing is geldig zolang de TBI blijft voldoen aan de bepalingen van de Verordening (EU) nr. 305/2011, van voormelde wet en dit besluit.
De TBI verstuurt jaarlijks naar de aanwijzende instantie : 1° het jaarverslag;2° het bewijs van de bijdrage aan de organisatie van de TBI's bij middel van financiële en personele middelen. In het geval dat de TBI niet beschikt over een accreditatie zoals bedoeld in artikel 4, levert de TBI eveneens jaarlijks : 1° de beschrijving van het kwaliteitsmanagementsysteem en de onderliggende procedures, ingeval er wijzigingen zijn aangebracht;2° de rapporten van de directiebeoordeling en van de interne audit vergezeld van de eventuele corrigerende maatregelen, waarvan sprake in artikel 3, zesde lid;3° de kopieën van de burgerlijke en aansprakelijkheidsverzekering, ingeval van een herziening. De aanwijzende instantie onderzoekt deze documenten en stelt de TBI in kennis van het resultaat van de evaluatie.
Ingeval van een negatieve evaluatie beschouwt de aanwijzende instantie deze als een klacht, behandeld overeenkomstig artikel 15.
Art. 13.Ingeval de TBI over een accreditatie overeenkomstig artikel 4 beschikt en indien op initiatief van de accreditatie-instantie of op vraag van de TBI, het toepassingsdomein van de accreditatie beperkt wordt, niet verlengd of ingetrokken wordt, wordt ambtshalve het toepassingsdomein respectievelijk deels of geheel ingetrokken.
Onverminderd de richtsnoeren van de Europese Commissie, wordt in het geval dat het toepassingsdomein van de accreditatie van de TBI deels of geheel geschorst is, het toepassingsdomein van de aanwijzing ambtshalve behouden, op voorwaarde dat de accreditatievoorwaarden met betrekking tot de schorsing zijn nageleefd.
De aanwijzende instantie deelt de doorgevoerde wijzingen in het toepassingsdomein mede aan de TBI en aan de Europese Commissie.
Art. 14.De TBI verbindt zich ertoe alle wijzigingen betreffende artikel 7, §§ 2 of 4, aan de aanwijzende instantie te melden. Indien er voor een productgroep niet meer voldaan wordt aan de bepalingen van artikel 7, §§ 2 of 4, dan wordt die productgroep ambtshalve van het toepassingsdomein geschrapt.
De aanwijzende instantie deelt de doorgevoerde wijzingen in het toepassingsdomein mede aan de TBI en aan de Europese Commissie.
Art. 15.§ 1. De bevoegde ambtenaren van de aanwijzende instantie en van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zijn belast met de behandeling van klachten overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Voor de behandeling van de klacht, kunnen de bevoegde ambtenaren beroep doen op een andere overheid, indien zij bevoegd is ter zake. § 2. Indien de inhoud van de klacht verband houdt met de niet-naleving van de accreditatievoorwaarden door de TBI of in voorkomend geval door een betrokken partner, dan zal de aanwijzende instantie de accreditatie-instantie op de hoogte brengen. De accreditatie-instantie leidt het onderzoek en neemt een beslissing ter zake binnen haar bevoegdheid.
Ingeval de beslissing een impact heeft op het toepassingsdomein, dan past de aanwijzende instantie dit ambtshalve aan. De aanwijzende instantie brengt de TBI op de hoogte van de genomen maatregelen, met opgave van de redenen. De aanpassing van het toepassingsdomein wordt aangemeld bij de Europese Commissie. § 3. Indien de inhoud van de klacht geen verband houdt met de niet-naleving door de TBI van de accreditatievoorwaarden en indien de aanwijzende instantie bij de behandeling van de klacht vaststelt dat de TBI zich niet houdt aan de bepalingen van dit besluit, of vaststelt dat de documenten waarvan sprake in artikel 12 ontoereikend zijn, brengt de aanwijzende instantie de TBI op de hoogte van haar vaststellingen. Deze vaststellingen worden aangevuld met : 1° de vraag naar passende corrigerende maatregelen in verhouding tot de inbreuk;2° de opgave van de termijn binnen dewelke de TBI zich in regel moet stellen. Na akkoord met de door de TBI voorgestelde corrigerende maatregelen en na verloop van de voormelde termijn onderzoekt de aanwijzende instantie de getroffen maatregelen en beslist of ze de klacht kan afsluiten of niet.
Bij een ongunstige beslissing, wordt deze, met opgave van de redenen, door de directeur-generaal van de aanwijzende instantie aan de betrokken TBI medegedeeld.
Ingeval deze beslissing een impact heeft op het toepassingsdomein, dan wint de aanwijzende instantie voorafgaandelijk het advies in van de Technische Commissie van de Bouw en brengt in voorkomend geval de Europese Commissie op de hoogte van de aanpassing van het toepassingsgebied. HOOFDSTUK 7. - Slotbepaling
Art. 16.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 september 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE