gepubliceerd op 24 november 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de tewerkstellingsverbintenissen
30 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de tewerkstellingsverbintenissen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de tewerkstellingsverbintenissen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 oktober 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2003 Tewerkstellingsverbintenissen (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nummer 66740/CO/120.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna « werklieden » genaamd, van de ondernemingen welke onder het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen ressorteren. HOOFDSTUK II. - Tewerkstellingsverbintenis
Art. 2.Een werkgever die van plan is om over te gaan tot afdanking(en) om economische of technische redenen moet de voorziene meldings- en overlegprocedures respecteren zoals voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972.
Uitsluitend in de ondernemingen waar geen ondernemingsraad of syndicale afvaardiging aanwezig is, moet de werkgever die wenst over te gaan tot afdanking(en), om economische of technische redenen, voorafgaandelijk volgende gegevens verstrekken aan de gewestelijke vakorganisaties : - de reden van het ontslag; - het aantal betrokken werklieden; - de lijst van de afdelingen en arbeidsposten die zullen getroffen worden; - de datum van de voorziene afdanking(en).
Deze gegevens dienen ten minste één maand vóór de datum van de voorziene afdanking(en) verstrekt te worden.
Vooraleer een definitieve beslissing te nemen, moet de werkgever overleg plegen met de gewestelijke vakorganisaties. Hierbij zullen alle maatregelen onderzocht worden om afdankingen te voorkomen.
Art. 3.In geval van betwisting aangaande de naleving van de in artikel 2 vermelde bepalingen, wordt, op vraag van de vakorganisatie, de voorzitter van het paritair subcomité met een onderzoek belast.
Indien hij vaststelt dat de werkgever tot de afdanking is overgegaan, in strijd met deze bepalingen, dan heeft de afgedankte werknemer recht op een eenmalige forfaitaire schadevergoeding van 495,79 EUR. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 oktober 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE