30 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de uitkering in geval van langdurige ziekte en/of arbeidsongeval (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de uitkering in geval van langdurige ziekte en/of arbeidsongeval.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Subcomité voor de bosontginningen Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996 Uitkering in geval van langdurige ziekte en/of arbeidsongeval (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1996 onder het nummer 42856/CO/125.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.

Met "werklieden" bedoelt men de werklieden en werksters.

Met "Bosuitbatingsfonds" bedoelt men het Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginning. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het kader van artikel 3, 1, 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen" genaamd en tot vaststelling van zijn statuten. HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden

Art. 3.Om de door deze collectieve arbeidsovereenkomst geregelde uitkering te genieten, moet de werkman aan de volgende voorwaarden voldoen : a) tewerkgesteld zijn door een werkgever bedoeld in artikel 1 bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid die het recht op de vergoeding opent;b) vergoed worden ingevolge de bepalingen die van kracht zijn voor de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en/of arbeidsongevallenverzekering;c) de bijkomende werkloosheidsvergoeding, "wintervergoeding" genaamd, genoten hebben tijdens het jaar dat het begin van de arbeidsongeschiktheid voorafgaat. HOOFDSTUK IV. - Toekenningsperiode

Art. 4.De aanvullende vergoeding wordt toegekend door het "Bosuitbatingsfonds" vanaf de eenendertigste dag van de arbeidsongeschiktheid, aangegeven door de bevoegde instelling..

Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

Art. 5.De aanvullende vergoeding wordt gedurende maximum 75 dagen (in de zesdagenweek) per ongeschiktheidsperiode toegekend. HOOFDSTUK V. - Bedrag van de uitkering

Art. 6.Vanaf 1 januari 1995, wordt het bedrag van de dagelijkse uitkering op 80 F gebracht. HOOFDSTUK VI. - Opheffingsbepalingen

Art. 7.Punt 3 van het protocol van akkoord 1989-1990, gesloten op 22 maart 1989 en geregistreerd onder het nummer 22953/CO/125.01, wordt opgeheven vanaf de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en is voor onbepaalde tijd gesloten.

Zij kan worden opgezegd door iedere ondertekenende partij mits betekening aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, per aangetekende brief, van een opzeggingstermijn van drie maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van30 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET