Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 maart 2004
gepubliceerd op 22 april 2004

Koninklijk besluit. - Vernieuwing van de obligaties van de lening 3 pct. januari-juli, 2e, 3e en 4e reeks, uitgegeven door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003178
pub.
22/04/2004
prom.
30/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/30/2004003178/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MAART 2004. - Koninklijk besluit. - Vernieuwing van de obligaties van de lening 3 pct. januari-juli, 2e, 3e en 4e reeks, uitgegeven door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de Belgische en vreemde effecten, inzonderheid op artikel 32-5, ingevoegd bij de wet van 10 november 1953;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1969 betreffende de samenvoeging van de 3 pct. leningen uitgegeven door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen en de groepering van de obligaties van die leningen;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1989 betreffende de vernieuwing van de obligaties van de lening 3 pct. januari-juli, 2e, 3e en 4e reeks, uitgegeven door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1991 houdende verdeling van het vermogen en de maatschappelijk aandelen van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen aan het Vlaamse Gewest en aan het Waalse Gewest en afsluiting van de ontbinding;

Overwegende dat het couponblad van de toonderobligaties van reeksen 2, 3 en 4 van de lening 3 pct. januari-juli, gecreëerd overeenkomstig het koninklijk besluit van 13 juni 1989, na de rentevervaldag van 1 juli 2004 zal opgebruikt zijn en dat derhalve dient te worden overgegaan tot de vervanging van deze obligaties;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De toonderobligaties van de door de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen uitgegeven lening 3 pct. januari-juli, 2e, 3e en 4e reeks, aangemaakt krachtens het koninklijk besluit van 13 juni 1989, zullen, alle coupons afgeknipt, omgeruild worden tegen nieuwe toonderobligaties van dezelfde lening, die renten vanaf 1 juli 2004.

Art. 2.De omruilingsverrichtingen zullen gebeuren vanaf 1 juli 2004 aan de loketten van de Rijkskassier (Nationale Bank van België) te Brussel en buiten de hoofdstad.

Na 1 januari 2005 geschiedt de omruiling nog alleen aan het loket van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn, Motstraat 20, te 2800 Mechelen.

Enkel de nieuwe obligaties zullen deelnemen aan de uitlotingen vastgesteld in de aflossingstabellen.

Art. 3.De oude effecten zullen omgeruild worden, effect tegen effect en zonder overeenstemming van nummer, tegen eenzelfde nominaal kapitaal in nieuwe obligaties.

Art. 4.De nieuwe obligaties worden uitgegeven in coupures nominaal groot 50 000 BEF (1.239,47 EUR), 25 000 BEF (619,73 EUR), 10 000 BEF (247,89 EUR), 5 000 BEF (123,95 EUR) en 1 000 BEF (24,79 EUR).

Zij worden voorzien van : - 4 halfjaarlijkse coupons, voor de vervaldagen van 1 januari 2005 tot en met 1 juli 2006 voor de tweede reeks; - 28 halfjaarlijkse coupons, voor de vervaldagen van 1 januari 2005 tot en met 1 juli 2018 voor de derde reeks; - 30 halfjaarlijkse coupons, voor de vervaldagen van 1 januari 2005 tot en met 1 juli 2019 voor de vierde reeks.

Art. 5.De voor de oude obligaties geldende bepalingen betreffende de betaling van de rente en de aflossing zijn op de obligaties toepasselijk.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 maart 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^