gepubliceerd op 17 juli 2020
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie betreffende de administratieve sancties, aangenomen in uitvoering van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten
30 JUNI 2020. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie betreffende de administratieve sancties, aangenomen in uitvoering van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, artikel 133, § 4, tweede lid;
Overwegende dat artikel 133, § 4, eerste lid, van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten aan de Stafhouder van de Orde waartoe de advocaten behoren zoals bedoeld in artikel 5, § 1, 28°, de bevoegdheid toekent om toezicht te houden op de naleving van de bepalingen van boek II van voornoemde wet, van de besluiten en reglementen genomen ter uitvoering ervan, van de uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2015/849, en van de waakzaamheidsplichten bedoeld in de bindende bepalingen betreffende financiële embargo's;
Overwegende dat het Reglement met betrekking tot procedureregels voor het opleggen van maatregelen met toepassing van artikel 118 en voor het opleggen van administratieve boetes met toepassing van artikel 132 van de Wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten ten aanzien van advocaten en de verhaalmiddelen tegen dergelijke maatregelen en sancties aan te nemen door de Stafhouders, bij dit besluit gevoegd, werd goedgekeurd door de bevoegde instantie en door de stafhouder op 12 juni 2019 ondertekend;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde Reglement met betrekking tot procedureregels voor het opleggen van maatregelen met toepassing van artikel 118 en voor het opleggen van administratieve boetes met toepassing van artikel 132 van de Wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten ten aanzien van advocaten en de verhaalmiddelen tegen dergelijke maatregelen en sancties aan te nemen door de Stafhouders, bij dit besluit gevoegd, wordt goedgekeurd.
Art. 2.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 juni 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS
Bijlage bij het Koninklijk besluit van 30 juni 2020 tot goedkeuring van het reglement van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie betreffende de administratieve sancties, aangenomen in uitvoering van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten Orde van de Advocaten bij het Hof van Cassatie Reglement met betrekking tot procedureregels voor het opleggen van maatregelen met toepassing van artikel 118 en voor het opleggen van administratieve boetes met toepassing van artikel 132 van de Wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten ten aanzien van advocaten en de verhaalmiddelen tegen dergelijke maatregelen en sancties aan te nemen door de Stafhouders Gelet op de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (hierna: "de Wet"), Overwegende dat artikel 85, § 1, 11° van de wet de Stafhouder van de Orde waartoe de advocaten behoren aanduidt als autoriteit voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van boek II van de Wet van de besluiten en reglementen genomen ter uitvoering ervan, van de uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2015/849, van de Europese verordening betreffende geldovermakingen en van de waakzaamheidsplichten bedoeld in de bindende bepalingen betreffende financiële embargo's.
Overwegende dat artikel 118, § 3, van de Wet voorschrijft dat de toezichtautoriteiten, in casu de Stafhouder, de nodige procedureregels vaststellen voor het opleggen van een maatregel met toepassing van artikel 118 van de Wet ten aanzien van de onderworpen advocaten en van de verhaalmiddelen tegen dergelijke maatregel.
Overwegende dat artikel 133, § 4, van de Wet voorschrijft dat de toezichtautoriteiten, in casu de Stafhouder, de nodige procedureregels vaststellen voor het opleggen van een administratieve boete met toepassing van artikel 132 van de Wet ten aanzien van de onderworpen advocaten en van de verhaalmiddelen tegen dergelijke sanctie.
Overwegende dat het voor de eenvormigheid van deze procedureregels aangewezen is dat er uniformiteit bestaat over de diverse balies heen, hebben de Stafhouders van de balies die deel uitmaken van, respectievelijk, de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone, en de Stafhouder van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie onderstaand reglement aangenomen voor hun respectieve balies.
Opening onderzoek Artikel 1 1.1. Indien uit een controle van een advocaat inzake de toepassing van de Wet, met betrekking tot zijn verplichtingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, blijkt dat voornoemde advocaat zijn verplichtingen in het kader van de Wet mogelijks niet heeft nageleefd, opent de stafhouder een onderzoek.
De stafhouder leidt het onderzoek of stelt een onderzoeker aan, wiens taken en bevoegdheden hij omschrijft. In dat geval bepaalt hij de termijn waarbinnen de onderzoeker zijn verslag dient mee te delen.
De onderzoeker dient een andere advocaat te zijn dan de advocaat die de voorafgaande controle heeft uitgevoerd. 1.2. Wanneer de stafhouder van oordeel is dat hij onbevoegd is, wordt hij vervangen door de pro-stafhouder of, bij gebreke daarvan, door de vice-stafhouder en opent zijn vervanger het onderzoek. 1.3. De advocaat tegen wie het onderzoek is geopend, wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. 1.4. De verklaringen van de advocaat en van eventuele getuigen worden opgetekend in een proces-verbaal. De gehoorde personen ontvangen op hun verzoek een afschrift van het proces-verbaal van hun verklaringen. 1.5. De advocaat kan zich tijdens het onderzoek laten bijstaan door de advocaat van zijn keuze, maar kan zich niet laten vertegenwoordigen.
Hoorrecht Artikel 2 2.1. De stafhouder die na het onderzoek oordeelt dat er redenen bestaan om de advocaat een maatregel op te leggen zoals bepaald in artikel 118, § 1 van de Wet en/of een administratieve sanctie op te leggen zoals bepaald in artikel 132, § 2, 2e lid van de Wet, roept de betrokken advocaat op om gehoord te worden. 2.2. De oproeping vermeldt de feiten die de advocaat ten laste worden gelegd. 2.3. Op straffe van nietigheid bedraagt de oproepingstermijn minstens vijftien dagen.
Opleggen van maatregelen Artikel 3 De stafhouder kan bij een met redenen omklede beslissing, indien hij een inbreuk vaststelt op de bepalingen van boek II, van artikel 66, § 2, tweede en derde lid, of van artikel 90, vijfde lid, van de Wet of van de besluiten en reglementen genomen ter uitvoering ervan, van de uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2015/849, van de Europese verordening betreffende geldovermakingen, of van de waakzaamheidsplichten bedoeld in de bindende bepalingen betreffende financiële embargo's, een maatregel en/of een administratieve geldboete opleggen aan de betrokken advocaat die onder zijn bevoegdheid valt.
Maatregelen Artikel 4 De volgende maatregelen kunnen genomen worden ten aanzien van de betrokken advocaat: 1° het uitbrengen van een publieke verklaring waarin de identiteit van de betrokken advocaat en de aard van de inbreuk worden vermeld;2° bevelen dat de betrokken advocaat zijn gedrag staakt en niet meer herhaalt;3° een tijdelijk verbod opleggen aan de betrokken advocaat met managementverantwoordelijkheden in een samenwerkingsverband of elke voor de inbreuk verantwoordelijk geachte betrokken advocaat, om managementfuncties bij een samenwerkingsverband uit te oefenen. Artikel 5 Bij het vaststellen van de maatregelen bedoeld in artikel 4 houdt de Stafhouder rekening met de volgende omstandigheden : 1° de ernst en de duur van de inbreuken;2° de financiële draagkracht van de betrokken advocaat, zoals die met name blijkt uit de totale omzet van het samenwerkingsverband dat aan de betrokken advocaat kan toegeschreven worden of uit het jaarinkomen van de betrokken advocaat;3° het voordeel of de winst die de inbreuken eventueel opleveren voor de betrokken advocaat voor zover die kunnen worden bepaald;4° het nadeel dat derden eventueel hebben geleden door deze inbreuken, voor zover dit kan worden bepaald;5° de mate van medewerking van de betrokken advocaat met de bevoegde autoriteiten;6° eventuele vroegere inbreuken die gepleegd zijn door de betrokken advocaat. Administratieve geldboete Artikel 6 De administratieve geldboete bedraagt, voor hetzelfde feit of voor hetzelfde geheel van feiten, minimum 250 euro en maximum 1.250.000 euro.
Artikel 7 Het bedrag van de in artikel 6 bedoelde administratieve geldboete wordt vastgesteld, rekening houdend met alle relevante omstandigheden, en met name met: 1° de ernst en de duur van de inbreuken;2° de mate van verantwoordelijkheid van de betrokken advocaat;3° de financiële draagkracht van de betrokkene, zoals die met name blijkt uit de totale omzet van het samenwerkingsverband dat aan de betrokken advocaat kan toegeschreven worden of uit het jaarinkomen van de betrokken advocaat;4° het voordeel of de winst die de inbreuken eventueel opleveren voor de betrokkene voor zover die kunnen worden bepaald;5° het nadeel dat derden eventueel hebben geleden door deze inbreuken, voor zover dit kan worden bepaald;6° de mate van medewerking van de betrokkene met de bevoegde autoriteiten;7° eventuele vroegere inbreuken die gepleegd zijn door de betrokkene. Kennisgeving beslissing stafhouder Artikel 8 8.1. Binnen de vijftien dagen na de uitspraak ervan geeft de Stafhouder van iedere beslissing bij een ter post aangetekende brief kennis aan de betrokken advocaat. 8.2. De kennisgeving wordt geldig gedaan op het laatste adres van het kantoor van de betrokken advocaat, zoals dat werd meegedeeld aan het secretariaat van de balie.
Artikel 9 9.1. De stafhouder maakt zijn beslissingen tot het opleggen van een administratieve sanctie met toepassing van dit reglement en/of een toezichtmaatregel, bedoeld in Boek IV, titel 4, hoofdstuk 7 van de Wet, nominaal bekend op de officiële website van de orde onmiddellijk nadat de betrokken advocaat op de hoogte is gebracht van deze beslissingen. 9.2. De bekendmaking bevat minstens informatie over de soort en aard van de inbreuk alsmede de identiteit van de betrokken advocaat. 9.3. Wanneer de bekendmaking van de identiteit van de betrokken advocaat, of de persoonsgegevens van deze advocaat, door de stafhouder als onevenredig wordt beschouwd, na een beoordeling per geval van de evenredigheid van de bekendmaking van die gegevens, of wanneer de bekendmaking de stabiliteit van de financiële markten of een lopend onderzoek schaadt, handelt de stafhouder als volgt: 1° uitstel van de bekendmaking van de beslissing totdat de redenen voor niet-bekendmaking ophouden te bestaan;2° anonieme bekendmaking van de beslissing, indien een dergelijke anonieme bekendmaking een doeltreffende bescherming van de betrokken persoonsgegevens waarborgt;in dat geval kan de bekendmaking van relevante gegevens worden uitgesteld gedurende een redelijke termijn indien wordt verwacht dat de redenen voor bekendmaking op anonieme basis binnen die termijn zullen vervallen; 3° niet-bekendmaking indien de onder 1° en 2° vermelde mogelijkheden als ontoereikend worden beschouwd om te waarborgen dat: a) dat de stabiliteit van de financiële markten niet in gevaar wordt gebracht;of b) de bekendmaking van de beslissing evenredig is ten aanzien van toezichtmaatregelen die als van geringe aard worden beschouwd. 9.4. Indien een beroep is ingesteld tegen de beslissing wordt die informatie en alle latere informatie over de uitkomst van dat beroep onmiddellijk op de officiële website, bedoeld in het eerste lid, bekendgemaakt. Elke beslissing tot vernietiging van een eerdere beslissing wordt eveneens bekendgemaakt. 9.5. Alle informatie die overeenkomstig dit artikel wordt bekendgemaakt, blijft gedurende een termijn van vijf jaar na de bekendmaking op de officiële website, bedoeld in het eerste lid, staan. 9.6. In de bekendmaking opgenomen persoonsgegevens worden op de officiële website, bedoeld in het eerste lid, echter niet langer bewaard dan noodzakelijk is overeenkomstig de toepasselijke regelgeving betreffende de bescherming van persoonsgegevens.
Artikel 10 Wanneer de stafhouder in het kader van zijn toezichtsopdracht, een inbreuk vaststelt op de bepalingen van artikel 66, § 2, eerste lid, of van artikel 67 van de Wet, brengt hij de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie zo spoedig mogelijk op de hoogte daarvan.
Artikel 11 De stafhouder informeert de CFI over de administratieve geldboetes die hij met toepassing van dit reglement oplegt, evenals over een eventueel beroep daartegen en over de uitkomst van dat beroep, overeenkomstig artikel 135, § 1, van de Wet.
Tucht Artikel 12 De beslissing tot het opleggen van een maatregel en/of een administratieve geldboete doet geen afbreuk aan eventuele tuchtrechtelijke gevolgen.
Rechtsmiddelen Artikel 13 13.1. Tegen de beslissingen van de stafhouder kan de betrokken advocaat hoger beroep instellen bij de tuchtraad in beroep overeenkomstig de artikelen 463 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek.
De tuchtraad in beroep brengt zijn beslissing ter kennis van de stafhouder en de betrokken advocaat overeenkomstig artikel 8.
Tegen de beslissing van de tuchtraad in beroep kan de betrokken advocaat of de Orde van advocaten waartoe hij behoort een cassatieberoep instellen overeenkomstig de artikelen 1121/1 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek. 13.2. Tegen een beslissing van de stafhouder van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie kan hoger beroep ingesteld worden bij de raad van de Orde bedoeld in de artikelen 481 en 482 van het Gerechtelijk Wetboek. De stafhouder neemt niet deel aan de beraadslaging en de beslissing van de raad. Het volgens het tableau van de Orde oudste lid van de balie neemt, voor deze aangelegenheid, zitting in de raad.
De raad van de Orde brengt zijn beslissing ter kennis van de stafhouder en de betrokken advocaat overeenkomstig artikel 8.
Tegen beslissingen van de raad van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie kan de betrokken advocaat of de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie cassatieberoep instellen overeenkomstig de artikelen 1121/1 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek. 13.3. Het hoger beroep en het cassatieberoep schorsen de tenuitvoerlegging van de beslissing, maar niet de bekendmaking ervan overeenkomstig artikel 135, § 3, vierde lid, van de wet. 13.4. De stafhouder informeert de CFI over de uitkomst van het hoger beroep of van het cassatieberoep, overeenkomstig artikel 135, § 1, van de Wet.
Invordering Artikel 14 De administratieve boetes die zijn verschuldigd ter uitvoering van beslissingen waartegen geen rechtsmiddel meer mogelijk is, worden ingevorderd door de FOD Financiën, Administratie van de Thesaurie, overeenkomstig artikel 134 van de wet.
Inwerkingtreding Artikel 15 De procedureregels en rechtsmiddelen bepaald in dit reglement hebben slechts uitwerking na goedkeuring ervan door de Koning.
Aangenomen door de Algemene Vergadering van de Orde te Brussel op 12 juni 2019 De stafhouder van de Orde, Jacqueline Oosterbosch Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 30 juni 2020 tot goedkeuring van het reglement van de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie betreffende de administratieve sancties, aangenomen in uitvoering van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS