gepubliceerd op 17 september 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de privé-ziekenhuizen
30 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de privé-ziekenhuizen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de privé-ziekenhuizen.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2007 Maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de privé-ziekenhuizen (Overeenkomst geregistreerd op 29 november 2007 onder het nummer 85871/CO/330) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 op de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de privé-ziekenhuizen die onderworpen zijn aan de wet op de ziekenhuizen alsook op de psychiatrische verzorgingstehuizen en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten. HOOFDSTUK III. - Begripsomschrijvingen
Art. 3.§ 1. Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden en bediendepersoneel. § 2. Onder "sector" wordt verstaan : de sector zoals hij in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst omschreven wordt. § 3. Onder "koninklijk besluit" wordt verstaan : het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. § 4. Onder "bevoegde ministers" wordt verstaan : de Ministers van Werk, van Sociale Zaken en van Volksgezondheid. § 5. Onder "instelling" wordt verstaan : de instelling welke bij het sociaal fonds een aanvraag tot toetreding indient ten einde middelen te verwerven met het oog op de bevordering van de tewerkstelling zoals voorzien in deze overeenkomst. § 6. Onder "sociaal fonds" wordt verstaan : het "Fonds Sociale Maribel" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2007 gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. HOOFDSTUK IV. - Vermindering van de RSZ-werkgeversbijdragen
Art. 4.Overeenkomstig het koninklijk besluit en overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst, kan de sector genieten van een forfaitaire vermindering van de werkgeversbijdragen van de sociale zekerheid. HOOFDSTUK V. - Verbintenis om de bijdragen volledig toe te wijzen aan de financiering van bijkomende tewerkstellingen
Art. 5.In uitvoering van artikelen 2 en 49 van het koninklijk besluit verbindt de sector er zich toe het integrale bedrag van de forfaitaire bijdragevermindering van de werknemersbijdragen bedoeld in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan te wenden voor de financiering van bijkomende tewerkstelling (uitgedrukt in FTE).
De bovengrens van de bijdrage van het sociaal fonds in de jaarlijkse loonkost per bijkomende tewerkstelling kan bij eenstemmige beslissing van het beheerscomité van het sociaal fonds verhoogd worden zonder dat de bijdrage evenwel 64.937,84 EUR per jaar en per FTE mag oveschrijden. In uitvoering van het artikel 12, alinea's 2 en 3 van het koninklijk besluit, wordt de bijdrage van het sectoraal fonds evenwel beperkt tot de bezoldigde, effectieve of gelijkgestelde, prestaties.
In overeenstemming met het artikel 12 van het koninklijk besluit kan het beheerscomité tot de indexering van zijn bijdragen en van bovengenoemd plafond van 64.937,84 EUR beslissen.
Het artikel 62 van het koninklijk besluit bepaalt dat de kost van de werknemers die 64.937,84 EUR per jaar overschrijdt, beperkt wordt tot 31.532 EUR per jaar.
Art. 6.In uitvoering van artikel 14 van het koninklijk besluit moet de instelling die zich genoodzaakt ziet om het arbeidsvolume, zoals bedoeld in artikel 50, te verminderen, hierover vooraf melding maken per aangetekende brief aan het Beheerscomité van het fonds om verder te kunnen genieten van de financiële tegemoetkomingen van het fonds.
De informatie aan het fonds moet de volgende gegevens bevatten: de vermindering van het arbeidsvolume uitgedrukt in FTE gedurende een volledig kalenderjaar, de datum vanaf de welke de vermindering ingang vindt, de fases van deze vermindering alsook de reden die de vermindering van het arbeidsvolume veroorzaakt. De aanvraag moet ook het akkoord van de ondernemingsraad bevatten, bij ontstentenis van het comité voor preventie en bescherming op het werk, bij ontstentenis van de vakbondsafvaardiging. Het fonds zal in geval van afwijkingsaanvragen rekening houden met objectieve criteria opgenomen in het werkdocument zoals voorzien in artikel 11bis van het koninklijk besluit.
In geval van een aanvraag tot afwijking kan de berekening van de netto bijkomende tewerkstelling aanleiding geven tot een vraag om bijkomende inlichtingen vanwege het fonds.
Art. 7.Het behoud en de aangroei van de netto tewerkstelling en de vermeerdering van het arbeidsvolume, bedoeld in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gebeuren op het vlak van : - de sector zoals omschreven in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - elke instelling waaraan door het sociaal fonds middelen voor tewerkstelling worden toegekend in het raam van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
De instelling dient de netto bijkomende tewerkstelling en vermeerdering van het arbeidsvolume die overeenkomen met de toegewezen middelen, te verwezenlijken met inachtneming van de bepalingen van artikel 13 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 8.Het sociaal fonds wordt belast met : - het storten van het bedrag overeenstemmend met de schijf van de bijdragevermindering bedoeld in artikel 13, paragraaf 1, van deze overeenkomst, aan de werkgevers die er recht op hebben; - het overmaken, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VIII van deze overeenkomst, van de voorstellen inzake toekenning van de arbeidsplaatsen overeenkomend met de tweede schijf van de bijdragevermindering bedoeld in artikel 13, paragraaf 2, van deze overeenkomst; - het storten van de bijdragen van het sociaal fonds aan de werkgevers aan wie arbeidsplaatsen ten laste van de tweede schijf bedoeld in artikel 13, paragraaf 2, werden toegekend. HOOFDSTUK VI. - Waarborgen met betrekking tot de integrale aanwending van de R.S.Z.-bijdragevermindering ten voordele van de tewerkstelling en controle door het fonds
Art. 9.In uitvoering van artikel 8, f), van het koninklijk besluit, zal elke werkgever fonds tenminste één maal per jaar een controlerapport in verband met het gebruik van de financiële middelen ter beschikking stellen van het sociaal fonds.
Het sociaal fonds zal een model uitwerken voor het verslag en dit aan de instellingen bezorgen.
Art. 10.Het in artikel 9 bedoelde verslag fonds dient goedgekeurd door alle leden van de ondernemingsraad, bij ontstentenis door de werkgever en de leden van de vakbondsafvaardiging, bij ontstentenis door de sociale partners vermeld in artikel 15 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Zij ontvangen minstens 14 dagen voor de goedkeuring een kopie van het verslag. HOOFDSTUK VII. - Kalender met betrekking tot de verwezenlijking van de bijkomende tewerkstelling
Art. 11.De sector verbindt er zich toe de gehele bijkomende tewerkstelling te verwezenlijken binnen de 6 maanden vanaf de kennisgeving aan de instellingen van de hun toegewezen tewerkstelling.
Het fonds kan de aanwending bepalen van de middelen ingeval deze verbintenissen niet zouden verwezenlijkt worden binnen deze termijn.
Op het vlak van de instelling die middelen ontvangt bij toepassing van artikel 13, moet 100 pct. van de netto bijkomende tewerkstelling voortspruitend uit de herverdeling worden verwezenlijkt binnen de 6 maanden volgend op de maand waarin de betekening van de toekenning van de middelen gebeurde. HOOFDSTUK VIII. - Toewijzingsvoorwaarden van de netto bijkomende tewerkstelling
Art. 12.Deze bepaling is van toepassing op de tewerkstelling die voortspruit uit artikel 13, paragraaf 2 (tweede schijf).
In toepassing van artikel 49 van het koninklijk besluit worden alle voor de huidige dienstverlening benodigde functies in aanmerking genomen voor netto bijkomende tewerkstelling, evenwel slechts in zoverre zij rechtstreeks een weerslag hebben op de vermindering van de arbeidsdruk op het huidig personeel van de instellingen. De sector verwacht op deze wijze een verbetering van de huidige dienstverlening te verwezenlijken.
Art. 13.§ 1. Een eerste schijf van 80,57 EUR per kwartaal en per werknemer die recht geeft op de bijdragevermindering voorzien door het koninklijk besluit wordt, per instelling, voorbehouden aan de tewerkstelling van logistieke assistenten.
Het sociaal fonds stort aan de instellingen die logistieke assistenten aanwerven of hebben aangeworven het bedrag overeenstemmend met het effectieve gebruik van de eerste schijf in de instelling. § 2. Het saldo van de bijdragevermindering toegekend in uitvoering van het koninklijk besluit wordt herverdeeld volgens de voorwaarden bepaald in het werkdocument beoogd in het artikel 11bis, § 2, van het koninklijk besluit. HOOFDSTUK IX. - Aanvraagvoorwaarden en door de werkgever aan het sociaal fonds te verschaffen inlichtingen
Art. 14.De instellingen bedoeld onder artikel 2 en artikel 3, paragraaf 5 van deze overeenkomst, sluiten aan bij het fonds vanaf de eerste dag volgend op de betekening door het fonds van de goedkeuring van hun toetredingsaanvraag.
Het sociaal fonds stelt het modelaanvraagdossier, op een daartoe bestemd formulier, op.
Art. 15.Onderhandelingen op instellingsniveau, gevoerd in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging, moeten bepalen in welke diensten de arbeidsdruk het hoogst is, welke functies hiervoor ingevuld moeten worden en onder welke arbeidsvoorwaarden dat zal gebeuren.
Ingeval deze bespreking niet leidt tot een akkoord, kan door de werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging een beroep worden gedaan op de regionale vakbondssecretarissen.
Het aanvraagdossier moet vergezeld zijn van het verslag van voornoemde bespreking.
Art. 16.Het sociaal fonds doet een voorstel inzake toewijzing van de arbeidsplaatsen voortspruitend uit de in artikel 13, paragraaf 2, van deze overeenkomst bepaalde herverdeling. Bij de toewijzing van de middelen door het fonds zal dit rekening houden met het behoud van de tewerkstelling, gefinancierd in toepassing van het koninklijk besluit Bij gebrek aan een akkoord op het vlak van de instelling betreffende de toepassing van artikel 13, paragraaf 2, tweede paragraaf, wordt het sociaal fonds belast met het uitbrengen van een voorstel betreffende de ter beschikking staande middelen.
Indien vastgesteld wordt dat de verbintenissen genomen door de werkgever in het kader van zijn aanvraagdossier en/of van de hem toegekende middelen in het kader van de herverdeling voorzien door artikel 13, niet nageleefd worden, kan het sociaal fonds maatregelen nemen om stortingen terug te vorderen, zich hiervoor baserend op het artikel 50 van het koninklijk besluit.
Art. 17.Door de werkgever aan het sociaal fonds te verschaffen inlichtingen.
Ter aanvulling van het in artikel 9 bepaalde controleverslag dient de werkgever volgende inlichtingen aan het sociaal fonds te verschaffen, in toepassing van het artikel 14bis, § 2, van het koninklijk besluit : - een aanvraagdossier (geëigend formulier beschikbaar op aanvraag) bedoeld in artikel 14 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - een lijst van statutair gedetacheerd personeel bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit (in voorkomend geval); - de contracten en bijlagen van de werknemers die aangeworven werden ten laste van het sociaal fonds; - de signalementskaart van de werknemers aangeworven ten laste van het sociaal fonds (model B); - een bewijs van vorming van logistieke assistenten krachtens het ministerieel besluit van 17 juni 1997; - een jaarverslag over de activiteit van de logistieke assistenten krachtens artikel 3 van het ministerieel besluit van 17 juni 1997; - een driemaandelijkse prestatiestaat (op formulier opgesteld door het sociaal fonds); - veranderingen van functies (in voorkomend geval); - verandering van statuut van de werkgever (in voorkomend geval); - een financiële jaarrekening (op door het sociaal fonds vooringevuld formulier); - een inlichtingenformulier inzake bezoldiging Sociale Maribel (formaat bepaald door de FOD; op jaarbasis); - een aanvraag tot afwijking (in toepassing van artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst). HOOFDSTUK X. - Inwerkingtreding en duurtijd
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, vanaf de datum van haar inwerkingtreding, de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 november 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen, houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de privé-ziekenhuizen.
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2008. Zij is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET