Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 december 2005
gepubliceerd op 17 maart 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, tot oprichting van een "Sectoraal Vormingsfonds voor de Sociale Werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012677
pub.
17/03/2006
prom.
30/12/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, tot oprichting van een "Sectoraal Vormingsfonds voor de Sociale Werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, tot oprichting van een "Sectoraal Vormingsfonds voor de Sociale Werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van de statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 2002 Oprichting van een "Sectoraal Vormingsfonds voor de Sociale Werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van de statuten (Overeenkomst geregistreerd op 22 mei 2003 onder het nummer 66282/CO/327)

Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van artikel 1, alinea 1, 1° van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, richt het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen een fonds voor bestaanszekerheid op, waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.

Art. 2.Deze arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de sociale werkplaatsen, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2002 en is voor onbepaalde duur gesloten.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd vóór 1 januari van ieder jaar met uitwerking op 1 juli van het daaropvolgend jaar.

De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

De voorzitter laat een kopie van de opzegging aan elk der ondertekenende partijen geworden alsook aan de Minister van Werkgelegenheid.

STATUTEN HOOFDSTUK I. - Oprichting, benaming en zetel

Art. 4.Met ingang vanaf 5 september 2002 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Sectoraal Vormingsfonds voor de Sociale Werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap", hierna genoemd "Vormingsfonds".

De maatschappelijke en administratieve zetel van het vormingsfonds is gevestigd te Euterpastraat 23, 2600 Antwerpen - Berchem. De zetel kan bij unanieme beslissing van de raad van beheer van het vormingsfonds, voorzien in hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst, elders overgeplaatst worden. De raad van beheer betekent zijn beslissing aan de voorzitter van het paritair comité en aan de Minister van Werkgelegenheid. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Het vormingsfonds, opgericht door deze collectieve arbeidsovereenkomst, verzekert de financiering van tewerkstellings- en vormingsinitiatieven. Hiertoe ontvangt en beheert het vormingsfonds de sommen van de bijdragevermindering komende uit de "niet-recurrente" reserves van de "V.Z.W. Fonds Sociale Maribel - Fonds Maribel social a.s.b.l. - voor de "Entreprises d'insertion" die een vorm van v.z.w. hebben en de sociale werkplaatsen van de privésector - pour les entreprises d'insertion qui ont un statut d'a.s.b.l. et "les sociale werkplaatsen" du secteur privé" en aan het vormingsfonds gestort werden door het door de federale overheid opgerichte terugvorderingsfonds. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 6.De geldmiddelen van het vormingsfonds bestaan uit enerzijds de som van de bijdrageverminderingen vermeld in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met inbegrip van mogelijke interesten en anderzijds andere geldmiddelen die krachtens een op sectorvlak afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst aan het vormingsfonds toegekend zouden worden.

Art. 7.De administratiekosten worden elk jaar vastgelegd door de raad van beheer. HOOFDSTUK IV. - Beheer

Art. 8.Het fonds wordt beheerd door een paritaire raad van beheer samengesteld uit 8 effectieve en 8 plaatsvervangende leden.

Deze leden worden aangeduid door de leden van het paritair comité, voor de helft op voordracht van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties.

Art. 9.De leden van de raad van beheer worden aangesteld voor een periode van 4 jaar.

Het mandaat van lid van de raad van beheer vervalt door ontslagneming of door overlijden of wanneer de duur van het mandaat verstreken of wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt of wanneer de betrokkene geen deel meer uitmaakt van de organisatie die hem voorgedragen heeft.

Het nieuw lid voltooit desgevallend het mandaat van zijn voorganger.

De mandaten van de leden van de raad van beheer zijn hernieuwbaar.

Art. 10.De leden van de raad van beheer gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen aangegaan door het vormingsfonds.

Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat.

Art. 11.De raad van beheer kiest een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging.

Het duidt eveneens de persoon aan die met het secretariaat wordt belast.

Art. 12.De raad van beheer beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het vormingsfonds, binnen de limieten gesteld door en/of krachtens de wet van 7 januari 1958, deze statuten en wetgeving betreffende de Sociale Maribel.

Tenzij andersluidende beslissing van de raad van beheer treedt deze laatste in al zijn handelingen op en handelt hij in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een lid van de raad daartoe door de raad aangesteld.

De raad van beheer heeft onder meer als opdrachten : - over te gaan tot de eventuele aanwerving en afdanking van het personeel van het vormingsfonds; - controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten; - de administratiekosten vast te stellen; - tijdens de maand juni van elk jaar schriftelijk verslag uit te brengen aan het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 13.De raad van beheer vergadert minstens eenmaal per semester.

De raad vergadert hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van zijn leden hetzij op vraag van een der in zijn schoot vertegenwoordigde organisaties.

De uitnodigingen moeten de dagorde bevatten.

De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad van beheer en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten. Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.

Art. 14.De raad van beheer kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.

Plaatsvervangende leden vervangen de afwezige leden met dezelfde bevoegdheden.

Art. 15.Behoudens andersluidende bepalingen in het huishoudelijk reglement opgesteld door de raad van beheer worden zijn beslissingen getroffen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden.

Alleen de effectieve en plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd. HOOFDSTUK V. - Controle

Art. 16.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, duidt het paritair comité op voorstel van de raad van bestuur een bedrijfsrevisor of erkend accountant aan ter controle van het beheer van het vormingsfonds.

Bovendien licht hij de raad van beheer van het vormingsfonds regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VI. - Balans en rekeningen

Art. 17.Elk jaar worden op 31 december de balans en rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening

Art. 18.Het vormingsfonds is opgericht voor een onbepaalde duur.

Art. 19.Het wordt ontbonden door het paritair comité ingevolge een gebeurlijke vooropzeg zoals voorzien in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst tot oprichting van het vormingsfonds van 5 september 2002.

Art. 20.Het paritair comité duidt de vereffenaars aan onder de leden van de raad van beheer van het vormingsfonds, bepaalt hun machten en duidt de bestemming van het vermogen aan.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 december 2005.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^